Verordening precariobelasting 2014

De raad van de gemeente Vlieland

gezien: het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 november 2013 ;

gelet op: artikel 228 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN

PRECARIOBELASTING 201 4

Artikel 1
Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder "openbare gemeentegrond" de gemeentegrond, welke voor de openbare dienst is bestemd.

Gedeelten van een jaar worden als een geheel jaar berekend.

Gedeelten van vierkante meters worden voor een gehele vierkante meter berekend.

Artikel 2
Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

Artikel 3
Belastingplicht

  • 1.De belasting wordt geheven van degene, die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat

    voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 1.In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond,

degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4
Belastingtarief

De belasting bedraagt per kalenderjaar of een gedeelte daarvan voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond per m2: € 46,59.

Artikel 5
Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • 1.het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen, welke aan de gemeente of gemeentelijke instellingen in eigendom behoren;

  • 2.het hebben in, op of boven openbare gemeentegrond van buizen en geleidingen van nutsbedrijven;

  • 3.het hebben op openbare gemeentegrond van wegwijzers en verkeersaanwijzigingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB en van andere overeenkomstige instellingen;

  • 4.het hebben op, onder of boven openbare gemeentegrond van voorwerpen, welke daar ingevolge

wettelijk voorschrift kosteloos of tegen een bij of krachtens dat voorschrift bepaalde vergoeding moeten worden gedoogd;

  • 1.het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond, waarvoor uit andere hoofde betaling aan de gemeente moet geschieden;

  • 2.het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond voor niet-commerciële instellingen die diensten verlenen in het kader van sociale, culturele en of educatieve doeleinden;

  • 3.het hebben van voorwerpen op, boven of onder gemeentegrond voor particuliere doeleinden;

  • 4.de in artikel 4 lid 2 en 3 genoemde voorwerpen, indien deze voorwerpen zich bevinden op, onder of boven openbare gemeentegrond waarvoor conform artikel 4 lid 1 reeds een aanslag is opgelegd.

Artikel 6
Berekening van de precariobelasting

De belasting wordt berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie op de grond van de voorwerpen. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

Artikel 7Wijze
van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8
Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van de aanslag.

In afwijking van het eerste lid geldt dat zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9
Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 11
Inwerkingtreding en citeertitel

1.De "Verordening precariobelasting 2013" van 17 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de

in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 3.Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening precariobelasting 2014".

Aldus vastgesteld door de raad

van de gemeente Vlieland in

zijn openbare vergadering

van 16 december 2013.

, voorzitter

, griffier

Naar boven