Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015
De raad van de gemeente Heerenveen;
  
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;
  
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,
  
besluit
  
vast te stellen de volgende verordening:
  
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2015
(Legesverordening 2015)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
 
a. 'dag':
de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
 
b. 'week':
een aaneengesloten periode van zeven dagen;
 
c. 'maand':
het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;
 
d. 'jaar':
het tijdvak dat loop van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;
 
e. 'kalenderjaar':
de periode van 1 januari tot en met 31 december;
 
f. Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012:
de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012, vastgesteld door de raad van de gemeente Heerenveen;
 
g. Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim:
de Algemene plaatselijke verordening Boarnsterhim 2009, vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Boarnsterhim, voor zover dit het grondgebied betreft dat in het kader van de gemeentelijke herindeling vanaf 1 januari 2014 onderdeel is van de (nieuwe) gemeente Heerenveen;
 
h. Ligplaatsenverordening Boarnsterhim:
de Ligplaatsenverordening gemeente Boarnsterhim 2012, vastgesteld door de raad van de voormalige gemeente Boarnsterhim, voor zover dit het grondgebied betreft dat in het kader van de gemeentelijke herindeling vanaf 1 januari 2014 onderdeel is van de (nieuwe) gemeente Heerenveen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
  • a.
    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
  • b.
    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
De leges worden niet geheven voor:
  • a.
    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
  • b.
    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
  • c.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
  • d.
    het afgeven van bewijzen van onvermogen;
  • e.
    het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;
  • f.
    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
  • g.
    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;
  • h.
    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;
  • i.
    nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;
  • j.
    vergunningvrije bouwwerkzaamheden die bij beschermde beeldbepalende objecten wel vergunningplichtig zijn.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
  • 1.
    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .
  • 3.
    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
  • 4.
    Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.
Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1.
    De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, al dan niet verzonden langs de elektronische weg conform de bepalingen van artikel 2:14 Algemene wet bestuursrecht. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
  • 2.
    De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via de internetkassa.
Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
    • a)
      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b)
      digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via internetkassa;
    • c)
      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van –al dan niet langs elektronische weg - toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Ontheffing bij tussentijdse beëindiging van abonnementen
Indien de heffing van leges geschiedt bij wijze van abonnement, wordt bij tussentijdse beëindiging van een abonnement op schriftelijke aanvraag van de houder, ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten, als na het tijdstip van de beëindiging van het abonnement nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
  • 1.
    akten burgerlijke stand;
  • 2.
    reisdocumenten;
  • 3.
    rijbewijzen;
  • 4.
    papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
  • 5.
    verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens;
  • 6.
    verklaring omtrent gedrag;
  • 7.
    kansspelen,
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
De verordening ‘Eerste wijziging legesverordening 2014’ van 24 maart 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
     
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2015.
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 december 2014.

  

De griffier,

mevrouw W.J.M.A. Jansen

  

De voorzitter,

de heer T.J. van der Zwan

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2015
  
  ­
  
Indeling Tarieventabel
  
  
  
  
  
