Handhavingsverordening Participatiewet Gemeente Zwartewaterland 2015
De raad van de gemeente Zwartewaterland;
 
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014
 
gelet op artikel 8b van de Participatiewet;
 
overwegende, dat het in het kader van het financieel beheer noodzakelijk is de wijze waarop handhaving plaatsvindt met betrekking tot de uitvoering van de Participatiewet bij verordening te regelen;
 
besluit vast te stellen:
 
Handhavingsverordening Participatiewet Gemeente Zwartewaterland 2015
 
Artikel 1. Begrippen
  • 1.
    Voor de betekenis van de in deze verordening genoemde begrippen wordt verwezen naar de begripsomschrijvingen van de Participatiewet dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met uitzondering van de in lid 2 van dit artikel genoemde begrippen.
  • 2.
    In deze verordening wordt verstaan onder:
    • 1.
      bijstand : algemene en bijzondere bijstand;
    • 2.
      het college : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland.
 
Artikel 2. Handhavingsplan
  • 1.
    Het college draagt, in het kader van de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
  • 2.
    In het handhavingsplan komt op zijn minst tot uitdrukking:
    • 1.
      aanpak fraudepreventie;
    • 2.
      aanpak frauderepressie.
Artikel 3. Afstemming en terugvordering
  • 1.
    Bij ten onrechte ontvangen bijstand of individuele inkomenstoeslag ten gevolge van het schenden van de inlichtingenplicht, alsmede bij misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet, legt het college een bestuurlijke boete op grond van de Participatiewet dan wel verlaagt het college de bijstand of de individuele inkomenstoeslag conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelenverordening.
  • 2.
    Terugvordering van ten onrechte ontvangen bijstand of individuele inkomenstoeslag vindt plaats met inachtneming van paragraaf 6.4 van de Participatiewet.
  • 3.
    Het college stelt nadere regels met betrekking tot terugvordering.
 
Artikel 4. Verhaal
  • 1.
    Kosten van bijstand worden verhaald met inachtneming van paragraaf 6.5 van de Participatiewet.
  • 2.
    Het college stelt nadere regels met betrekking tot verhaal van kosten van bijstand.
 
Artikel 5. Invordering en kwijtschelding
Het college stelt nadere regels met betrekking tot de invordering en kwijtschelding.
 
Artikel 6. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
  • 1.
    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
  • 2.
    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
 
Artikel 7. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
2. Deze verordening wordt aangehaald als: "Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Zwartewaterland 2015".
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
De griffier, De voorzitter,
 
 
A.J. Renkema ing. E.J. Bilder
 
 
TOELICHTING
Op grond van de Participatiewet dient de gemeenteraad een aantal verordeningen vast te stellen. Op grond van artikel 8b van de Participatiewet moeten bij verordening regels worden vastgesteld in het kader van het financiële beheer voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Reden waarom de Handhavingsverordening Participatiewet 2014 vastgesteld moet worden. Deze verordening is een kaderverordening. Eenmaal per drie jaar stelt het college een handhavingsplan vast waarin minimaal wordt aangegeven de wijze van preventieve en repressieve handhaving. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep doen op de Participatiewet toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde "poortwachtersfunctie", dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de bijstand en de controle op het recht op bijstand bij het "zittende bestand". Repressief beleid, gericht op misbruikbestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van fraudeschulden. Sancties wegens schending van de inlichtingenplicht zijn wettelijk geregeld in de Participatiewet (bestuurlijke boete) en sancties wegens onder andere het niet nakomen van de arbeidsverplichting en een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, waardoor eerder of langer een beroep op bijstand wordt gedaan, worden in een maatregelenverordening geregeld. Ook het terugvorderen van fraude is wettelijk geregeld. Voor de terugvordering om andere redenen dan schending van de inlichtingenplicht, de wijze van invordering en kwijtschelding van vorderingen, stelt het college nadere beleidsregels vast. Ook voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de bevoegdheid tot verhaal stelt het college nadere beleidsregels vast.
 
Naar boven