Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2015
De raad van de gemeente Bladel;
gelezen het voorstel R2014.121 van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
overwegende dat in 2012 een manifest voor een afvalloze samenleving is getekend door de portefeuillehouders “Afval” binnen de SRE;
dat gebleken is dat slechts 5% van het afval in restcontainers daadwerkelijk verbrand moet worden;
dat de proeven in de Kempen met tariefzakken en PMD-zakken (Plastic, Metalen en Drankkartons) succesvol zijn gebleken;
dat dit heeft geleid tot een andere inzamelsystematiek met ingang van 2015, waardoor naar verwachting de hoeveelheid restafval zal verminderen en het gft-afval zal toenemen;
dat een groot verschil in tarief voor een restcontainer en gft-container tot een nog betere afvalscheiding door de burger leidt, waarbij de verhouding 10:1 het meest ideaal is;
dat de ervaringscijfers vanuit afvalproeven uit onder andere de Kempen gebruikt zijn ter bepaling van de nieuwe afvaltarieven;
dat de in de Najaarsnota 2014 geactualiseerde ramingen met betrekking tot vuilophaal en -afvoer de basis vormen voor de tarieven afvalstoffenheffing 2015;
dat de totale lasten rondom builophaal en -afvoer € 1.587.254,00 bedragen de baten € 566.192,00;
dat de geraamde omvang van de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing de maximumomvang van € 50.000,00 overschrijdt met € 265.329,00 en dat deze overschrijding in een periode van 3 jaar aan de burger wordt teruggegeven in de vorm van een extra verlaging van het vastrecht afvalstoffenheffing;
dat een verhoging van de poorttarieven voor groenafval en grof restafval meer recht doet aan het uitgangspunt “de vervuiler betaalt”;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
 
vast te stellen de:
 
“Verordening op de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing 2015
 
Artikel 1 Begripsomschrijving
 
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • 1.
    container: een vanwege de gemeente uitgezette container met een bepaald volume;
  • 2.
    gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;
  • 3.
    restafval: huishoudelijk afval niet zijnde gft-afval;
  • 4.
    verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water voor de levering van water betrekking heeft.
     
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
 
  • 1.
    Onder de naam “afvalstoffenheffing” wordt een directe belasting geheven als bedoeld in
    artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
  • 2.
    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
 
  • 1.
    De afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
     
  • 2.
    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
    • a.
      degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;
    • b.
      ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.
     
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De afvalstoffenheffing wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingtijdvak
  • 1.
    Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.
  • 2.
    In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1.
    Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water moet worden betaald.
     
  • 2.
    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, uiterlijk op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de heffing terzake van de niet met de periodieke inzameldienst ingezamelde stoffen
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De “Verordening afvalstoffenheffing 2014”, vastgesteld door de raad van de gemeente Bladel bij besluit van 31 oktober 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Indien het belastingtijdvak een verbruiksperiode is en deze niet gelijk is aan het kalenderjaar vangt, in afwijking in zoverre van artikel 5, eerste lid, het eerste belastingtijdvak waarvoor d ze verordening geldt aan op 1 januari 2015 en eindigt dat belastingtijdvak op het moment dat de op 1 januari 2015 lopende verbruiksperiode eindigt.
  • 5.
    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing 2015”.
     
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 18 december 2014.
 
De raad voornoemd,
 
de griffier,
L.A.J. Dirks
 
de voorzitter,
A.H.J.M. Swachten
 
 
 
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING AFVALSTOFFE N HEFFING 20 15
Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
Paragraaf 1.1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing voor het periodiek inzamelen van
huishoudelijke afvalstoffen
1.1.1 De belasting bedraagt per perceel per maand van het belastingtijdvak € 5,47
1.1.2 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting per
lediging van een:
1.1.2.1 25-liter container, bestemd voor restafval € 3,05
1.1.2.2 80-liter container, bestemd voor restafval € 5,90
1.1.2.3 140-liter container, bestemd voor restafval € 9,00
1.1.2.4 240-liter container, bestemd voor restafval € 14,17
1.1.2.5 25-liter container, bestemd voor gft-afval € 0,55
1.1.2.6 80-liter container, bestemd voor gft-afval € 0,68
1.1.2.7 140-liter container, bestemd voor gft-afval € 0,90
1.1.2.8 240-liter container, bestemd voor gft-afval € 1,20
1.1.3 Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting per
inworp in een ondergrondse container € 4,50
%1.%2.1Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1.1 bedraagt de belasting
voor het ter beschikking stellen van een gemeentelijk restafvalzak:
van 30 liter € 2,25
 
Paragraaf 1.2
1.2.1 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting voor het
aanbieden van afval in de milieustraat:
Categorie-indeling
Tarief
Categorie 0:
Wit- en bruingoed (tv, koelkast e.d.), kadavers van kleine huisdieren, asbest (max. 35 m²), afgewerkte olie (max. 5 liter), klein chemisch afval, retour glas, papier/karton, bruikbare textiel, kleding, schoeisel en kringloopgoederen
Gratis
Categorie I:
Voetganger of fietser
€ 5,00
Categorie II:
-Blad, gras, snoeihout tot 1 m³
-Blad, gras, snoeihout voor elke m³, of een gedeelte daarvan, meer dan 1 m³,
€ 6,00
€ 10,00
Categorie III:
-Grof restafval, bouw- en sloopafval tot 1 m³
-Grof restafval, bouw- en sloopafval voor elke m³, of een gedeelte daarvan, meer dan 1 m³
 
Indien een huishouden meer dan drie keer de milieustraat bezoekt bedragen de tarieven bij een vierde en volgend bezoek:
- Grof restafval, bouw- en sloopafval tot 1m³
 
- Grof restafval, bouw- en sloopafval voor elke m³, of een gedeelte daarvan, meer dan 1 m³
€ 10,00
€ 15,00
 
 
 
€ 15,00
 
€ 25,00
Aparte regeling voor vuilniszakken per zak van maximaal 60 liter
€ 5,00
Behoort bij raadsbesluit van 18 december 2014.
De griffier van de gemeente Bladel,
Naar boven