Tekstplaatsing: Regeling Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum,
gelet op artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 2.1.3, derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning juncto artikel 21 van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2015 en artikel 2.10 van de Jeugdwet juncto artikel 9 van de Verordening jeugdhulp;
 
Besluit: 
vast te stellen de hierna volgende Regeling Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum;
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De regeling verstaat onder:
a. Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;
b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum;
c. Wmo-adviesraad: de commissie als bedoeld in artikel 2 van deze regeling;
d. Cliënt: elke inwoner van de gemeente Renkum kan als cliënt worden beschouwd.
e. Jeugdwet: de Jeugdwet
 
Artikel 2 De Wmo-adviesraad
Er is een commissie die de adviesfunctie aan het college als bedoeld in artikel 2.1.3, derdelid van de wet vervult.
 
Artikel 3 Taak
1. De Wmo-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over zaken die de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO en de Jeugdwet betreffen. Voor wat betreft de advisering op het gebied van de Jeugdwet heeft de Jongerenraad ook een functie.
2. Het college draagt er zorg voor dat de adviezen van de Wmo-adviesraad, zonodig met een schriftelijke reactie van het college, op een zodanig tijdstip ter kennisneming worden gestuurd aan de gemeenteraad, dat deze, en daaraan voorafgaand de commissie Inwoners, de adviezen bij zijn besluitvorming kan betrekken.
3. Ten behoeve van de uitoefening van zijn adviestaak, wint de Wmo-adviesraad actief informatie in bij de cliënten en belangenorganisaties.
 
Artikel 4 Samenstelling en lidmaatschap
1. De Wmo-adviesraad bestaat uit twaalf onafhankelijke leden.
2. De leden worden door het college benoemd voor een termijn van vier jaar. Zij kunnen eenmaal voor dezelfde duur worden herbenoemd. Bij de benoeming zal worden getracht de raad een afspiegeling van de inwoners van de gemeente Renkum te laten zijn.
3. Het lidmaatschap van de Wmo-adviesraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van:
a. de gemeenteraad;
b. de besturen van door de gemeente gesubsidieerde instellingen die een belang hebben bij het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO en/of de Jeugdwet of die zijn betrokken bij de uitvoering van dat beleid.
4. De leden van de Wmo-adviesraad zijn ingezetene van de gemeente Renkum en hebben kennis van en/of zijn ervaringsdeskundige op het vlak van de WMO en/of de Jeugdwet. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last of ruggespraak.
5. Het lid dat ophoudt te voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap zoals in deze regeling gesteld, treedt op dat moment af als commissielid.
6. De leden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college, in afschrift aan de voorzitter van de Wmo-adviesraad.
7. Het college kan tussentijds tot schorsing en ontslag van de voorzitter of een lid overgaan wegens slecht functioneren. Van slecht functioneren is in ieder geval sprake in de volgende gevallen:
a. een commissielid verschijnt herhaaldelijk zonder reden niet op een vergadering van de commissie, ondanks daartoe een uitnodiging te hebben ontvangen;
b. een commissielid brengt ernstig nadeel toe aan het in hem c.q. de commissie gestelde vertrouwen.
8. De aftredende leden blijven zo mogelijk hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.
 
Artikel 5 Dagelijks bestuur
1. Het dagelijks bestuur van de Wmo-adviesraad bestaat uit een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, alsmede een secretaris/penningmeester.
2. De leden van de adviesraad benoemen uit hun midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, alsmede een secretaris/penningmeester.
3. De voorzitter en de secretaris tekenen de uitgaande stukken van de Wmo-adviesraad.
 
Artikel 6 Ambtelijk secretaris
1. Het college wijst de ambtelijk secretaris en zonodig de plaatsvervangend ambtelijk secretaris van de commissie aan.
2. De ambtelijk secretaris is geen lid van de Wmo-adviesraad.
3. De ambtelijk secretaris dient de Wmo-adviesraad desgevraagd van advies.
 
Artikel 7 Advisering
1. Het college vraagt, behoudens in spoedeisende gevallen, aan de Wmo-adviesraad vooraf schriftelijk advies over alle voorstellen met betrekking tot het beleid als bedoeld in artikel 3 van deze regeling. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
2. De Wmo-adviesraad brengt zijn advies schriftelijk uit binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien de Wmo-adviesraad van oordeel is dat een advies niet binnen deze termijn kan worden gegeven geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan het college onder opgave van redenen. In overleg wordt zo mogelijk een nieuwe termijn gesteld.
3. Het college betrekt de adviezen zichtbaar bij de besluitvorming en informeert de Wmo-adviesraad schriftelijk over elk besluit waarbij een advies van de Wmo-adviesraad betrokken is geweest. Indien het college van het advies afwijkt, doet het dat gemotiveerd binnen 4 weken na ontvangst van het betreffende advies.
 
