Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015
 
RAADSBESLUIT
Onderwerp
Datum vergadering/ agendanummer
Kenmerk
Verordening hondenbelasting 2015
 
96928
Commissie
 
Openbaar:
Openbaar
BBVnummer: 99299
 
De raad van de gemeenteAlbrandswaard;
 
Gelezen het voorstel van het college van de gemeente Albrandswaard met kenmerk 108834 d.d. 21 oktober 2014;
 
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2015
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘hondenbelasting’ wordt een directe belasting geheven terzake van het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
  • 1.
    Belastingplichtig is de houder van een hond.
  • 2.
    Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
  • 3.
    Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
  • a.
    die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;
  • b.
    die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;
  • c.
    die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
  • d.
    waarvan de houder een geldend diploma kan tonen dat is afgegeven door de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5 Belastingtarief
  • 1.
    De belasting bedraagt per belastingjaar:
    a voor een eerste hond € 119,--;
    • b.
      voor iedere hond boven het aantal van één € 175,--;
  • 2.
    In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting
voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad
van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel € 449,--.
3.Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de
verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt
dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
  • 4.
    Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.
  • 5.
    Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en het vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.
Artikel 9 Termijnen van betalen
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeerartikel
  • 1.
    De ‘Verordening hondenbelasting 2014’ van 16 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening hondenbelasting 2015'.
 
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente
Albrandswaard in zijn openbare vergadering van
15 december 2015.
 
De griffier, De voorzitter,
Mr. Renske van der Tempel drs. Hans-Christoph Wagner
Naar boven