Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015
 
Nr. 495
De raad van de gemeente Oldenzaal;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB-14-01660;
gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d van de Participatiewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • 1.
    beslagvrije voet: beslagvrije voet als bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
  • 2.
    recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a van de Participatiewet;
  • 3.
    bezit: waarde van de bezittingen waarover belanghebbende of diens gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, met uitzondering van het in de woning met bijbehorend erf gebonden vermogen, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet;
  • 4.
    verrekenen: verrekening als bedoeld in artikel 60, van de Participatiewet.
Hoofdstuk 2. Bescherming beslagvrije voet bij verrekening wegens recidive
Artikel 2. Verrekenen met beslagvrije voet bij voldoende bezi
  • 1.
    Indien het bezit van een belanghebbende ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete zonder inachtneming van de beslagvrije voet.
  • 2.
    De verrekening, bedoeld in het eerste lid, geschiedt gedurende een tijdvak van drie maanden.
Artikel 3. Verrekenen bij geen of onvoldoende bezit
  • 1.
    Indien het bezit van een belanghebbende niet ten minste driemaal de toepasselijke bijstandsnorm bedraagt, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete gedurende één maand zonder inachtneming van de beslagvrije voet. De verrekening geschiedt vanaf het moment van de dagtekening waarop de bestuurlijke boete is opgelegd.
  • 2.
    Aansluitend op verrekening als bedoeld in het eerste lid, verrekenen burgemeester en wethouders de recidiveboete in de daarop volgende twee maanden op een dusdanige wijze dat belanghebbende blijft beschikken over een inkomen ter hoogte van 80% van de toepasselijke bijstandsnorm.
  • 3.
    Tot het inkomen, bedoeld in het tweede lid, worden ook middelen gerekend als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen n en r, van de Participatiewet
Artikel 4. Verrekenen met inachtneming beslagvrije voet
In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen burgemeester en wethouders de recidiveboete met inachtneming van de beslagvrije voet verrekenen indien:
  • a.
    aannemelijk is dat verrekening op de wijze, bedoeld in de artikelen 2 of 3, zou leiden tot huisuitzetting van belanghebbende en diens gezin of
  • b.
    anderszins sprake is van dringende redenen.
Artikel 5. Eerder opgelegde bestuurlijke boetes
De artikelen 2, 3 en 4 zijn van overeenkomstige toepassing op de verrekening van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 18a, van de Participatiewet, indien en voor zover deze boete nog niet is betaald op het moment van verrekening van de recidiveboete.
Hoofdstuk 3. Slotbepalingen
Artikel 6. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
Artikel 7. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2015 gemeente Oldenzaal.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2014,
de griffier, de voorzitter,
J.H. Brokers T.J. Schouten
Naar boven