Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten 2016
 
De raad van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 september 2015, nummer;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van de lijkbezorgingrechten 2016 (Verordening lijkbezorgingrechten 2016).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen Venlo, Blerickse Bergen, Tegelen, Belfeld en Velden;
b. graf: een zandgraf of keldergraf
c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand
d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
e. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken, lichaamsdelen en foetussen;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
g. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
  • -
    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
  • -
    het doen verstrooien van as;
h. particulier urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;
i. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, urnengraf of urnennis;
j. gedenkteken: voorwerp op een graf, urnengraf of urnennis voor het aanbrengen van opschriften;
k. wasruimte: bijgebouw op de begraafplaats “Blerickse Bergen” dat onder meer wordt gebruikt voor het ritueel wassen van lijken.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 Tarieven en maatstaven van heffing
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Wijze van heffing
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 6 Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven voor:
  • a.
    het opgraven van een lijk, lichaamsdeel, foetus of asbus op rechterlijk gezag;
  • b.
    het begraven van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in één kist worden begraven of in één asbus worden bijgezet.
Artikel 7 Termijn van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 2 maanden na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het 1e lid gestelde termijn.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de lijkbezorgingsrechten.
Artikel 10 Overgangsrecht
De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2015” vastgesteld bij raadsbesluit van 07 november 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Artikel 12 Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als: ”Verordening lijkbezorgingrechten 2016”.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2015.
De griffier De voorzitter
Geert van Soest Antoin Scholten
Tarieventabel behorende bij de “Verordening lijkbezorgingrechten 2016”
Hoofdstuk 1 Begraven
1.1
Voor het begraven van een lijk, lichaamsdeel of foetus wordt geheven:
 
 
1.1.1
voor een persoon van 12 jaar of ouder
483,00
1.1.2
voor een persoon beneden 12 jaar
242,00
1.1.3
voor een persoon jonger dan één jaar of foetus
118,00
1.1.4
Ingeval de onder lid 1.1.1 t/m 1.1.3 genoemde dienstverlening betrekking heeft op meer dan één overledene van dezelfde familie die gelijktijdig in een zelfde graf worden begraven, wordt voor de tweede en volgende overledenen de helft van het tarief geheven.
 
 
Hoofdstuk 2 Bijzetten van asbussen en urnen
2.1
Voor het bijzetten van een asbus of urn in een begraaflaag van
 
 
 
een particulier graf wordt geheven
483,00
2.2
Voor het bijzetten van een asbus of urn in de bovenlaag van
 
 
 
een particulier graf wordt geheven
75,00
2.3
Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particulier urnengraf wordt geheven
75,00
2.4
Voor het bijzetten van een asbus of urn in een particuliere urnennis wordt geheven
21,00
Hoofdstuk 3 Grafbedekking
3.1
Voor het stichten van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis
80,00
Hoofdstuk 4 Opgraven en lichten
4.1
Voor het opgraven van een lijk, lichaamsdeel, foetus wordt geheven
483,00
4.2
Voor het na het opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf
wordt geheven
144,00
4.3
Voor het na het opgraven weer opnieuw begraven in een ander graf wordt geheven
483,00
4.4.1
Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn uit een begraaflaag van een particulier graf wordt geheven
483,00
4.4.2
Voor het opgraven of verwijderen van een asbus of urn uit de bovenlaag van een particulier graf of uit een particulier urnengraf wordt geheven
75,00
4.4.3
Voor het verwijderen van een asbus of urn uit een urnennis wordt geheven
21,00
4.5
Ingeval de onder lid 4.1 t/m 4.4.1 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een persoon beneden 12 jaar wordt de helft van het tarief geheven.
 
 
4.6
Ingeval de onder lid 4.1 t/m 4.4.1 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een persoon beneden 1 jaar of foetus wordt een kwart van het tarief geheven.
 
 
Hoofdstuk 5 Verlenen van rechten
5.1
Voor het verlenen van een recht op een particulier graf wordt geheven:
voor een periode van 10 jaar
voor een periode van 15 jaar
voor een periode van 20 jaar
voor een periode van 25 jaar
voor een periode van 30 jaar
994,00
1.492,00
1.988,00
2.486,00
2.982,00
5.2
Voor het verlengen van een recht op een particulier graf van 1 tot maximaal 20 jaar, wordt per jaar geheven
99,00
5.3
Ingeval de onder lid 5.1 of 5.2 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een dubbelbreed particulier graf wordt het dubbele tarief geheven.
 
 
5.4
Ingeval de onder lid 5.1 of 5.2 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een eigen urnengraf of urnennis wordt de helft van het recht geheven.
 
 
5.5
Ingeval de onder lid 5.1 of 5.2 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een persoon beneden 12 jaar wordt een kwart van het recht geheven.
 
 
5.6
Ingeval de onder lid 5.1 of 5.2 genoemde dienstverleningen betrekking hebben op een persoon beneden 1 jaar of een foetus wordt een achtste van het recht geheven.
 
 
Hoofdstuk 6 Gebruik wasruimte
6.1
Voor het gebruik van de wasplaats op de begraafplaats “Blerickse Bergen” wordt per keer geheven
215,00
Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2015.
De griffier De voorzitter
Geert van Soest Antoin Scholten
Naar boven