  
Titel 1
Algemene dienstverlening
  
  
Hoofdstuk 1
Raads- en commissievergaderstukken
  
  
Hoofdstuk 2
Geheel of gedeeltelijk bedrukte stukken
  
  
Hoofdstuk 3
Nasporingen archief/informatieverstrekking
  
Hoofdstuk 4
Algemene plaatselijke verordening
  
  
Hoofdstuk 5
Pachtwet
  
  
Hoofdstuk 6
Reglement gevaarlijke stoffen
  
  
Hoofdstuk 7
Verkeer en vervoer
  
  
Hoofdstuk 8
Wet agrarisch grondverkeer
  
  
Hoofdstuk 9
Wet op de kansspelen
  
  
Hoofdstuk 10
Telecommunicatie en nutsbedrijven
  
  
Hoofdstuk 11
Winkeltijdenwet
  
  
Hoofdstuk 12
Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 13
Nasporing en inlichtingen burgerlijke stand
Hoofdstuk 14
Huwelijksvoltrekkingen
Hoofdstuk 15
Trouwboekjes
Hoofdstuk 16
Verklaringen en stukken in het bijzonder belang van de aanvragers
Hoofdstuk 17
Reispapieren voor grensoverschrijdingen
Hoofdstuk 18
Aanvragen rijbewijs
Hoofdstuk 19
Naturalisatie
Hoofdstuk 20
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb)
Hoofdstuk 21
Gedoogbeschikkingen
Hoofdstuk 22
Leegstandswet
Hoofdstuk 23
Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 24
Diversen
Titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1
Begripsbepalingen
Hoofdstuk 2
Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
Hoofdstuk 3
Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4
Vermindering
Hoofdstuk 5
Teruggaaf
Hoofdstuk 6
Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9
Diversen
Titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1
Horeca
Hoofdstuk 2
Organiseren evenementen en markten
Hoofdstuk 3
Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4
Brandbeveiligingsverordening
Hoofdstuk 5
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Titel 1
Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1
Raads- en commissievergaderstukken
1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een abonnement op het verstrekken van:
1.1.1
raads- en commissievergaderstukken per kalenderjaar
207,15
1.2
de in dit hoofdstuk vermelde tarieven zijn vermeld inclusief portokosten
Hoofdstuk 2
Geheel of gedeeltelijk bedrukte stukken
2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van
2.1.1
een fotokopie van andere dan de met name in deze tabel genoemde stukken per bladzijde geheel of gedeeltelijk bedrukt:
2.1.1.1
per pagina op papier van A-4 formaat of kleiner.
0,35
2.1.1.2
per pagina op papier van A-3 formaat
0,45
Indien het onder 2.1.1.1 of 2.1.1.2 vermelde recht is verschuldigd voor de vervaardiging van boekwerken, rapporten e.d. bedraagt het recht per vervaardigd boekwerk, rapport e.d. ten hoogste
64,85
2.1.1.3
een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document, per pagina
2,35
2.1.1.4
digitale informatie op een gegevensdrager (CD of DVD), per gegevensdrager
58,50
2.1.1.5
Gewaarmerkte afschriften van stukken, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina op papier van A-4 formaat
0,45
2.1.2
een lichtdruk van andere dan de met name in deze tabel genoemde stukken per lichtdruk, ongeacht het formaat:
2,80
Onder gedeeltelijk bedrukte stukken worden verstaan voor een deel bedrukte en overigens, hetzij geschreven, hetzij blanco gelaten stukken. Met bedrukte stukken worden gelijkgesteld stukken op andere wijze vermenigvuldigd dan door middel van de drukpers.
2.1.3
een losbladige uitgave van de algemene plaatselijke verordening
18,30
2.1.4
een losbladige uitgave van de algemene plaatselijke verordening inclusief toelichting
24,70
2.2
de in dit hoofdstuk vermelde tarieven zijn vermeld inclusief portokosten
Hoofdstuk 3
Nasporingen archief/informatieverstrekking
3.1
Het tarief bedraagt voor het:
door of vanwege de gemeente doen van een nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van een of meer inlichtingen uit het archief van de gemeente, of het statisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, een en ander voor zover deze diensten niet met name in deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, danwel in andere rechtsregels zijn genoemd: voor
3.1.1
elk daaraan te besteden kwartier of gedeelte daarvan
11,05
3.1.2
in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht
51,70
Hoofdstuk 4
Algemene plaatselijke verordening
4.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
4.1.1
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de A.P.V. Heerenveen 2012
33,40
4.1.2
het afgeven van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012
130,60
4.1.3
het afgeven van een niet afzonderlijk genoemde vergunning of ontheffing, die verleend is op op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012
33,40
4.1.4
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012 (kamperen buiten kampeerterreinen)
33,40
Hoofdstuk 5
Pachtwet
5.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 56f van de Pachtwet
33,40
Hoofdstuk 6
Reglement gevaarlijke stoffen
6.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 34 van het Reglement gevaarlijke stoffen
33,40
Hoofdstuk 7
Verkeer en vervoer
7.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van:
7.1.1
Een ontheffing voor het houden van een wedstrijd op de weg als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet
33,40
7.1.2
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten
33,10
7.1.3
een jaarlijkse ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (ontheffing blauwe zone, bord E10)
45,65
7.1.4
een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet
