Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,
 
overwegende dat het gewenst is regels met betrekking tot de verstrekking en de berekening van een persoonsgebonden budget en met betrekking tot (een vergoeding voor) vervoer naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden vast te stellen;
 
gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.3 tweede lid, artikel 8.1.1 van de Jeugdwet, artikel 10, artikel 14, tweede lid, artikel 15 en artikel 16 van de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 en artikel 3 en artikel 4 van de Uitvoeringsregeling Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015,
 
Besluit:
vast te stellen de navolgende Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015.
 
Hoofdstuk 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1.
    De definities en begrippen in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 en de Uitvoeringsregeling Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015.
  • 2.
    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
    • a.
      budgethouder: een persoon aan wie ingevolge de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 een persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland verantwoording over de besteding van het persoonsgebonden budget verschuldigd is;
    • b.
      uitvoeringsregeling: de Uitvoeringsregeling Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015;
    • c.
      verordening: de Verordening Zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015;
Hoofdstuk 2 Het Persoonsgebonden budget
Artikel 2 Weigering
  • 1.
    De jeugdige of zijn ouders kunnen door het college niet in staat worden geacht de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren in de situatie dat:
    • a.
      de aanvrager handelingsonbekwaam is;
    • b.
      de aanvrager geen inzicht heeft in zijn functionele beperkingen;
    • c.
      de aanvrager een verslavingsprobleem heeft;
    • d.
      er sprake is van eerder misbruik van een pgb;
    • e.
      de aanvrager schuldenproblemen heeft.
  • 2.
    Wanneer een aanvrager zelf niet bekwaam geacht wordt voor de uitvoering van de aan een pgb verbonden taken kan, met instemming van de aanvrager, een pgb wel toegekend worden aan zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Artikel 3 Hoogte van het pgb
  • 1.
    De hoogte van een pgb bedraagt conform de verordening en de uitvoeringsregeling niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura. Deze kostprijs wordt jaarlijks per product vastgesteld. In de bijlage vindt u de kostprijzen van 2015.
  • 2.
    Indien een jeugdige en/of zijn ouders een duurdere uitvoering van de voorziening willen dan de gemeente op basis van “goedkoopst adequaat” toekent, dan kan de jeugdige en/of zijn ouders de rest zelf bij betalen volgens de richtlijnen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De risico’s die deze keuze met zich mee brengt, zijn voor de cliënt.
Artikel 4 Beperking van het pgb
  • 1.
    De volgende kosten zijn uitgesloten van een pgb:
    • a.
      kosten van spoedeisende hulp;
    • b.
      kosten in verband met diensten verleend door tussenpersonen of belangbehartigers;
    • c.
      begeleidings- of administratiekosten in verband met het pgb;
    • d.
      reiskosten;
    • e.
      kosten verband houdende met een feestdagenregeling.
  • 2.
    De pgb-middelen mogen niet worden besteed aan een eenmalige uitkering aan een zorgverlener in verband met een beëindiging van uw zorgovereenkomst van rechtswege.
  • 3.
    Een pgb bevat geen vrij besteedbaar bedrag.
Artikel 5 Terugvordering van het pgb
  • 1.
    Een deel van het verstrekte pgb voor een individuele voorziening wordt teruggevorderd als de budgethouder:
    • a.
      de met het pgb ingekochte jeugdhulp niet meer gebruikt;
    • b.
      verhuist naar een andere gemeente;
    • c.
      is overleden.
  • 2.
    Als het terug te vorderen bedrag op grond van de voorgaande leden lager is dan € 100,-- wordt afgezien van invordering.
Hoofdstuk 3 Vervoer naar locatie waar jeugdhulp wordt geboden
Artikel 6 Vervoer naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden
  • 1.
    Een jeugdige kan in aanmerking komen voor vervoer van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden als er geen mogelijkheden in het sociale netwerk van de jeugdige zijn om het vervoer te verzorgen of als dit vanwege de frequentie en de afstand tot een onevenredig grote belasting leidt. Voor de berekening geldt de volgende berekeningsclausule: aanspraak op vergoeding van vervoerskosten ontstaat als de uitkomst van het (aantal maanden behandeling in totaal) x (aantal keren behandeling per week) x (aantal weken behandeling per maand) x (aantal kilometers enkele reis) x 0,25 (= wegingsfactor) gelijk of groter is dan 250. De variabele onderdelen zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie van de jeugdige. Is de uitkomst gelijk aan of groter dan 250 dan kan aanspraak gemaakt worden op een vergoeding voor vervoerskosten.
    Rekenvoorbeeld: In de voorbeelden A en B kan de jeugdige aanspraak maken op een vergoeding van vervoerskosten. In voorbeeld C is dat niet het geval.
     
