Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Aanvraag: De aanvraag van of namens een inwoner voor een maatwerkvoorziening of een pgb.
- b.
Algemeen gebruikelijke voorziening
Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten en waarover een vergelijkbare persoon als belanghebbende zonder beperkingen zou (kunnen) beschikken.
Algemene voorziening:aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op maatschappelijke ondersteuning.
Bijdrage: bijdrage in de kosten als bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid, van de wet.
Cliënt:persoon die gebruik maakt van een algemene voorziening of aan wie een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget is verstrekt.
Cliëntondersteuning:onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.
College: Burgermeester en wethouders.
Deskundige: Professional werkzaam bij of voor Midden-Delfland binnen het sociale domein.
Gesprek: gesprek in het kader van het onderzoek als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet.
Gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot/geregistreerd partner, inwonende ouders en kinderen of andere huisgenoten.
Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar een persoon zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien een persoon met een briefadres is ingeschreven.
Huiselijke kring: een familielid, een huisgenoot of een mantelzorger.
Hulpvraag: behoefte aan maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet.
- n.
Maatschappelijke ondersteunin
g
Maatschappelijke ondersteuning:
- i.
bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld,
- ii.
ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving,
- iii.
bieden van beschermd wonen en opvang.
- o.
Maatschappelijk team: team van deskundigen die de toegang tot maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp uitvoert.
Maatwerkvoorziening:op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen:
- i.
ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen,
- ii.
ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen,
- iii.
ten behoeve van beschermd wonen en opvang.
- q.
Mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Melding: vaststelling behoefte in de sfeer van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet.
Persoonlijk plan: In een persoonlijk plan doet de inwoner een voorstel over welke maatschappelijke ondersteuning naar eigen mening van de inwoner het beste past bij de ondersteuningsbehoefte.
Persoonsgebonden budget: bedrag waaruit namens de cliënt betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken.
Signalering: eerste contact gerelateerd aan een probleembeschrijving in de sfeer van maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 2.3.2 van de wet.
Voorliggende voorziening: 1. algemene voorziening of 2. andere voorliggende voorziening (dan in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning) waarmee aan de hulpvraag wordt tegemoetgekomen.
Wet: De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.