|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
van de bouwkosten met een minimumtarief van:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien welstandsadviezen van de welstandscommissie Hûs en Hiem worden ingewonnen, volgens de regeling van de tarieven van Hûs en Hiem:
|
|
|
met een bouwsom van € 0 tot en met € 5.000,00:
|
|
|
met een bouwsom van € 5.001,00 tot en met € 25.000,00:
|
|
|
+2,25‰ van de bouwsom boven € 5.000,00.
|
|
|
met een bouwsom van € 25.001,00 tot en met € 100.000,00:
|
|
|
+2,1‰ van de bouwsom boven € 25.000,00
|
|
|
met een bouwsom van € 100.001,00 tot en met € 250.000,00:
|
|
|
+2,00‰ van de bouwsom boven € 100.000,00
|
|
|
met een bouwsom van € 250.001,00 tot en met € 750.000,00:
|
|
|
+1,11‰ van de bouwsom boven € 250.000,00
|
|
|
met een bouwsom vanaf € 750.000,00:
|
|
|
+0,78‰ van de bouwsom boven € 750.000,00 met een maximum van
|
|
|
Voor adviezen van vooroverlegplannen door Hûs en Hiem betreffende een vooroverleg over de opzet van een plan, bedraagt het tarief:
|
|
|
In het geval het een ondergeschikte wijziging betreft van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht door Hûs en Hiem, bedraagt het tarief:
|
|
|
Wanneer het gaat om een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem is uitgebracht, dan worden de leges over de meerkosten/ minderkosten in rekening gebracht.
|
|
|
Wanneer het gaat om een wezenlijk ander ontwerp/ andere vormgever van een plan waarvoor eerder een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem is uitgebracht, dan worden de legeskosten over de bouwsom in rekening gebracht.
|
|
|
Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies door Hûs en Hiem voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd.
|
|
|
Voor het uitoefenen van aanvullende adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein
|
|
|
van de monumentenwet, de monumentenverordening en de Brim (2006) e.d. en van de ontwikkeling van gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op verzoek van de gemeente adviezen verstrekken, waardoor een uurtarief wordt berekend van:
|
|
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
|
|
|
|
|
Beoordeling brandveiligheid door externen
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de brandveiligheid wordt beoordeeld door externen:
|
|
|
van de bouwkosten met een minimumtarief van:
|
|
|
en een maximumtarief van:
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt dit tarief verhoogd met 15% van de verschuldigde leges, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
van de aanlegkosten, met een minimum van:
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|