Beleidsregels, houdende  kaders voor de toepassing van de ZZA regeling in de gemeente Gennep
 
Burgemeester en wethouders van Gennep,
 
Gelezen het Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 oktober 2015, nummer 691389, houdende uitbreiding van de bevoegdheid van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers om bepaalde categorieën vreemdelingen uit te sluiten van verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005; In aanmerking nemende dat dit besluit is gepubliceerd op 14 oktober 2015 (Stcrt. 35582) en derhalve op die dag in werking is getreden; Overwegende dat de gemeente Gennep de taakstelling voor huisvesting van vergunninghouders niet kan realiseren door het inzetten van reguliere huisvesting; Overwegende dat de rijksoverheid het met een geldelijke tegemoetkoming mogelijk maakt dat gemeenten kostendekkend  tijdelijke kleinschalige huisvesting realiseren om de druk op de centrale opvang te verminderen;
 
Hebben vastgesteld de volgende
 
beleidsregels, houdende kaders voor de toepassing van de ZZA regeling in de gemeente Gennep
  • 1.
    De gemeente Gennep zal van de regeling ZZA-gemeenten gebruik maken, zolang de gemeente Gennep de reguliere huisvestingstaakstelling nog niet vervuld heeft.
     
  • 2.
    De gemeente Gennep zal van de regeling ZZA-gemeenten alleen gebruik maken voor zover hiervoor een kostendekkende ZZA-vergoeding kan worden verkregen.
     
  • 3.
    De gemeente Gennep zal van de regeling ZZA-gemeenten in principe alleen gebruik maken ten behoeve van vergunninghouders die volgens een opgave van het COA ook definitief in de gemeente Gennep gehuisvest moeten gaan worden zodra een definitieve oplossing beschikbaar komt (zgn. gekoppelde vergunninghouders).
     
  • 4.
    De gemeente Gennep huurt, neemt in bruikleen of wendt aan ten behoeve van de regeling ZZA-gemeenten:
    • a.
      Geschikte woonruimte van particuliere eigenaren of;
    • b.
      Geschikte woonruimte van woningbouwverenigingen, voor zover die niet of niet meer behoort tot de voorraad van sociale huurwoningen die als reguliere huisvesting voor de vergunninghouder ingezet zou kunnen worden of;
    • c.
      Geschikte overige accommodaties, die binnen de ZZA-vergoeding kostendekkend aan te passen zijn voor tijdelijke bewoning.
       
  • 5.
    Woonruimte of accommodaties als bedoeld onder 4. worden alleen ingezet na toetsing aan daarvoor geldende ruimtelijke kaders en (brand-) veiligheidseisen die aan woonruimten worden gesteld.
     
  • 6.
    Huur- of bruikleenovereenkomsten die ten behoeve van de uitvoering van deze kaders worden afgesloten, hebben altijd een tijdelijk karakter en moeten in beginsel per maand opzegbaar zijn.
     
  • 7.
    De kosten voor aan te vragen vergunningen zullen worden gedragen door de gemeente.
     
 
Gennep, 10 november 2015,
 
 
De secretaris, De burgemeester,
Mevrouw J.M. Nijland De heer P.J.H.M. de Koning
 
 
 
 
Toelichting
  • 1.
    De door de staatssecretaris in het leven geroepen ZZA-regeling gemeenten, kent een looptijd van 12 maanden. De beleidskaders voor de gemeente Gennep vervallen automatisch als de regeling eindigt, maar worden ook niet toegepast als de gemeente de reguliere taakstelling vervuld heeft en de noodzaak niet (meer) bestaat.
  • 2.
    De ZZA-regeling kent aan gemeenten een vergoeding toe van 100 euro per persoon per week. In principe zijn hiermee kostendekkende oplossingen te creëren. Het is dus niet nodig om gemeentelijke middelen aan te wenden, anders dan bij wijze van voorfinanciering.
  • 3.
    De ZZA-regeling is nadrukkelijk bedoeld voor personen die nog niet definitief/regulier in de gemeente kunnen worden gehuisvest, maar daar op termijn wel naartoe moeten. Het COA heeft de betreffende personen dan al “aan de gemeente gekoppeld”.
  • 4.
    De gemeente die ZZA-arrangementen biedt, moet zelf de beschikking hebben over geschikte woonruimte/accommodatie. Dit kan door het inzetten (aanwenden) van eigen gebouwen, door het huren ervan of door het in bruikleen nemen ervan. Laatstgenoemde constructie is met name voor anti-kraak afspraken voor woningbouwverenigingen een vaak gehanteerde constructie.
  • 5.
    De gemeente heeft als openbaar bestuur uiteraard een voorbeeldfunctie. Naleving van wettelijke (Leegstandswet) en ruimtelijke kaders (eventueel met tijdelijke ontheffingen) is belangrijk. Naleving van (brand-) veiligheidsvoorschriften is dat zeker.
  • 6.
    De gemeente zal woonruimte of accommodaties van derden moeten gaan huren. Daar mag een adequate vergoeding tegenover staan, maar het is niet de bedoeling dat de gemeente langdurige verplichtingen aangaat.
  • 7.
    De eigenaar zal mogelijk een vergunning (bijvoorbeeld in het kader van de Leegstandswet) aan moeten vragen. Dit brengt kosten voor leges met zich mee. Deze zullen door de gemeente gecompenseerd worden. De juridische vorm waarin dit kan gebeuren (kwijtschelding, subsidie etc) zal nog nader worden bepaald. De kosten voor deze compensatie worden gedekt uit de vergoeding van de ZZA-regeling.
Naar boven