Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015;
 
De raad van de gemeente Montfoort;
 
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
 
BESLUIT:
 
vast te stellen de volgende verordening:
 
Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 201 5
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    markt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;
  • b.
    marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;
  • c.
    standplaats: de op en voor de duur van een markt door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;
  • d.
    vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;
  • e.
    dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;
  • f.
    standwerkersplaats: een dagplaats, bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;
  • g.
    vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door het college van burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “marktgeld” wordt een recht geheven voor het innemen van standplaatsen, als bedoeld in artikel 1.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is degene aan wie een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het marktgeld wordt geheven naar het aantal strekkende meters dat voor een standplaats wordt ingenomen.
Artikel 5 Tarieven
Het marktgeld bedraagt voor elke dag of gedeelte daarvan per strekkende meter:
  • a.
    € 2,74 voor vaste plaatsen;
  • b.
    € 3,30 voor dagplaatsen;
  • c.
    € 4,11 voor standwerkersplaatsen.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot het marktgeld voor vaste plaatsen is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1.
    Het marktgeld voor vaste plaatsen wordt geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    De marktgelden voor dagplaatsen en standwerkersplaatsen worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    Het marktgeld voor vaste plaatsen is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht met betrekking tot de vaste plaatsen in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het in artikel 7, lid 1 vermelde marktgeld worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
  • 2.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het in artikel 7, lid 2, vermelde marktgeld worden betaald ingeval de kennisgeving:
    • a.
      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b.
      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
  • 3.
    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de marktgelden.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De ‘Verordening marktgelden 2014’ van 16 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2015’.
Montfoort 15 december 2014

mevrouw drs. E.C.M. van der Klauw,

De griffier

de heer E.L. Jansen BA,

De voorzitter

Naar boven