GEMEENTE UTRECHT: Beleidsregel Cultuurnota 2017-2020 Utrecht
 
 
(Besluit van b en w d.d. 15 september 2015)
Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht;
  • -
    gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 3 lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2014 (ASV 2014);
  • -
    en gelet op de Cultuurvisie 2012-2022 ‘Open ruimte’, door de Gemeenteraad vastgesteld in november 2012;
  • -
    en gelet op geactualiseerde cultuurvisie ‘Open ruimte benut’, door de Gemeenteraad vastgesteld in mei 2013;
  • -
    en gelet op de Uitgangspuntennotitie Cultuurnota 2017-2020 “Creatieve lijnen”,
BESLUIT:
vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel Cultuurnota 2017-2020
Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a.Meerjarige subsidieaanvraag: een aanvraag voor subsidie voor een periode van vier jaar, in het kader van de Cultuurnota 2017-2020.
b Aanvrager: een (rechts) persoon die op voorgeschreven wijze een aanvraag voor subsidie indient.
  • c.
    Utrechtse culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage levert aan het culturele aanbod.
  • d.
    Culturele instelling: een organisatie met een culturele ambitie en doelstelling.
  • e.
    Ondernemingsplan: plan dat inzicht verschaft in de voorgenomen culturele activiteiten van een aanvrager voor de cultuurnotaperiode 2017-2020, plus de daarbij behorende informatie over bedrijfsvoering en begroting en dekkingsplan (ook wel meerjarig beleidsplan genoemd).
  • f.
    Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020: een door het college van B&W ingestelde onafhankelijke commissie van externe deskundigen, die de meerjarige subsidieaanvragen 2017-2020 in een integrale procedure inhoudelijk en financieel beoordeelt en het college van B&W adviseert over het wel of niet subsidiëren van een aanvraag en de subsidiehoogte.
  • g.
    Nota Beleidsinzet 2017-2020: in de Nota Beleidsinzet wordt aangegeven hoe invulling zal worden gegeven aan de adviezen van de gemeentelijke Commissie Cultuurnota 2017-2020, indien van toepassing in combinatie met de adviezen van de Raad voor Cultuur, provincie Utrecht en diverse rijksfondsen.
  • i.
    Nota Subsidievoorstellen 2017-2020: het subsidieverdeelvoorstel voor de cultuurnotaperiode 2017-2020, gebaseerd op de Uitgangspuntennotitie Cultuurnota 2017-2020, het advies van de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 en de Nota Beleidsinzet 2017-2020. De Nota Subsidievoorstellen 2017-2020 maakt onderdeel uit van de behandeling van de Programmabegroting 2017.
Artikel 2 Beleidsdoelstelling
De gemeente stelt in de periode 2017-2020 meerjarige subsidie beschikbaar in het kader van de Cultuurnota om een bijdrage te leveren aan een stevige, pluriforme culturele infrastructuur met een veelzijdig, artistiek interessant aanbod en bloeiend productieklimaat, wat zichtbaar wordt op een verscheidenheid aan locaties in de gehele stad.
Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie
Subsidie kan worden aangevraagd door:
  • 1a.
    Rechtspersonen (stichtingen of verenigingen) zonder winstoogmerk, die in Utrecht zijn gevestigd en die staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Midden Nederland.
  • 1b.
    Niet in Utrecht gevestigde rechtspersonen die een aantoonbare intentie hebben om zich op korte termijn in Utrecht te vestigen en actief en aantoonbaar bijdragen aan het Utrechtse culturele infrastructuur.
  • 2.
    Aanvragers dienen minimaal drie jaar als organisatie, aantoonbaar activiteiten te hebben uitgevoerd, in de culturele sector.
  • 3.
    Artikel 3 lid 2 is niet van kracht indien er sprake is van een nieuw initiatief dat is ontstaan uit bestaande organisaties. In dat geval geldt namelijk de eis dat minimaal één van de samenstellende organisaties minstens drie jaar actief is op cultureel gebied.
Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond
Onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad stelt het college jaarlijks € 33,5 mln (prijsniveau 2016) beschikbaar voor de uitvoering van de Cultuurnota 2017-2020, waarvan € 22,3 mln is vastgelegd in meerjarig aangegane verplichtingen bij de start van de cultuurnotaperiode.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
In het kader van de Cultuurnota 2017-2020 subsidieert de gemeente Utrecht activiteiten die voldoen aan de criteria en bijdragen aan de uitgangspunten zoals geschetst in de Uitgangspuntennotitie Cultuurnota 2017-2020 “Creatieve lijnen”, op basis van beoordeling door de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 en de Nota Beleidsinzet 2017-2020.
Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag
  • a.
    Een subsidieaanvraag moet voldoen aan de richtlijnen en verplichtingen van de Algemene Subsidieverordening 2014.
  • b.
    De subsidieaanvraag bestaat minimaal uit:
    • -
      Een volledig en naar waarheid ingevuld digitaal aanvraagformulier ‘subsidieaanvraag in het kader van de Cultuurnota 2017-2020’, voorzien van alle gevraagde bijlagen.
    • -
      Een meerjarig ondernemingsplan voor de periode 2017-2020 van maximaal 5000 woorden met genummerde pagina’s en met daar in aandacht voor de in de Uitgangspuntennotitie Cultuurnota 2017-2020 geformuleerde criteria en uitgangspunten.
