Hoofdstuk 3 Omgevings-vergunning
|
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 10.000
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 10.000 en niet meer dan € 20.000 bedragen
|
|
|
|
1,72% van de bouwkosten, met een minimumtarief van
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 20.000 en niet meer dan € 50.000 bedragen
|
|
|
|
vermeerderd met 1,84% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 20.000 te boven gaan
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 50.000 en niet meer dan € 250.000 bedragen
|
|
|
|
vermeerderd met 2,21% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 50.000 te boven gaan
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 250.000 en niet meer dan € 1.000.000 bedragen
|
|
|
|
vermeerderd met 2,12% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 250.000 te boven gaan
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000 en niet meer dan € 2.500.000 bedragen
|
|
|
|
vermeerderd met 1,96% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 1.000.000 te boven gaan
|
|
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 2.500.000 bedragen
|
|
|
|
vermeerderd met 1,85% van het bedrag waarmee de bouwkosten € 2.500.000 te boven gaan
|
|
|
|
|
|
|
|
Mocht de bouwactiviteit bestaan uit verschillende, los van elkaar te beoordelen objecten
|
|
|
|
dan geldt het maximum afzonderlijk voor elk te beoordelen object.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien omtrent de welstand van een vergunning plichtig bouwwerk als bedoeld in 2.3.1.1 advies wordt ingewonnen, dan wordt het overeenkomstig bedoelde legesbedrag verhoogd met de kosten van dit advies. De advieskosten worden naar boven afgerond op een veelvoud van € 5 en ongeacht het aantal wijzigingen op het oorspronkelijke plan van dezelfde ontwerper slechts eenmaal in rekening gebracht, waarbij de hoogste bouwkosten maatgevend zijn. Over de advieskosten van welstand wordt BTW geheven. De kosten voor het advies zijn, indien de bouwkosten bedragen:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
van € 25.000 tot € 120.000
|
|
|
|
1,8 promille van de bouwkosten;
|
|
|
|
van € 120.000 tot € 230.000
|
|
|
|
1,8 promille van de bouwkosten;
|
|
|
|
van € 230.000 tot € 455.000
|
|
|
|
1,8 promille van de bouwkosten;
|
|
|
|
|
|
|
|
De kosten voor handhaving bedragen
|
|
|
|
Monumentenadvisering wordt tegen uurtarief in rekening gebracht. Tarief bedraagt per uur:
|
|
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:
|
|
|
|
voor een standaardadvies voor bestaande bedrijven
|
|
|
|
voor een advies inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan
|
|
|
|
voor een advies waarin ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken worden betrokken
|
|
|
|
voor een nader advies op een eerder uitgebracht advies
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: 1% van de aanlegkosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en geen anterieure exploitatieovereenkomst is opgesteld en getekend:
|
|
|
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
|
Voor de artikelen vallend onder 2.3.4 geldt dat de benodigde onderzoeken en ruimtelijke onderbouwing door aanvrager zelf dienen te worden aangeleverd en bekostigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens de gemeentelijk Monumentenverordening aangewezen monument, waardoor op grond van artikel 9, tweede lid een vergunning is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument indien:
|
|
|
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of minder zijn
|
|
|
|
de kosten van de uit te voeren werkzaamheden van de activiteit € 10.000 of meer zijn 20% van het bedrag zoals wordt berekend volgens art 2.3.1 waarbij indien geen aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen benodigd is in plaats van bouwkosten moet worden gelezen uitvoeringskosten met een minimum van
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van artikel 20 van die Monumentenverordening een vergunning is vereist, bedraagt het tarief: 20% van het bedrag zoals wordt berekend bij art. 2.3.1 waarbij indien geen aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen benodigd is in plaats van bouwkosten moet worden gelezen uitvoeringskosten met een minimum van:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of verkrijgen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|