    A
    B
    C
    Totaal aantal maanden
    6
    4
    12
    x Aantal keren per week
    3
    5
    1
    x Aantal weken per maand
    4
    4
    4
    x Aantal kilometers enkele reis
    40
    15
    9
    x Wegingsfactor
    0,25
    0,25
    0,25
    = Uitkomst
    720
    300
    108
  • 2.
    De bekostiging van het vervoer vindt voor zover mogelijk plaats als onderdeel van de inkoopafspraken met de aanbieders van jeugdhulp.
  • 3.
    Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van collectieve vervoersvoorzieningen, zoals vervoer in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning of het leerlingenvervoer.
  • 4.
    Indien een jeugdige en/of zijn ouders aangewezen zijn op eigen of openbaar vervoer en volgens de gehanteerde berekeningsclausule uit het eerste lid in aanmerking komen voor een vergoeding voor vervoerskosten, dan geldt een vergoeding van € 0,19 per kilometer enkele reis bij eigen vervoermiddel en 100% van de openbaar vervoerkosten. Het aantal te vergoeden kilometers bij een eigen vervoermiddel wordt berekend via de ANWB routeplanner.
  • 5.
    Declaraties voor vergoeding van vervoerskosten moeten binnen drie maanden ingediend worden.
Hoofdstuk 4 Overige bepalingen
Artikel 7 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Artikel 8 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015.
 
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, gehouden op 28 juli 2015.

Het college voornoemd,

mr. N. van Ginkel

algemeen directeur/gemeentesecretaris a.i.

L.M.B.C. Wagenaar-Kroon

burgemeester

Bijlage 1: Pgb tarieven
 
Zorgcategorie
Product
eenheid
 Tarief
Ambulante jeugdzorg
Pgb Ambulant jeugdzorg HBO
uurtarief
€ 65,00
Pgb Ambulant jeugdzorg WO
uurtarief
€ 84,01
Dagbehandeling jeugdzorg
Pgb dagbehandeling jeugdzorg
tarief dagdeel
€ 73,92
Verblijf jeugdzorg
Verblijf jeugdzorg begeleid wonen
etmaal
€ 32,59
Verblijf jeugdzorg gezinshuis
etmaal
€ 132,24
Verblijf jeugdzorg
etmaal
€ 198,37
Verblijf jeugdzorg zwaar
etmaal
€ 264,51
Generalistische basis GGZ
Pgb Generalistische basis GGZ
uurtarief
€ 84,01
Specialistische GGZ
Pgb specialistische GGZ
uurtarief
€ 93,13
Begeleiding individueel / groep
Pgb Begeleiding individueel
uurtarief
€ 35,84
Pgb Begeleiding groep zonder vervoer
dagdeel
€ 44,30
Pgb Begeleiding groep met vervoer
dagdeel
€ 49,63
Persoonlijke verzorging
Pgb Persoonlijke verzorging
uurtarief
€ 27,02
Kortdurend verblijf
Pgb Kortdurend verblijf
etmaal
€ 101,00
Behandeling (L)VB
Pgb Behandeling (L)VB individueel
uurtarief
€ 65,00
Pgb Behandeling (L)VB groep
dagdeel
€ 73,92
Verblijf (L)VB
Pgb Verblijf (L)VB licht
etmaal
€ 130,55
Pgb Verblijf (L)VB
etmaal
€ 187,31
Pgb Verblijf (L)VB zwaar
etmaal
€ 244,53
Overig
Niet-professionele zorg (voor begeleiding, persoonlijke verzorging)
uurtarief
 € 20,00
 
Toelichting
 
Op 28 juli 2015 heeft ons college de Beleidsregels zorg voor jeugd gemeente Waterland 2015 vastgesteld.
 
Deze beleidsregels geven aan hoe verstrekking en berekening van een persoonsgebonden budget (pgb) voor de inzet van jeugdhulp en de berekening van de vergoeding voor vervoer naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden, tot stand komt.
 
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.
 
 
De integrale tekst vindt u hieronder. Daarnaast kunt u de gehele regeling vinden op www.waterland.nl onder ‘wet- en regelgeving’. U kunt ook kijken op www.overheid.nl. Daarnaast ligt de regeling ter inzage tijdens de openingstijden van het gemeentehuis en ontvangt u op verzoek een afschrift.
Naar boven