Verordening winkeltijden

Artikel 1
Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag, eerste kerstdag en tweede kerstdag.

Artikel 2
Beslistermijn

Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag van een ontheffing binnen zes weken.

Het college van burgemeester en wethouders kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 3
Overdracht van de ontheffing

Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van burgemeester en wethouders.

In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van burgemeester en wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4
Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van burgemeester en wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.Ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5
Zon- en feestdagenregeling

(Vervallen)

Artikel 6
Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.

Het college van burgemeester en wethouders kan voor ten hoogste één winkel ontheffing verlenen.

Aan de ontheffing worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a.de winkel dient gesloten te zijn tussen 0 uur en 16.00 uur;

  • b.er dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 6a.
Bepaalde winkels

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.musea;

  • b.winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht.

Artikel 6b.
Openstelling anders dan voor verkoop

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van:

  • a.winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

  • b.winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 6c.
Straatverkoop van bepaalde goederen

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 6d.
Begraafplaatsen

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 6e.
Culturele evenementen

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 6f.
Sportcomplexen

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Artikel 6g.
Bejaardenoorden

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

Artikel 6h.
E.H. Communie

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk foto artikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie.

De in het eerste lid vervatte vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 6i.
Allerheiligen en Allerzielen

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht, op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd.

Artikel 6j.
Ramadan

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden.

Artikel 6k.
Bedevaartplaats

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels die zijn gelegen in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, indien in die winkel op die dagen en gedurende die tijd geen andere goederen worden verkocht dan:

  • a.voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.bloemen en planten.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van:

  • a.voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken;

  • b.religieuze artikelen en souvenirs;

  • c.bloemen en planten.

Artikel 6l.
Carnaval

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, gelden op de zondag vanaf 12 uur waarop carnaval wordt gevierd, niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen.

Artikel 6m.
Kermis

De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de gemeente, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet voor het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden.

Artikel 7
Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

(Vervallen)

Artikel 8
Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9
Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Het college van burgemeester en wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10
Toerisme

De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b en tweede lid van de wet, gelden in verband met de toeristische aantrekkingskracht van Enkhuizen, niet voor: de gehele stad op zon- en feestdagen tussen 8.00 en 20.00 uur voor winkels.

Artikel 11
In werking treden

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2014 en werkt terug tot en met 1 juli 2013.

De Verordening winkeltijden Enkhuizen 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 12
Overgangsbepaling

Vergunningen en ontheffingen -hoe ook genaamd- verleend krachtens verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid, blijven -indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid, blijven -indien en voor zover de bepalingen in gevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing -hoe ook genaamd- op grond van een verordening als bedoeld in artikel 11 tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.3

Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 11, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 11, tweede lid.

In afwijking van het in het eerste lid bepaalde, blijft een vergunning of ontheffing -hoe ook genaamd- van kracht, totdat onherroepelijk is beslist op een aanvraag voor een, krachtens een in deze verordening overeenkomstig opgenomen gebod of verbod vereiste, vergunning of ontheffing, indien deze aanvraag tenminste acht weken voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn bij het bevoegde bestuursorgaan is ingediend.

Gebods- of verbodsbepalingen waarvoor een vergunning of ontheffing is vereist krachtens deze verordening en niet voorkomend in een verordening als bedoeld in artikel 11, tweede lid, zijn niet van toepassing:

  • a.gedurende acht weken na het in werking treden van deze verordening;

  • b.ook na de onder a bedoelde termijn, voor zover degene die de vergunning of ontheffing nodig heeft, binnen deze termijn een aanvraag heeft ingediend, totdat onherroepelijk op deze aanvraag is beslist.

De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 11, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 13
Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening winkeltijden Enkhuizen.

Besloten in de openbare vergadering van 4 februari 2014.

Naar boven