Gemeente Rhenen – Verordening kadegelden 2015
 
 
De raad van de gemeente Rhenen,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van kade gelden 20 1 5
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
  • 1.
    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder
    • a.
      kade: de gehele rechteroever van de rivier de Rijn, voor zover deze zich langs de gemeente-eigendommen uitstrekt;
    • b.
      vaartuig: elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen.
    • c.
      schipper: ieder, die aan boord van enig vaartuig voortdurend of tijdelijk het bevel voert of de eigenaar of beheerder van enig vaartuig;
    • d.
      kademeester: de met de invordering belaste ambtenaar;
    • e.
      een dag: tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aanvangende te 00.00 uur;
    • f.
      een week, een maand, een kwartaal en een jaar: respectievelijk een kalenderweek, een kalendermaand, een kalenderkwartaal en een kalenderjaar;
    • g.
      lengte: de afstand, gemeten tussen voorsteven en achtersteven, met inbegrip van uitstekende delen, van het vaartuig.
  • 2.
    Bij de berekening van de verschuldigde rechten worden onderdelen van tijdvakken en eenheden, waarover de tarieven worden berekend, voor één geheel gerekend.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘kadegelden’ worden rechten geheven terzake van het gebruik van de gemeentelijke kaden.
Artikel 3 Waterverplaatsing
  • 1.
    Voor de toepassing van deze verordening wordt de waterverplaatsing berekend volgens de geldige meetbrief.
  • 2.
    Bij gebreke van een geldige meetbrief of bij weigering deze te tonen, wordt de waterverplaatsing door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar vastgesteld en wordt het recht naar de uitkomst daarvan geheven.
  • 3.
    De meting gebeurt overeenkomstig de voorschriften welke van rijkswege voor het meten van vaartuigen gelden.
Artikel 4 Belastingplicht
  • 1.
    Belastingplichtig is de schipper die met enig vaartuig aanmeert aan de kade of steiger, of daarvan gebruik maakt.
  • 2.
    Onder gebruik maken wordt mede verstaan het aanmeren met een vaartuig aan een ander drijvend voorwerp dat is aangemeerd aan de kade.
Artikel 5 Belastingtarief
De kadegelden bedragen € 10,00 vermeerderd met € 0,15 per kubieke meter waterverplaatsing boven 100 kubieke meter.
Artikel 6 Wijze van heffing
De kadegelden worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 7 Termijnen van betaling
De kadegelden moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
  • a.
    mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
  • b.
    schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van kadegelden wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vrijstellingen
De kadegelden worden niet geheven wegens het gebruik maken van kade of de steiger ten behoeve van:
  • a.
    vaartuigen, toebehorende aan rijks- of provinciale diensten;
  • b.
    vaartuigen, in gebruik bij het gemeentebestuur;
  • c.
    roeiboten, kano's en dergelijke kleine vaartuigen;
  • d.
    vaartuigen, die ligplaats nemen en weer vertrekken tussen 18.00 uur en de daarop volgende dag 09.00 uur;
  • e.
    vaartuigen, die ligplaats nemen tussen vrijdag 18.00 uur en de maandag daaropvolgend 09.00 uur;
  • f.
    woonschepen, mits deze gelegen zijn op de daarvoor bij verordening aangewezen plaats;
  • g.
    vaartuigen, die ten gevolge van ijsgang, andere weersgesteldheid of averij gedwongen zijn langer dan veertien dagen aan de kade of steiger te blijven liggen;
  • h.
    hospitaalschepen.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van kadegelden.
Artikel 11Overgangsrecht
De ‘Verordening kadegelden 2014’ van 17 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening kadegelden 2015’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2014
de raadsgriffier,
de voorzitter,
C.A.M. Apell
drs. J.A. van der Pas
Naar boven