    • -
      De (concept) jaarrekening en het (concept) jaarverslag over het jaar 2015. Wanneer u geen jaarrekening kunt overleggen, legt u de actuele kredietbewaking 2015 voor.
    • -
      Indien de aanvrager voor het eerst subsidie aanvraagt bij de gemeente Utrecht gelden aanvullend de eisen, die gesteld worden in artikel 7.1 van de ASV 2014 van de gemeente Utrecht, te weten het insturen van: Uittreksel Kamer van Koophandel, statuten, kopie van recent bankafschrift van de organisatie met IBAN nummer en NAW-gegevens plus daarnaast een Eigen Verklaring Governance Code.
    • -
      En wanneer door de aanvrager gewenst bijlagen als promotiemateriaal in de vorm van dvd’s, cd’s, etc. Deze dienen apart te worden nagezonden, onder vermelding van zaaknummer, nadat een ontvangstbevestiging en zaaknummer voor de digitale aanvraag is ontvangen. De aanvraag inclusief bijlagen blijft in ons bezit, zend dus geen unica mee.
Artikel 7 Indiening subsidieaanvraag
  • a.
    De aanvraag in het kader van de Cultuurnota 2017-2020 moet worden ingediend voor 1 februari van het jaar 2016.
  • b.
    Eventueel door ons gevraagde aanvullingen op de subsidieaanvraag n.a.v. de Nota Subsidievoorstellen 2017-2020 moeten voor 15 oktober 2016 zijn ingediend.
  • c.
    Alle aanvragen moeten worden ingediend bij het college van b en w, t.a.v. het subsidiebureau, gebruikmakend van het daarvoor bestemde digitaal aanvraag formulier. Dit formulier is te vinden op www.utrecht.nl/subsidie. Aanvragen die op een andere wijze worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Artikel 8 Beoordeling
De Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 zal bij alle aanvragen beoordelen of deze aan de criteria voldoen. Vervolgens zal de commissie in een integrale afweging rekening houden met het geheel van de uitgangspunten.
De criteria die worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvraag zijn:
a.Artistieke kwaliteit
Hierbij gaat het om hoogwaardige artistiek-inhoudelijke kwaliteit van het product. Belangrijke aspecten bij de beoordeling zijn de missie en visie van de instelling en de uitwerking hiervan in een activiteitenplan. Kernbegrippen zijn vakmanschap, zeggingskracht en oorspronkelijkheid.
a.Betekenis voor de stad
Gekeken wordt naar de betekenis en positionering van de instelling in Utrecht. Er wordt gekeken naar doelgroepenbeleid en publieksrelatie, samenwerkingspartners binnen en buiten de culturele sector, deelname aan relevante netwerken en de bijdrage aan de pluriformiteit en kwaliteit van het culturele leven.
a.Ondernemerschap
Hierbij gaat het om het vermogen om het ondernemingsplan professioneel te realiseren. Gekeken wordt naar de kwaliteit van de bedrijfsvoering, de samenstelling van de inkomsten, de strategie bij afwijkende exploitatie, de governancestructuur, marketing en communicatie.
a.Onderscheidendheid
We kijken naar de bijdrage en toegevoegde waarde die een instelling levert aan het culturele bestel. Hierbij is de eigen visie op de positie van de instelling in de keten, de sector en daarbuiten van belang, en de onderscheidende bijdrage die vanuit die positie wordt geboden. Wij streven volgens de uitgangspunten naar een hoogwaardige en pluriforme culturele infrastructuur, waarin de volledige keten van amateurkunst, cultuureducatie, talentontwikkeling, productie en presentatie aanwezig is.
Artikel 9 Besluitvorming
Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:
  • U krijgt een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van uw subsidieaanvraag.
  • Alle aanvragen worden getoetst aan de formele vereisten zoals deze zijn opgenomen in de ASV 2014 en in de beleidsregel Cultuurnota 2017-2020.
  • Wanneer uw aanvraag niet volledig blijkt te zijn, krijgt u het verzoek om de gegevens binnen een week aan te vullen. Doet u dit niet, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
  • Als uw aanvraag voldoet aan de formele voorwaarden wordt deze ter beoordeling voorgelegd aan de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020. Tijdens de behandeling van uw aanvraag wordt geen informatie gegeven over de voortgang.
  • De Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 presenteert in mei 2016 haar advies aan het college van burgemeester en wethouders. Voorafgaand ontvangt u een afschrift van het advies en wordt u in de gelegenheid gesteld om te reageren op feitelijke onjuistheden.
  • Op basis van het advies van de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 en de Nota Beleidsinzet neemt het college van burgemeester en wethouders in het derde kwartaal van 2016 een besluit over de subsidieverleningen in het kader van de Cultuurnota 2017-2020.
Artikel 10 Evaluatie
Een tussentijdse visitatie zal onderdeel uitmaken van de Cultuurnota 2017 - 2020. Over de precieze procedure hiervoor zal in de loop van 2017 besluitvorming plaatsvinden.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 november 2015 en eindigt op 31 december 2020. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als beleidsregel Cultuurnota 2017-2020.
Aldus is vastgesteld door burgemeesters en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 15 september 2015.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. M.R. Schurink Mr. J.H.C. van Zanen
Deze beleidsregel is in werking getreden op 1 november 2015.
Naar boven