Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015
De raad van de gemeente Montfoort;
 
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
 
BESLUIT:
 
vast te stellen de volgende verordening:
 
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 201 5
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Julianalaan, de Rooms Katholieke begraafplaats gelegen aan de Lodewijkstraat en de begraafplaats De Stuivenberg gelegen aan Bovenkerkweg;
  • b.
    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon contractueel het uitsluitend recht is verleend tot:
    • -
      het doen begraven en begraven houden van maximaal twee lijken;
    • -
      het doen bijzetten en bijgezet houden van een asbus met of zonder urn;
  • c.
    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van maximaal twee lijken;
  • d.
    eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;
  • e.
    algemeen urnennis: een nis bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van maximaal twee asbussen met of zonder urnen;
  • f.
    eigen urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurljik of rechtspersoon het uisltuiend rechti s verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen; urnengraven bestaan in de categorie “groot” en “klein”;
  • g.
    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
  • h.
    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
  • i.
    grafbedekking: staand gedenkteken en liggend gedenkteken of afdekplaat.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1.
    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 5 Belastingjaar
  • 1.
    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
  • 2.
    Met betrekking tot de rechten genoemd in de hoofdstukken 1, 2 en 6 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt geheven.
Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1.
    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    De overige rechten van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
  • 1.
    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 4.
    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 8 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid 1 vermelde rechten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
  • 2.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, lid twee, vermelde rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
  • 3.
    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2014’ van 16 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2015’.
Montfoort 15 december 2014

mevrouw drs. E.C.M. van der Klauw,

De griffier

de heer E.L. Jansen BA,

De voorzitter

Bijlage
TARIEVENTABEL 201 5 , behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2015"
Indeling tarieventabel
Hoofdstuk 1
Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)
Hoofdstuk 2
Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven (inclusief onderhoud begraafplaats)
Hoofdstuk 3
Begraven
Hoofdstuk 4
Bijzetten van asbussen en urnen
Hoofdstuk 5
Grafbedekking
Hoofdstuk 6
Onderhoud van reeds uitgegeven graven
Hoofdstuk 7
Opgraven
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten eigen graven, eigen urnennissen en eigen urnengraven (inclusief onderhoud begraafplaats)
1.1
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen graf
voor een periode van 20 jaren wordt geheven
€ 2.418,--
1.2
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een eigen urnen-
nis voor een periode van 20 jaren wordt geheven
€ 621,--
1.3.1
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “klein” eigen urnen-graf voor een periode van 20 jaren wordt geheven
€ 621,--
1.3.2
 
 
1.4
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een “groot” eigen urnen-graf voor een periode van 20 jaren wordt geheven
 
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een kindergraf voor een periode van 20 jaar wordt geheven
€ 1.208,--
 
 
€ 1.208,--
1.5
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in
1.1 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft
van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
 
€ 1.208,--
1.6
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in
1.2 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft
van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
€ 311,--
1.7
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in
1.3.1 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft
van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
 
€ 311,--
1.8
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in
1.3.2 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft
van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
 
€ 604,--
1.9
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in
1.4 met 10 jaren wordt een recht geheven gelijk aan de helft
van het bedrag dat wordt geheven voor het verlenen van het uitsluitend recht
 
 
€ 604,--
Hoofdstuk 2 Geven van gelegenheid tot het begraven in algemene graven (inclusief onderhoud begraafplaats)
2.1
Voor het geven van gelegenheid tot het doen begraven in een
algemeen graf voor een periode van 20 jaren wordt geheven
€ 1.208,--
Hoofdstuk 3 Begraven
3.1
Voor het begraven van een lijk van een persoon van 6 jaar of
ouder wordt geheven
€ 574,--
3.2
Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 6 jaar
wordt geheven
€ 143,--
Hoofdstuk 4 Bijzetten van asbussen en urnen
4.1
Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:
 
4.1.1
in een eigen urnennis
€ 142,--
4.1.2
in een eigen urnengraf
€ 142,--
4.1.3
in een eigen graf
€ 142,--
Hoofdstuk 5 Grafbedekking
5.1
Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen
of vernieuwen van een grafbedekking wordt geheven
€ 86,--
Hoofdstuk 6 Onderhoud van reeds uitgegeven graven
6.1
Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een
voor de inwerkingtreding van de "Verordening lijkbezorgings- rechten Montfoort 1996" uitgegeven eigen graf wordt per
jaar geheven
€ 71,--
6.2
Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van een
voor de inwerkingtreding van de "Verordening lijkbezorgings-
rechten Montfoort 1996" uitgegeven algemeen graf wordt per
jaar geheven
€ 37,--
Hoofdstuk 7 Opgraven
7.1
Voor het ruimen van een lijk wordt geheven
€ 574,--
7.2
Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde
graf wordt geheven
€ 574,--
7.3
Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven
€ 1.147,--
7.4
Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf op een andere begraafplaats wordt geheven
€ 1.147,--
Naar boven