- 10.
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2015.
- 11.
Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel Beschermd Wonen 2015.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 december 2014.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen.
Op grond van de Wmo 2015 zijn formeel alle gemeenten verantwoordelijk voor Beschermd Wonen. Het Rijk en de VNG hebben afgesproken dat deze verantwoordelijkheid vooralsnog wordt belegd bij de centrumgemeenten die nu zorgen voor de maatschappelijke opvang. Met ingang van 1 januari 2015 is de centrumgemeente Ede (materieel) verantwoordelijk voor Beschermd Wonen en heeft in samenwerking met de gemeenten die tot haar regio behoren, de regie op de plaatsing. Tot de regio behoren de gemeenten: Barneveld, Ede, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel en Wageningen (hierna Valleiregiogemeenten).
Voor de ontwikkeling van de onderhavige beleidsregel is expertise betrokken van verschillende partijen. Betrokken zijn: medewerkers van het klantcentrum, intakers, Wmo-consulenten, SCIO-arts, gemeentelijke beleidsambtenaren en de juridische adviseur van Ede. De beleidsregel is daarna voor review aangeboden aan een drietal aanbieders. De voorliggende beleidsregel is opgesteld en overeengekomen met de hiervoor genoemde gemeenten.
De beleidsregel geeft een nadere toelichting op de beoordeling en toekenning van Beschermd Wonen in de Valleiregio. De bevoegdheid van de centrumgemeente Ede hiertoe is via een mandaatbesluit door de hiervoor genoemde Valleiregiogemeenten verleend.
Regel 1 en 2. Aanmelding en onderzoek
De vraag om Beschermd Wonen kan binnen elke gemeenten en bij diverse plekken binnenkomen afhankelijk van de lokale inrichting (sociale teams, Wmo-loketten e.d.). De Valleiregiogemeenten analyseren voor hun burgers welke lokale en regionale voorzieningen voor welk doel/resultaat nodig zijn. Alleen als blijkt dat Beschermd Wonen aan de orde is/kan zijn, worden met toestemming van de cliënt de gegevens overgedragen naar de centrumgemeente Ede. Hierdoor hoeft de screening/intake (die lokaal plaatsvindt) in beginsel niet over gedaan te worden. Wat aan gegevens van de cliënt beschikbaar wordt gesteld, is afhankelijk van de lokale inrichting van de screening/intake. Eventuele onduidelijkheden worden in eerste instantie opgelost door contact op te nemen met de betreffende gemeente en pas in tweede instantie door de cliënt(vertegenwoordiger) te spreken. Voorop staat dat de cliënt zo weinig mogelijk hinder heeft van het feit dat de beoordeling van Beschermd Wonen elders, bij de centrumgemeente Ede, plaatsvindt. Gegevensuitwisseling vindt plaats met inachtneming van de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Regel 3 en 4. Beoordeling
Voor het bieden van Beschermd Wonen kan aanleiding bestaan indien iemand er vanwege psychische of psychosociale problematiek niet in slaagt om zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht of ondersteuning. En niet op eigen kracht, met steun van de omgeving, met een algemene voorziening of maatwerkvoorziening geholpen is.
Vaststelling van de psychiatrische aandoening/beperking (diagnose) door een ter zake kundige kan van belang zijn voor de afbakening Wmo 2015 en Wet langdurige zorg (Wlz). Als de psychische gezondheidstoestand zodanig is dat levenslang Beschermd Wonen nodig is en zonder uitzicht op verbetering, ligt het in de rede dat de Wlz van toepassing is. Een diagnose ter zake kan dan een belangrijk criterium zijn.
Met behulp van bijvoorbeeld de Zelfredzaamheids-matrix (ZRM) kan een beoordeling van de situatie van de cliënt op de verschillende levensdomeinen worden gemaakt. Iemand die voor Beschermd Wonen in aanmerking komt, heeft veelal op verschillende levensdomeinen in meer of mindere mate ondersteuning nodig. In ieder geval is er sprake van problematiek in de geestelijke gezondheid. De volgende scores per levensdomein zijn in het geval van Beschermd Wonen van toepassing.
Domein Zelfredzaamheid-Matrix
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteiten Dagelijks Leven
|
|
|
|
|
|
Maatschappelijke participatie
|
|
|
|
|
|
Score 2: niet zelfredzaam, score 3: beperkt zelfredzaam, score 4: voldoende zelfredzaam en score 5: volledig zelfredzaam. In de praktijk kan er op de levensdomeinen verschillend ‘gescoord’ worden.
Duidelijk is dat score 1 (acute problematiek, zie ZRM) niet voorkomt in bovenstaande tabel.
