Marktverordening gemeente Krimpenerwaard 2016
 
De raad van de gemeente Krimpenerwaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet,
Besluit:
De volgende verordening vast te stellen:
Marktverordening Gemeente Krimpenerwaard 2016
Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen
Artikel 1. Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden.
Artikel 2. Inrichtingsplan
  • 1.
    Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:
    • a.
      aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);
    • b.
      een kaart van de markt;
    • c.
      indien van toepassing, mededeling dat het anciënniteitsstelsel van artikel 5 van toepassing is;
    • d.
      aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen, dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt;
  • 2.
    Op de kaart zijn aangegeven:
    • a.
      de grenzen van de markt;
    • b.
      de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsvergunning;
    • c.
      de maximum aantallen vaste-standplaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;
    • d.
      indien van toepassing de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een dagplaatsvergunning ;
    • e.
      indien van toepassing de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor houders van een standwerkvergunning.
  • 3.
    Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaats worden aangewezen.
  • 4.
    Het inrichtingsplan is bij de gemeente in te zien.
Artikel 3. Vergunningen
  • 1.
    Het is verboden, op een markt zonder of in afwijking van een vaste-standplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.
  • 2.
    Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats, een andere dag en/of een andere tijd aanwijzen.
  • 3.
    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.
  • 4.
    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden op een markt. Onder standwerker wordt verstaan iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.
  • 5.
    Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
  • 6.
    Vergunning kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.
Artikel 4. Mandaatverboden
De bevoegdheid tot het vaststellen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd. De bevoegdheid tot wijzigen daarvan en die tot het verlenen of het intrekken van een vaste-standplaatsvergunning leiden kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.
Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen
Artikel 5. Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst
  • 1.
    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, geldt het volgende.
  • 2.
    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste-standplaatsvergunning, met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).
  • 3.
    Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste-standplaatsvergunning werd verleend. Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen iemand in aanmerking die aan dat vereiste voldoet.
Artikel 6. Wachtlijststelsel
  • 1.
    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het wachtlijststelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.
  • 2.
    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de kandidaten voor een vaste-standplaatsvergunning die daarvoor een aanvraag hebben ingediend en die een handelingsbekwame natuurlijke persoon zijn (wachtlijst).
  • 3.
    Op de wachtlijst worden bij iedere kandidaat vermeld:
    • a.
      diens naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en woonplaats;
    • b.
      de datum waarop de aanvraag is
    • c.
      de branche waartoe de kandidaat behoort of de soort artikelen die hij wenst te verhandelen;
    • d.
      informatie over de uitstalling die de kandidaat wenst te gebruiken.
  • 4.
    De kandidaat ontvangt een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.
  • 5.
    De inschrijving wordt doorgehaald als, aan de kandidaat een vaste-standplaatsvergunning is toegekend, op zijn schriftelijke aanvraag, bij zijn overlijden, als hij onder curatele is gesteld of als hij niet vóór 1 januari van het lopende jaar een aanvraag om verlenging voor dat jaar heeft gedaan.
  • 6.
    Als er ruimte is om een nieuwe vaste-standplaatsvergunning toe te kennen, komt daarvoor als eerste in aanmerking de hoogstgeplaatste kandidaat die op de wachtlijst staat en die voldoet aan de vereisten voor toekenning. Daarna komen andere aanvragers in aanmerking, in volgorde van indiening van hun aanvraag tot plaatsing op de wachtlijst. De kandidaat die in aanmerking komt voor de vergunning dient daarvoor binnen vier weken een aanvraag in te dienen.
Artikel 7. Selectiestelsel
  • 1.
    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het selectiestelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.
  • 2.
    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.
  • 3.
    De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving .
  • 4.
    Bij de beoordeling van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van een aantal aspecten die worden vastgelegd in het inrichtingsplan.
    Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.
Artikel 8. Loting
  • 1.
    Als op grond van het inrichtingsplan voor een markt het lotingsstelsel wordt gehanteerd voor de toekenning van vaste-standplaatsvergunningen, geldt het volgende.
  • 2.
    Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen. Op de bekendmaking is artikel 7, derde lid, van overeenkomstige toepassing.
  • 3.