33,10
7.1.5
een verklaring van geen bezwaar voor een toertocht op de weg in de gemeente Heerenveen
33,10
7.1.6
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen
39,80
7.1.7
een verklaring van geen bezwaar ingevolge in het “Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaarterreinen" voor het houden van een ballonopstijging of een helikopterlanding.
66,80
7.1.8
bijdrage in de kosten van de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats met paal en borden
206,00
7.1.9
een gehandicaptenparkeerkaart (GPK), zoals bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
7.1.9.1
zonder keuring door een arts of adviseur
66,90
7.1.9.2
inclusief keuring door een arts of adviseur
140,50
Hoofdstuk 8
Wet agrarisch grondverkeer
8.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
8.1.1.
het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer
33,40
Hoofdstuk 9
Wet op de kansspelen
9.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
9.1.1
het afgeven van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Kansspelen:
9.1.1.1
voor één speelautomaat per jaar
56,50
9.1.1.2
voor twee of meer speelautomaten per jaar:
9.1.1.2.1
voor de eerste speelautomaat
56,50
9.1.1.2.2
voor iedere volgende speelautomaat
34,00
9.1.2
het afgeven van een vergunning voor een verloting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Kansspelen
17,45
Hoofdstuk 10
Telecommunicatie en nutsbedrijven
10.1
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet
329,65
10.2
Het in 10.1 genoemde bedrag wordt met inachtneming van het hieronder onder 10.3 bepaalde verhoogd met:
a.€ 0,96 variabele leges per strekkende meter indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie (bebouwd gebied);
b) € 0,48 variabele leges per strekkende meter indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein (onbebouwd gebied);
met dien verstande dat bij aanvragen boven de 10.000 meter, voor de eerste 10.000 meter de leges worden berekend als hiervoor onder a. en b. omschreven, en voor de resterende meters ook in bebouwd gebied het tarief € 0,48 per strekkende meter is.
Hoofdstuk 11
Winkeltijdenwet
11.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing of vrijstelling ingevolge de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening
33,40
Hoofdstuk 12
Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen
12.1
Voor de toepassing van dit onderdeel, met uitzondering van het vermelde onder 12.2 en 12.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisadministratie personen moet worden geraadpleegd
12.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvraag:
12.1.1.1
tot het verstrekken van gegevens:
per verstrekking
8,00
12.1.1.2
tot het verstrekken van gegevens indien bij de aanvraag een zogenaamd no hit-bericht wordt meegezonden:
per verstrekking
7,50
12.2
Voor de toepassing van onderdeel 12.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen
12.3
Het tarief bedraagt voor op verzoek doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier
12,50
12.4
tot het anders dan voor de eerste keer verstrekken van een volledig overzicht van gegevens die van de aanvrager in de basisadministratie zijn opgenomen
10,50
12.5
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een inentingsboekje
4,00
12.6
tot het anders dan voor de eerste keer aan nieuwe inwoners verstrekken van een plattegrond van de gemeente , per plattegrond
0,00
12.7
Indien levering op een optische gegevensdrager gewenst is, (wettelijk vastgesteld tarief) per levering
23,70
Hoofdstuk 13
Nasporing en inlichtingen burgerlijke stand
13.1
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald
a. voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
12,70
b. voor elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
12,70
c. voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;
22,60
d. voor elke attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek
12,70
e. voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand.
12,70
Hoofdstuk 14
Huwelijksvoltrekkingen
14.1
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap op een andere tijd dan voor kosteloze huwelijksvoltrekking of kosteloze registratie van partnerschap is bepaald:
14.1.1
op maandag tot en met vrijdag
14.1.1.1
op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen
290,00
14.1.1.2
op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur
110,00
14.1.1.3
op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)
325,00
14.1.2
op zaterdag
14.1.2.1
op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen
780,00
14.1.2.2
op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)
470,00
14.1.3
op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)
1.625,00
14.1.4
op een avond op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie)
815,00
14.1.5
Een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap kan uitsluitend plaatsvinden op de locatie waar het Publiekscentrum gevestigd is.
14.1.5.1
op de locatie publiekscentrum in een spreekkamer op maandag- en donderdagochtend om 08.30 uur
0,00
14.2
Het tarief bedraagt voor het:
beschikbaar stellen van getuigen voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per getuige
38,00
14.3
spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2 te Heerenveen
17,50
14.4
wijzigen van de datum of het tijdstip van een voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap
35,00
14.5
