Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting binnenstad 2016
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 10 november 2015;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 september 2015, regnr. 4907183;
gelet op de Gemeentewet;
Besluit
vast te stellen:
de “Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting binnenstad 2016"
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    reclameobject: openbare aankondiging in letters, symbolen of kleuren, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg;
  • b.
    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij directe of indirecte steun vindt in of op de grond;
  • c.
    onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing op het gebied van de binnenstad binnen de stadswallen.
Het gebied wordt begrensd door de Oostwal, Hekellaan, Zuidwal, Spinhuiswal, Parklaan, Wilhelminaplein, Westwal, Sint Janssingel, Buitenhaven, Oliemolensingel, Kasterenwal, Noordwal en Muntelwal. Bij deze verordening is een kaart toegevoegd waarop de grenzen zijn aangegeven.
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 een directe belasting geheven voor openbare aankondiging die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
  • 1.
    Een concreet overzicht van de objecten ter zake waarvan de reclamebelasting geheven zal worden, is opgenomen in de bijlage “Belastingobjecten voor de reclamebelasting binnenstad” (bijlage 2). In de bijlage staan vermeld de objecten zoals ze zijn opgenomen in de WOZ-administratie (qua objectcode en objectomschrijving).
  • 2.
    De belasting wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in het gebied gelegen objecten al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken en waarop of waarbij één of meer reclameobjecten worden aangetroffen.
  • 3.
    Voor de toepassing van het tweede lid wordt:
    • a.
      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
    • b.
      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
  • 1.
    De reclamebelasting wordt geheven per onroerende zaak.
  • 2.
    De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het begin van het kalenderjaar.
  • 3.
    Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
  • 4.
    In afwijking van lid 2 en 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de gebruikersbelasting buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot de woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
  • 5.
    Indien de vastgestelde WOZ-waarde voor het betreffende jaar naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd indien de lagere WOZ-waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.
Artikel 6 Belastingtarieven
Het tarief van de reclamebelasting bedraagt per onroerende zaak binnen het gebied van de Bossche binnenstad, zoals beschreven in artikel 2 met een WOZ-waarde van:
  • a.
    € 0,- t/m € 100.000,- : € 76,35
  • b.
    € 100.001,- t/m € 200.000,- : € 127,25
  • c.
    € 200.001,- t/m € 300.000,- : € 178,15
  • d.
    € 300.001,- t/m € 400.000,- : € 229,05
  • e.
    € 400.001,- t/m € 500.000,- : € 279,95
  • f.
    € 500.001,- t/m € 750.000,- : € 356,35
  • g.
    € 750.001,- t/m € 1.000.000,- : € 509,05
  • h.
    € 1.000.001,- t/m € 1.500.000,- : € 661,75
  • i.
    € 1.500.001,- t/m € 2.000.000,- : € 763,55
  • j.
    € 2.000.001,- t/m € 3.000.000,- : € 1.018,10
  • k.
    € 3.000.001,- t/m € 5.000.000,- : € 1.272,60
  • l.
    Vanaf € 5.000.001,- : € 1.272,60
Artikel 8 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
  • 2.
    Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 4.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag op verzoek van belastingplichtige verminderd met zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder bedraagt dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in twaalf gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden genoemde termijnen.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De "Verordening reclamebelasting binnenstad 2014", vastgesteld bij het besluit van de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch d.d. 11 maart 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reclamebelasting binnenstad 2015”.
De gemeenteraad van 's-Hertogenbosch,
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.G. Amesz mr. dr. A.G.J.M. Rombouts
Bijlage 1
 
Bijlage 2
Belastingplichtige objecten voor reclamebelasting binnenstad
Objectcode
Objectomschrijving
2111
Woning-winkel
2121
Woning-cafetaria/snackbar
2122
Woning-café/bar/restaurant
2123
Woning-bar/dancing
2124
Woning-hotel/motel
2170
Woning-bedrijven
3111
Winkel
3113
Toonzaal/showroom
3114
Kiosk
3119
Overig detailhandel
3121
Cafetaria / snackbar
3122
Café / bar / restaurant
3123
Bar / dancing
3124
Hotel
3125
Pension/logiesgebouw
3173
Onderhoud / reparatie
3174
Productie (fabriek)
3637
Parkeergarage
Vrijgestelde objecten voor reclamebelasting
Objectcode
Objectomschrijving
2141
Woning-kantoor
2162
Woning-praktijkruimte
2357
Klooster
3141
Kantoor
3162
Praktijkruimte
3171
Werkplaats / garage
3175
Opslag / distributie
3176
Atelier / werkruimte
3311
Creche / peuterspeelzaal
3312
Basisschool
3318
Dagverblijf
3319
School voor overig onderwijs
3331
Ziekenhuis
3334
Psychiatrisch ziekenhuis
3339
Medisch overig
3351
Verzorgings- / bejaardentehuis
3353
Praktijkruimte tandarts/fysiotherapie
3356
Gevangenis
3359
Overig bijz. woonfunc. zonder woning
3376
Wijk- / buurtcentrum
3411
Schouwburg / concertgebouw
3412
Congresgebouw
3413
Museum
3415
Bioscoop
3419
Overig cultureel
3454
Kerk vrijgesteld WOZ
3512
Sportaccommodatie
3515
Clubhuis
3621
Trafo
3634
NS-station
3636
Parkeerplaats niet-woning buiten
3638
Benzinestation
3664
Telefooncentrale
3999
Overige onroerende niet-woning
4111
Bouwterrein
4199
Overige ongebouwd
6001
Rijksmonument met woningdeel
7001
Rijksmonument zonder woningdeel
30B1
Niet-woning/bedrijfsverz. Kantoor
30B3
Niet-woning/bedrijfsverz. Bedrijfsruimte
Naar boven