Geestelijke gezondheid. Score 1 bij geestelijke gezondheid is een acute fase en dan is intramurale behandeling in een instelling nodig. Score 1 in de andere levensdomeinen is ook een contra-indicatie voor Beschermd Wonen. Score 1 impliceert acute problematiek en dit heeft prioriteit. De crisis moet eerst voorbij zijn. Er moet enige stabiliteit zijn op alle levensdomeinen wil Beschermd Wonen passend zijn.
N.B. Wanneer er in het totaalbeeld toch op een levensdomein een score 1 voorkomt, maakt de centrumgemeente Ede in afstemming met de regiogemeente en samen met de aanbieder de afweging.
Van belang is ook de afbakening met de maatschappelijke opvang (MO). Hier is sprake van dakloosheid (iemand die zijn thuissituatie heeft verlaten of door uitzetting in verband met huiselijk geweld). Zo is de combinatie Geestelijke gezondheid (1,2), Huisvesting (1), Verslaving (1 t/m 5), Financiën (1) en Justitie (1 t/m 4) dus NIET te gebruiken als toelating voor Beschermd Wonen. Deze combinatie verwijst naar MO/OGGZ-problematiek.
Regel 4.1. Bij Beschermd Wonen is sprake van landelijke toegankelijkheid. Dit betekent dat burgers zich in principe tot iedere gemeente kunnen wenden voor Beschermd Wonen. Het betekent niet dat in iedere gemeente een vorm van Beschermd Wonen geboden moet worden. Verder is een cliënt die vanuit Beschermd Wonen zelfstandig gaat wonen, vrij zijn woonplaats te kiezen.
Beschermd Wonen wordt bij voorkeur verstrekt door de gemeente waar de voorwaarden voor herstel, zelfredzaamheid en participatie voor de cliënt het gunstigst zijn (regiobinding). In dit licht zijn de toelatingscriteria Valleiregio bedoeld. Is er regiobinding in de Valleiregio dan kan de cliënt Beschermd Wonen in de Valleiregio. Wanneer er in de betreffende regiogemeente geen beschermende woonvormen zijn, wordt in overleg met de cliënt Beschermd Wonen aangeboden in een andere gemeente van de Valleiregio. Wanneer de hiervoor bedoelde regiobinding buiten de Valleiregio blijkt te zijn, vindt overdracht plaats naar de betreffende centrumgemeente (regel 7).
Aantoonbare bekendheid bij instellingen/ziekenhuizen is geen zwaarwegend feit. Gespecialiseerde instellingen/ziekenhuizen waar de doelgroep gebruik van maakt, zijn vaak alleen in bepaalde plaatsen in Nederland gevestigd.
De centrumgemeente Ede zorgt voor de beschikking en levering van Beschermd Wonen (in natura of persoonsgebonden budget, PGB). De geldigheidsduur van de toekenning Beschermd Wonen is maximaal twee jaar.
De decentralisatie van Beschermd Wonen (GGZ-cliëntgroep) heeft onder andere tot doel mensen niet langer dan nodig institutioneel en beschermd te laten wonen. Door het stimuleren van de eigen kracht en het uitgaan van de mogelijkheden van de cliënt kan de huidige gemiddelde verblijfsduur mogelijk worden bekort. Het stellen van een geldigheidsduur van de toekenning op Beschermd Wonen voor maximaal twee jaar ligt in de rede. Dit is om sturing te geven aan het structureel begeleiden van mensen in Beschermd Wonen en daar waar het kan mensen daadwerkelijk de kans te geven door te stromen. Daarnaast is een geldigheidsduur die te overzien is van belang in verband met de Wlz die op termijn toegankelijk wordt voor de ZZP GGZ C-groep. Landelijke objectieve inhoudelijke criteria voor de Wlz komen beschikbaar in 2015.
Bij het motiveren van een besluit om iemand al dan niet toe te laten tot Beschermd Wonen in de Valleiregio kan worden volstaan met een verwijzing naar de toegepaste voorliggende beleidsregel. In de beschikking dient duidelijk te worden aangegeven dat het besluit iemand Beschermd Wonen toe te kennen niet het recht geeft op een plaats in een bepaalde instelling voor Beschermd Wonen, omdat dit afhankelijk is van het beschikbaar zijn van een plaats.
De (tussentijdse) evaluatie van de onderhavige beleidsregel is op basis van de ervaringen die de centrumgemeente Ede en de regiogemeenten in de praktijk hebben opgedaan. Daarnaast kan evaluatie nodig zijn als de toegang tot de Wlz voor de doelgroep duidelijk wordt (verwachting in 2015).