uitsluitend opmaken van een akte tot omzetting van een registratie van het partnerschap in een huwelijk
62,50
14.5.1
Scheiden bij de ambtenaar Burgerlijke Stand indien dit onder voorwaarden door wetgeving mogelijk wordt gemaakt.
p.m.
14.6
in behandeling nemen van een aanvraag voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen
190,00
14.7
voor het gebruik van een toga door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen
54,00
14.8
Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft van
55,00
14.9
Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt afgezegd is een recht verschuldigd van
55,00
14.10
Voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van het Burgerlijk Wetboek
22,60
Hoofdstuk 15
Trouwboekjes
15.1
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje
24,50
15.1.1
Gekalligrafeerd trouwboekje
40,50
15.1.2
Kalligraferen kind bijschrijven in trouwboekje/partnerschapsboekje
8,00
Hoofdstuk 16
Verklaringen en stukken in het bijzonder belang van de aanvragers
16.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van:
16.1.1
een uittreksel uit het bevolkingsregister
8,00
16.1.2
een attestatie de vitae
8,00
16.1.3
een nationaliteitsbewijs
8,00
16.1.4
de legalisatie van een handtekening, of voor het ter legalisatie opzenden van een stuk
8,00
16.1.5
een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet persoonsregistraties
8,00
16.1.6
een verklaring omtrent het gedrag
30,05
16.1.7
een niet in deze verordening genoemde verklaring of stuk in het bijzonder belang van de aanvrager
8,00
Hoofdstuk 17
Reispapieren voor grensoverschrijdingen
17.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
17.1.1
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, Faciliteitenpaspoort en zakenpaspoort voor personen van 18 jaar en ouder
66,95
17.1.2
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, Faciliteitenpaspoort en zakenpaspoort voor personen jonger dan 18 jaar
51,05
17.1.3
tot het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen en vreemdelingen
51,05
17.1.4
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd van 18 jaar en ouder
52,95
17.1.5
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) aan personen in de leeftijd jonger dan 18 jaar
28,35
17.2
De tarieven als genoemd in de onderdelen 17.1.1 tot en met 17.1.5 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van
47,05
Hoofdstuk 18
Aanvragen rijbewijs
18.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
18.1.1
tot het afgeven van een rijbewijs
38,45
18.1.2
tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, wordt de kostprijs van det formulier verhoogd met € 1
18.1.3
tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen
8,00
18.2
Het tarief genoemd in onderdeel 18.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
33,85
Hoofdstuk 19
Naturalisatie
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap, geldt het tarief zoals dit is opgenomen in het Besluit Naturalisatie (besluit van 27 januari 1986, Staatsblad 618)
of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd
Hoofdstuk 20
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) gereserveerd
Hoofdstuk 21
Gedoogbeschikkingen
21.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het verstrekken van een gedoogbeschikking bouw, RO en milieu, horeca, afval, markten en het gebruik van de openbare ruimte
1.642,80
21.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek zoals in 1.1 genoemd in situaties waarin sprake is van calamiteiten, overmacht of omstandigheden die niet aan de vergunningplichtige kunnen worden toegerekend
157,10
Hoofdstuk 22
Leegstandswet
22.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag :
22.1.1
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
63,10
22.1.2
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet
31,50
Hoofdstuk 23
Marktstandplaatsen
23.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
23.1.1
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim voor
één dag
21,00
één maand
46,20
één jaar
378,25
Hoofdstuk 24
Diversen
24.1
Het tarief betreft voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
24.1.1
om een ontheffing van het verbod tot het innemen van ligplaats
als bedoeld in artikel 2 lid 4 Ligplaatsenverordening Boarnsterhim
a.voor recreatief gebruikte woonarken
414,45
b.voor overige pleziervaartuigen
36,80
24.1.2
om een ontheffing van het verbod tot aanleggen
als bedoeld in artikel 3 lid 3 Ligplaatsenverordening
55,85
24.1.3
om een ontheffing van het verbod tot aanleggen
als bedoeld in artikel 5 lid 3 Ligplaatsenverordening
55,85
24.1.4
om een ontheffing van het verbod tot aanleggen
als bedoeld in artikel 6 lid 3 Ligplaatsenverordening
55,85
24.2
Het tarief betreft voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
24.2.1
tot het verkrijgen van een vergunning voor carbidschieten als bedoeld in artikel 2:73a van de Algemeen Plaatselijke Verordening Boarnsterhim
31,50
24.2.2
tot het verkrijgen van een vergunning voor het in de uitoefening van een bedrijf of nevenbedrijf ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te houden van consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim
31,50
Titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1
Begripsbepalingen
2.1.1.
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
2.1.1.1
bouwkosten:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de meest recente versie van de Taxatieboekjes Reed Business.
Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
2.1.1.2
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2.1.1.3
vooroverleg:
vraag of voor een nog niet uitgewerkt plan in afwijking van bestemmingsplan en/of geldend beleid medewerking kan worden verleend, deze vraag wordt indien nodig ondersteund met bijlagen/tekeningen
2.1.1.4
conceptaanvraag/schetsplan:
uitgewerkte aanvraag omgevingsvergunning dat als concept wordt ingediend, waarbij de haalbaarheid van het plan wordt beoordeeld.
2.1.2
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
2.2.1
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
308,85
2.2.2
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is indien artikel 2.12 eerste lid, onder a, onder 1 ° en 2 °, van de Wabo wordt toegepast (respectievelijk een binnenplanse afwijking en een buitenplanse kleine afwijking)
170,50
2.2.3
om beoordeling van een conceptaanvraag (schetsplan) om een omgevingsvergunning:
25%
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld,
met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd is van
105,80
Hoofdstuk 3
Omgevingsvergunning
2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
2.3.1
Bouwactiviteiten
2.3.1.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief per € 1.000 bouwsom
Bouwsom € 0 t/m € 149.999
43,35
Bouwsom € 150.000 t/m € 349.999
32,55
Bouwsom € 350.000 t/m € 999.999
27,10
Bouwsom € 1.000.000 t/m € 9.999.999
18,95
Bouwsom > € 10.000.000
16,25
Er is tenminste een bedrag verschuldigd van
105,80
2.3.1.2
Welstandstoets
Verhoging in verband met toetsing aan welstandcriteria
Het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling van welstand, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten:
2.3.1.2.1
advisering inzake vooroverlegplannen
42,00
2.3.1.2.2
bij inwinnen advies indien de bouwkosten:
2.3.1.2.2.1
lager dan of gelijk zijn aan € 5.000
42,00
2.3.1.2.2.2
meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000
42,00
vermeerderd met 2,25 ‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000
2.3.1.2.2.3
meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000
87,00
vermeerderd met 2,1 ‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000
2.3.1.2.2.4
meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000
244,00
vermeerderd met 2 ‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 100.000
2.3.1.2.2.5
meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000
543,00
vermeerderd met 1,11 ‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 250.000
2.3.1.2.2.6
meer bedragen dan € 750.000
vermeerderd met 0,78 ‰ van de bouwkosten die meer bedragen dan € 750.000 met een
maximum van
2.250,00
2.3.1.2.2.7
bij de berekening van de verschuldigde leges conform 2.3.1.2.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 wordt het
eindbedrag naar beneden afgerond op gehele euro's
2.3.1.2.3
Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor
42,00
2.3.1.2.4
Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds leges in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 en wordt het verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend.
2.3.1.2.5
Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast dan wel een andere vormgever voor het plan is ingeschakeld wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6, zonder dat verrekening plaats vindt met de in rekening gebrachte leges voor het vorige plan.
2.3.1.2.6
Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.
2.3.1.2.7
Het tarief bedraagt voor het inwinnen van welstandsadviezen ten behoeve van aanvragen op grond van de Monumentenwet of andere wet- en/of regelgeving, waarbij voor diezelfde activiteiten waarvoor deze aanvragen zijn vereist, niet tevens een omgevingsvergunning (bouwen, slopen of reclame) is vereist bij of krachtens een andere wet, per uur van de tijd die het adviesorgaan nodig heeft om de aanvraag te beoordelen.
2.3.1.2.8
In afwijking van de tarieven genoemd in 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 bedraagt het tarief indien ambtelijk wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de Welstandsnota per bouwaanvraag
25,35
2.3.2
Aanlegactiviteiten
2.3.2.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
94,00
2.3.3
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
2.3.3.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
170,50
2.3.3.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
170,50
2.3.3.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
1.125,50
2.3.3.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
170,50
2.3.3.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
170,50
2.3.3.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
170,50
2.3.3.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
170,50
2.3.3.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
170,50
2.3.4
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.4
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit - vervolg -
2.3.4.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
170,50
2.3.4.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
170,50
2.3.4.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
1.125,50
2.3.4.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
170,50
2.3.4.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
170,50
2.3.4.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
170,50
