Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen en heffingen 2015
 
Artikel 1. Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
  • -
    De toeristenbelasting 2015;
  • -
    De precariobelasting 2015;
  • -
    De forensenbelasting 2015;
  • -
    De lijkbezorgingsrechten 2015, met uitzondering van de rechten als bedoeld in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en van hoofdstuk 4, de onderdelen 4.12 t/m 4.2.1. van de tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2015;
  • -
    De leges 2015, met uitzondering van de leges voor een Nederlandse identiteitskaart, voor de aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats en voor de aanvraag voor en de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats;
  • -
    De marktgelden 2015;
  • -
    De haven- en kadegelden 2015;
     
Artikel 2. Percentage kosten van bestaan
Bij de invordering van de volgende belastingen en heffingen wordt in afwijking van artikel 16, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op 100 percent;
  • -
    De OZB 2015;
  • -
    De RZB 2015;
  • -
    De rioolheffing 2015;
  • -
    De hondenbelasting 2015;
  • -
    De rechten als bedoeld in hoofdstuk 2, hoofdstuk 3 en van hoofdstuk 4, de onderdelen 4.1.2. t/m 4.2.1. van de tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2015;
  • -
    De leges voor een Nederlandse identiteitskaart;
  • -
    De leges voor een aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart;
  • -
    De leges voor een aanvraag van een gehandicaptenparkeerplaats.
     
Artikel 3. Definitie begrip vermogen
In afwijking van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt onder vermogen verstaan het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de Wet werk en bijstand (WWB). In de gevallen dat het berekende vrij te laten vermogen na toepassing van artikel 34 WWB lager uitvalt dan bij toepassing van de vermogensberekening onder artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, geldt het vrij te laten vermogen, zoals dat berekend is na toepassing van artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
 
Artikel 4. Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent.
Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2 genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.
 
Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De ‘Verordening kwijtschelding 2014’ van 12 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van deze verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening kwijtschelding 2015’
  • 3.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerst dag na die van de bekendmaking.
  • 4.
    De datum van ingang van deze verordening is 1 januari 2015
     
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Binnenmaas van 11 december 2014.
 
De Griffier De voorzitter
 
drs. M.J.W. Tobeas mr. drs. A.J. Borgdorff
Naar boven