    Een vergunning wordt door loting toegewezen aan een in aanmerking komende gegadigde. Gaat het om een bepaalde branche of artikelgroep, dan wordt per branche of artikelgroep geloot. De in aanmerking komende gegadigden worden uitgenodigd bij de loting aanwezig te zijn.
Artikel 9. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning
  • 1.
    Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator devergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.
  • 2.
    Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator worden overgeschreven op een medewerker van de vergunninghouder of de mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste twee jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.
  • 3.
    In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.
  • 4.
    Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.
  • 5.
    De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-standplaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.
Artikel 10. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning
  • 1.
    Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:
    • a.
      op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of
    • b.
      twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 9.
  • 2.
    Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:
    • a.
      als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;
    • b.
      als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;
    • c.
      als van de vergunning gedurende ten minste vier weken per kwartaalgeen gebruik is gemaakt zonder daarvoor (schriftelijk) een geldige reden te hebben aangegeven bij de gemeente; of
    • d.
      als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
  • 3.
    In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats op de markt vervalt.
  • 4.
    Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk een uur na aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.
Artikel 11. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging
  • 1.
    De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen standplaats persoonlijk in.
  • 2.
    In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.
  • 3.
    De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.
Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers
Artikel 12. Dagplaatsvergunning
  • 1.
    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste-standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 11.
  • 2.
    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:
    • a.
      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of
    • b.
      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.
  • 4.
    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.
  • 5.
    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.
Artikel 13. Standwerkvergunning
  • 1.
    Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 12, tweede tot en met vijfde lid.
  • 2.
    Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelen.
Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders
Artikel 14. Bijstand
De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.
Artikel 15. Legitimatieplicht
Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.
Artikel 16. Markttijden in acht nemen
  • 1.
    Het is een vergunninghouder verboden meer dan 1 uur en 30 minuten voor de aanvang en meer dan 1 uur en 30 minuten na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.
  • 2.
    Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
Artikel 17. Markt schoonhouden
  • 1.
    Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.
  • 2.
    Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.
Hoofdstuk 5. Handhaving
Artikel 18. Toezichthouders
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.
Artikel 19. Onmiddellijke verwijdering
Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.
Artikel 20. Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.
Hoofdstuk 6. Slotbepalingen
Artikel 21. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
  • 1.
    De marktverordening gemeente Nederlek 1999; de marktverordening gemeente Ouderkerk 2003; de marktverordening Schoonhoven 2008 en de marktverordening gemeente Vlist 2010 worden ingetrokken.
  • 2.
    De krachtens de marktverordening gemeente Nederlek 1999; de marktverordening gemeente Ouderkerk 2003; de marktverordening Schoonhoven 2008 en de marktverordening gemeente Vlist 2010 vastgestelde wacht- en anciënniteitslijsten gelden als lijsten krachtens deze verordening.
  • 3.
    Een krachtens de marktverordening gemeente Nederlek 1999; de marktverordening gemeente Ouderkerk 2003; de marktverordening Schoonhoven 2008 en de marktverordening gemeente Vlist 2010 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
  • 4.
    Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de marktverordening gemeente Nederlek 1999; de marktverordening gemeente Ouderkerk 2003; de marktverordening Schoonhoven 2008 en de marktverordening gemeente Vlist 2010 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.
  • 5.
    Degenen die daags voor het in werking treden van deze verordening op de anciënniteitslijst of de wachtlijst stonden, behouden de rechten die daaruit volgens de op die dag geldende regels voortvloeiden gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 22. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Krimpenerwaard 2016.
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2016.
 
 
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der Gemeente Krimpenerwaard, gehouden op dinsdag 10 november 2015.
de griffier,
de voorzitter,
 
 
Drs. K.E. Driehuijs
Mr. T.P.J. Bruinsma
Naar boven