2.3.4.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
170,50
2.3.4.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
170,50
2.3.5
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
2.3.5.A.1
Het verstrekken van een omgevingsvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk c.q. Inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo
225,00
2.3.5.B
Verhoging : Het in onderdeel 2.3.5.A genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 2.3.5.C indien en zover deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn.
2.3.5.C
De verhoging als bedoeld in 2.3.5.B bedraagt voor:
2.3.5.C.1
Bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo (voor zover het geen tijdelijke bouwwerken betreft), met een bebouwd oppervlakte van
2.3.5.C.1.1
– minder dan 100 m2
135,10
2.3.5.C.1.2
– 100 m2 tot 500 m2: per m2
1,25
2.3.5.C.1.3
– 500 m2 tot 2.000 m2:
397,80
Vermeerderd met € 0,50 per m2
2.3.5.C.1.4
– 2.000 m2 tot 5.000 m2:
1.149,10
Vermeerderd met € 0,174 per m2
2.3.5.C.1.5
– 5.000 m2 tot 50.000 m2:
2.010,90
Vermeerderd met € 0,023 per m2
2.3.5.C.1.6
– 50.000 m2 of meer
2.596,50
Vermeerderd met € 0,012 per m2
2.3.5.D
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als vermeld onder 2.3.5.A.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande omgevingsvergunning is het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.C verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding.
2.3.6
Activiteiten met betrekking tot Rijksmonumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
2.3.6.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo (Rijksmonumenten), of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.6.1.1
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
357,95
2.3.6.1.2
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
357,95
2.3.6.3
Indien een geïntegreerd welstands/monumentenadvies is gevraagd wordt het in onderdeel 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 genoemde tarief verhoogd met 1,5 keer het in onderdeel 2.3.1.2 gehanteerde tarief.
2.3.7
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
2.3.7.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.7.1.1
Indien de sloopkosten lager zijn dan € 5.000
94,00
2.3.7.1.2
Indien de sloopkosten hoger dan of gelijk zijn aan € 5.000
249,95
2.3.8
Opslag van roerende zaken
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende goederen in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, bedraagt het tarief
2.3.8.1
Indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in art. 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo
33,40
2.3.8.2
Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo
33,40
2.3.9
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
2.3.9.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
94,00
2.3.9.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
94,00
2.3.10
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
94,00
2.3.11
Andere activiteiten
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.11.1
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
94,00
2.3.11.2
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.11.2.1
als het een gemeentelijke verordening betreft
94,00
2.3.11.2.2
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
94,00
2.3.12
Omgevingsvergunning in twee fasen
2.3.12.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft
2.3.12.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
2.3.13
Advies
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het uurtarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
80,30
2.3.14
Verklaring van geen bedenkingen
2.3.14.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.14.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
94,00
2.3.14.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
94,00
Hoofdstuk 4
Vermindering
2.4.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
Hoofdstuk 5
Teruggaaf
2.5.1
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
2.5.1.1
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan
75%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.1.2
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning
60%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges
2.5.2
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.2.1
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
20%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.2.2
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
10%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
2.5.3.1
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
40%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3.2
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4
Minimumrecht
De teruggaaf als bedoeld in artikel 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3 vindt toepassing met dien verstande dat een minimumrecht verschuldigd blijft van
94,00
2.5.5
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 en 2.3.14 wordt geen teruggaaf verleend.
Hoofdstuk 6
Intrekking omgevingsvergunning
niet van toepassing
Hoofdstuk 7
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
94,00
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is.
Hoofdstuk 8
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in
2.8.1
artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
1.125,50
2.8.2
artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
1.125,50
Hoofdstuk 9
Diversen
    
