|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, indien de bouwkosten bedragen:
|
|
|
|
|
|
€ 2.500,00 tot € 5.000,00
|
|
|
€ 5.000,00 tot € 10.000,00
|
|
|
€ 10.000,00 tot € 20.000,00
vermeerderd met 2% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000,00 te boven gaan;
|
|
|
€ 20.000,00 tot € 100.000,00
vermeerderd met 3% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 20.000,00 te boven gaan;
|
|
|
€ 100.000,00 tot € 500.000,00
vermeerderd met 2,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 100.000,00 te boven gaan;
|
|
|
€ 500.000,00 tot € 2.500.000,00
vermeerderd met 0,5% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 500.000,00 te boven gaan;
|
|
|
vermeerderd met 0,25% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.500.000,00 te boven gaan, met een maximum van € 29.412,00.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot beoordeling van een bouwplan door Welstand en Monumenten Midden Nederland, indien de bouwkosten:
|
|
|
€ 10.000,00 of minder bedragen
|
|
|
meer bedragen dan € 10.000,00, doch minder dan € 225.000,01
|
|
|
1,92‰ van de bouwkosten vermeerderd met
|
|
|
meer bedragen dan € 225.000,00, doch minder dan € 450.000,01
vermeerderd met 1,5‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 225.000,00 te boven gaan
|
|
|
meer bedragen dan € 450.000,00, doch minder dan
|
|
|
|
|
|
vermeerderd met 0,33‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 450.000,00 te boven gaan
|
|
|
meer bedragen dan € 2.250.000,00
vermeerderd met 0,11‰ van het bedrag waarmee die bouwkosten € 2.250.000,00 te boven gaan.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en
|
|
|
daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
|
|
indien het een bestaand bedrijf betreft
|
|
|
indien het een startend bedrijf betreft
wanneer de agrarische beoordelingscommissie wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken
nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
|
|
|
ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit
|
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde
|
|
|
aanvraag al in behandeling is genomen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
indien de kosten welke zijn verbonden aan de uitvoering van de werken/werkzaamheden
|
|
minder zijn dan € 2.500,00
|
|
€ 2.500,00 of meer, maar minder zijn dan € 5.000,00
|
|
€ 5.000,00 of meer, maar minder zijn dan € 50.000,00
|
|
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 1.940,00 en een maximum van € 5.198,00;
|
|
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 400,00 en een maximum van € 862,00;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
|
|
|
toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00;
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
(afwijking van provinciale regelgeving)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00;
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
(afwijking van nationale regelgeving)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
|
|
|
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
|
|
van de bouwkosten, echter met een minimum van € 173,00 en een maximum van € 519,00.
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo
|
|
|
wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
|
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt
|
|
|
toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
(afwijking van provinciale regelgeving)
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast
|
|
|
(afwijking van nationale regelgeving)
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt
|
|
|
toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
|
|
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de betreffende gebruiksoppervlakte bedraagt:
|
|
|
tot en met maximaal 100 m²
|
|
|
meer dan 100 m² tot en met 500 m²
|
|
|
vermeerderd met € 0,89 per m2
|
|
|
meer dan 500 m² tot en met 2.000 m²
|
|
|
vermeerderd met € 0,50 per m2
|
|
|
meer dan 2.000 m² tot en met 5.000 m²
|
|
|
vermeerderd met € 0,15 per m2
|
|
|
meer dan 5.000 m² tot en met 50.000 m²
|
|
|
vermeerderd met € 0,02 per m2
|
|
|
|
|
|
vermeerderd met € 0,01 per m2
|
|
|
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Montfoort 2011 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
|
|
|
wijzigen van een monument
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d,
|
|
|
van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de
|
|
|
Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 3 van de Bomenverordening, gemeente Montfoort 2009 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2,
|
|
|
eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de
|
|
|
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van
|
|
|
de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de
|
|
|
Wabo, bedraagt het tarief
|
|
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
|
|
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
|
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
|
|
|
|
|
Beoordeling akoestisch onderzoek
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het beoordelen van een akoestisch onderzoek ten behoeve van een hogere waarde,
|
|
|
gelet op de Wet geluidhinder
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
moet afgeven en deze niet is opgenomen in de categorie van gevallen waarvoor geen verklaring van bedenkingen vereist is (raadsbesluit 28 juni 2010).
|
|
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Beoordeling archeologisch rapport, programma van eisen en plan van aanpak
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch rapport, programma van eisen en plan van aanpak
|
|