Artikel 8 Werkwijze
1. De Wmo-adviesraad komt tenminste tien keer per jaar bijeen en zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt of door tenminste drie leden met opgave van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd.
2. De voorzitter roept de leden schriftelijk of per e-mail op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat de agenda en vergaderstukken tien dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden. In spoedeisende gevallen kan, met opgave van reden, deze termijn worden bekort. Voorts draagt de voorzitter er zorg voor dat de stukken voor een ieder ter inzage worden gelegd, met uitzondering van de stukken die behoren bij het agendapunt ‘Ontwikkelingen’.
3. Tot tien dagen voor de vergadering kunnen de leden aangelegenheden, die tot de adviesbevoegdheid van de Wmo-adviesraad behoren, voor de agenda aanleveren.
4. De vergadering wordt door afkondiging op de in de gemeente gebruikelijke wijze ter openbare kennis gebracht. Deze afkondiging vermeldt:
a. de datum, de aanvangstijd en plaats van de vergadering, alsmede de agenda;
b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda en de daarbij behorende ter inzage liggende stukken kan inzien.
5. Voorafgaand aan de vergaderingen als bedoeld in het eerste lid vindt een vooroverleg plaats tussen de portefeuillehouder, een teamleider of een daar hem aangewezen ambtenaar, de ambtelijk secretaris en een afvaardiging van het dagelijks bestuur van de Wmo-adviesraad.
6. De Wmo-adviesraad vergadert slechts als ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.
7. Besluiten van de Wmo-adviesraad worden genomen bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.
8. De stemming over personen geschiedt schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling tenzij één van de leden een schriftelijke stemming verlangt.
9. De vergaderingen van de Wmo-adviesraad worden in het openbaar gehouden. Er wordt besloten vergaderd wanneer er sprake is van beraadslaging over personen of zaken die redelijkerwijs zouden kunnen leiden tot beschadiging van personen of van de gemeente Renkum of over huishoudelijke zaken.
10. Het advies van de Wmo-adviesraad aan het college bevat voor zover relevant de zienswijzen van de leden van de Wmo-adviesraad.
11. De voorzitter is bevoegd ambtenaren en andere deskundigen uit te nodigen tot het deelnemen aan de vergaderingen van de Wmo-adviesraad.
 
Artikel 9 De informatievoorziening
Het college draagt ervoor zorg dat aan de Wmo-adviesraad de nodige informatie vroegtijdig en toegankelijk wordt verstrekt ten behoeve van het behoorlijk kunnen functioneren van de Wmo-adviesraad.
 
Artikel 10 De facilitering
1. Voor het bijwonen van de vergaderingen wordt aan de leden en de voorzitter van de Wmo-adviesraad een vergoeding conform de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Renkum toegekend.
2. Voor de uitoefening van de taak van de Wmo-adviesraad zal jaarlijks in de gemeentebegroting een post worden opgenomen. Binnen de kaders van die begrotingspost stelt het college een budget voor de Wmo-adviesraad vast. Het toekennen van het budget geschiedt op basis van een begroting die de Wmo-adviesraad voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar indient bij het college. Op verzoek van de Wmo-adviesraad kan het college het budget tussentijds aanpassen, voor zover daarmee de in de gemeentebegroting gestelde kaders niet worden overschreden.
3. De onkostenvergoeding als bedoeld in het eerste lid alsmede van materiële voorzieningen, zoals vergaderruimte, ambtelijke ondersteuning, kosten van inschakelen van deskundigen, kosten voor het instellen van werkgroepen, speciale voorzieningen in verband met handicap, porti, drukwerk en dergelijke komen ten laste van het budget als bedoeld in het tweede lid.
 
Artikel 11 Werkgroepen
1. De Wmo-adviesraad kan eventueel uit zijn midden werkgroepen instellen, hetzij ter voorbereiding van een advies over een bepaald onderwerp, hetzij ter voorbereiding van adviezen over onderwerpen op een bepaald gebied. De Wmo-adviesraad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van zulke werkgroepen. De Wmo-adviesraad stelt, op basis van de begroting als bedoeld in artikel 10, tweede lid van deze regeling, aan de werkgroepen ten behoeve van hun werkzaamheden een budget beschikbaar.
2. De Wmo-adviesraad kan een huishoudelijk reglement vaststellen ter nadere regeling van zijn functioneren. Hij geeft aan het college kennis van de inhoud van een dergelijk reglement.
 
Artikel 12 De verslaglegging
1. De secretaris draagt ervoor zorg dat van het in de vergaderingen van de Wmo-adviesraad verhandelde en de genomen besluiten een beknopt verslag op wordt gesteld dat voldoende inzicht biedt in de argumentatie die tot de besluiten heeft geleid.
2. Het verslag wordt ter kennisname aan het college toegezonden en openbaar gemaakt.
 
Artikel 13 Bestuurlijk overleg
1. Tussen het college, de WWB-adviesraad en de Wmo-adviesraad vindt tenminste eenmaal per jaar een structureel overleg plaats.
2. Het college doet binnen een redelijke termijn schriftelijk verslag van het overleg en de daarin gemaakte afspraken.
3. Alle deelnemers aan het overleg als bedoeld in het eerste lid hebben de bevoegdheid om aangelegenheden als bedoeld in artikel 3, eerste lid van deze regeling op de agenda te laten zetten.
 
Artikel 14 Evaluatie
Eens per twee jaar, of zoveel eerder als de Wmo-adviesraad die nodig oordeelt, evalueert hij zijn werkzaamheden op effectieve en efficiëntie. Aan de hand van de uitkomsten verbetert hij de eigen werkzaamheden en doet voorstellen tot eventuele gewenste aanpassingen van deze regeling.
 
Artikel 15 Slotbepalingen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college, na daartoe advies te hebben ingewonnen van de Wmo-adviesraad.
 
Artikel 16 Overgangsregeling
De wijziging van deze regeling heeft geen consequenties voor de leden van de Wmo-adviesraad en de voor hun geldende zittingsduur.
 
Artikel 17 Citeertitel en inwerkingtreding
1. Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum’.
2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
3. Op dat moment wordt de ‘Regeling Wmo-adviesraad Renkum’, vastgesteld door het college op 15 maart 2011, ingetrokken.
 
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Renkum op 16 december 2014.
de secretaris, de burgemeester,
A.E.J. Steverink MBA drs. J.P. Gebben
 
Naar boven