  
  
  
  
  
2.9.1
Niet-ontvankelijk verklaring van een aanvraag omgevingsvergunning
  
  
  
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, f, g en h, van de Wabo, niet-ontvankelijk wordt verklaard, wordt het tarief teruggebracht tot:
94,00
2.9.2
Overschrijving omgevingsvergunning
  
  
  
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
    
    
  
Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening:
68,40
2.9.3
Aanvragen om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
  
  
  
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
33,40
  
  
   
  
Titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn
  
  
  
    
  
  
Hoofdstuk 1
Horeca
  
  
  
  
  
  
3.1.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
  
  
3.1.1.1
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
59,05
3.1.1.2
het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
303,20
3.1.1.3
het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichting- en/of zedelijkheidseisen
66,80
3.1.2
Indien voor het afgeven van de in 3.1.1.2 en 3.1.1.3 bedoelde vergunning een zogenaamde Bibob-intake en screening moet plaatsvinden, wordt het onder 3.1.1.2 en 3.1.1.3 vermelde tarief verhoogd met
584,45
3.1.3
Indien na de in 3.1.2 vermelde Bibob-intake en screening een advies bij het landelijk bureau Bibob wordt aangevraagd, wordt het onder 3.1.1.2 en 3.1.1.3 vermelde tarief verhoogd met
535,90
3.1.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
  
 
3.1.4.1
het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 Algemeen Plaatselijke Verordening Boarnsterhim
141,30
3.1.4.2
het wijzigen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 Algemeen Plaatselijke Verordening Boarnsterhim
78,70
3.1.4.3
Indiens de aanvraag voor een (wijziging) exploitatievergunning horecabedrijf tevens betrekking heeft op een bij het horecabedrijf behorend terras wordt het in 3.1.4 en 3.1.5 genoemde bedrag per m2 terras verhoogd met
4,85
3.1.4.4
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een tijdelijke ontheffing van het sluitingsuur als bedoeld in artikel 2:30 Algemeen Plaatselijke Verordening Boarnsterhim voor ieder uur dat ontheffing wordt verleend
15,55
  
  
 
  
Hoofdstuk 2
Organiseren evenementen en markten
  
  
  
  
  
