Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015
De raad van de gemeente Montfoort;
 
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
 
BESLUIT:
 
vast te stellen de volgende verordening:
 
Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 201 5
 
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
  • 1.
    Belastingplichtig is de houder van een hond.
  • 2.
    2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
  • 3.
    3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
  • 1.
    a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;
  • 2.
    b. die door de ‘Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland’ als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;
  • 3.
    c. die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);
  • 4.
    d. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming;
  • 5.
    e. die jonger zijn dan drie maanden, voorzover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
  • 6.
    f. waarvan de houder een geldend diploma kan tonen dat is afgegeven door de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging.
 
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
 
Artikel 5 Belastingtarief
  • 1.
    De belasting bedraagt per jaar € 59,00 voor de eerste hond en ingeval door een houder meer dan één hond wordt gehouden, voor de tweede en volgende hond € 90,00 per hond per jaar.
  • 2.
    2. In afwijking van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, € 177,00 per kennel.
  • 3.
    3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
 
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
 
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
 
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
 
Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later.
  • 2.
    2. In afwijking van het eerste lid geldt dat betaling via automatische incasso in acht termijnen mogelijk is, mits wordt voldaan aan de daaraan verbonden en in het Incassoreglement van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) opgenomen voorwaarden.
  • 3.
    3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
 
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De ‘Verordening hondenbelasting 2014’ van 16 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening hondenbelasting 2015’.
     
Montfoort 15 december 2014

mevrouw drs. E.C.M. van der Klauw

De griffier

de heer E.J. Jansen BA

De voorzitter

Naar boven