  
3.2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
  
 
3.2.1.1
het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012 voor het organiseren van een evenement
33,40
3.2.1.2
Indien voor het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012 voor het organiseren van een evenement een of meerdere overleggen moet worden gevoerd met externe partijen, zoals politie, brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van het bepaalde onder 3.2.1 en 3.2.1.1 een tarief verschuldigd van
511,50
3.2.1.3
het afgeven van een vergunning voor het organiseren van een (snuffel)markt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012.
33,40
  
  
  
  
3.2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid , van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim (evenementenvergunning) , indien het betreft:
    
  
3.2.2.1
een grootschalig evenement of een evenement met verhoogd risicoprofiel
62,80
3.2.2.2
een herdenkingsplechtigheid
31,25
3.2.2.3
een braderie
31,25
3.2.2.4
een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg
62,85
3.2.2.5
een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg
62,85
3.2.2.6
een wedstrijd of toertocht op de schaats
62,85
3.2.2.7
een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim
31,25
3.2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke Verordening Boarnsterhim
31,25
  
  
  
  
Hoofdstuk 3
Prostitutiebedrijven
  
    
  
  
  
  
3.3.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor
  
  
3.3.1.1
het afgeven van een exploitatievergunning betreffende het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012.
746,75
3.3.1.2
het verkrijgen van een vergunning tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtings- en zedelijkheidseisen
373,85
3.3.2
Indien voor het afgeven van de in 3.3.1.1 of 3.1.1.2 bedoelde vergunning een zogenaamde Bibob-intake en screening moet plaatsvinden, wordt het onder 3.3.1.1 of 3.1.1.2 vermelde tarief verhoogd met
584,25
3.3.3
Indien na de in 3.3.2 vermelde Bibob-intake en screening een advies bij het landelijk bureau Bibob wordt aangevraagd, wordt het onder 3.3.1.1 of 3.1.1.2 vermelde tarief verhoogd met
535,90
3.3.4
het afgeven van een geschiktheidsverklaring voor een pand waarin een seksinrichting wordt gevestigd als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Heerenveen 2012.
1.194,65
3.3.5
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor
  
  
3.3.5.1
een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.6 :
  
  
3.3.5.1.1
voor een seksinrichting
474,15
3.3.5.1.2
voor een escortbedrijf
474,15
3.3.6
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf. Als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Boarnsterhim :
  
  
3.3.6.1
voor een seksinrichting
251,90
3.3.6.2
voor een escortbedrijf
251,90
  
  
  
  
Hoofdstuk 4
Brandbeveiligingsverordening
  
  
  
  
    
  
3.4.A
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
  
  
3.4.A.1
Het verstrekken van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening:
225,00
3.4.B
Verhoging
  
  
  
Het in onderdeel 3.4.A.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 3.4.C indien en zover deze op de inrichting waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn.
  
  
3.4.C
De verhoging als bedoeld in 3.4.B bedraagt voor:
  
  
3.4.C.1
Inrichtingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligings-verordening, met een bebouwd oppervlakte van
 
  
3.4.C.1.1
– minder dan 100 m2
135,10
3.4.C.1.2
– 100 m2 tot 500 m2: per m2
1,25
3.4.C.1.3
– 500 m2 tot 2.000 m2:
397,80
  
Vermeerderd met € 0,50 per m2
  
  
  
– 2.000 m2 tot 5.000 m2:
1.149,10
  
Vermeerderd met € 0,174 per m2
 
  
  
– 5.000 m2 tot 50.000 m2:
2.010,35
   
Vermeerderd met € 0,023 per m2
  
 
  
– 50.000 m2 of meer
2.596,50
  
Vermeerderd met € 0,012 per m2
  
  
3.4.D
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als vermeld onder 3.6.A.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande vergunning is het tarief genoemd in onderdeel 3.6.C verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding.
 
 
  
  
  
  
Hoofdstuk 5
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
  
  
  
  
  
  
3.5
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
33,40
    
  
  
  
Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2014
  
 
Naar boven