Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 gemeente Echt-Susteren
De raad van de gemeente Echt-Susteren,
 
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d. 11-11-2014 met BBV nummer 353919;
 
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
 
Besluit:
vast te stellen:
de verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2015 (verordening reinigingsheffingen 2015)
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
  • a.
    een afvalstoffenheffing
  • b.
    reinigingsrechten
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • 1.
    Perceel: een gebouwde onroerende zaak, of gedeelte ervan, dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt; met perceel wordt gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding.
  • 2.
    Groep van percelen: een groep van meerdere percelen, waarvoor op grond van de Algemene plaatselijke verordening Echt, voor de inzameling van restafval gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere verzamelcontainers.
  • 3.
    Bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak, of een zelfstandig gebruikt gedeelte ervan, geen perceel of groep van percelen zijnde.
  • 4.
    Huishoudelijk afval: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen , behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreffen, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen.
  • 5.
    Bedrijfsafval: afval, afkomstig van kleine bedrijven, kantoren en winkels dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval.
  • 6.
    Container: het van gemeentewege voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval verstrekt inzamelmiddel in de vorm van een 40 liter afvalemmer, 240 liter restafval container en een 240 liter gft container.
  • 7.
    Ondergrondse verzamelcontainer: collectieve voorziening voor de inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en/of restafval ten behoeve van de hoogbouw.
  • 8.
    Kalenderweek: een aaneengesloten periode van zeven dagen, beginnende met een maandag en eindigende met een zondag;
  • 9.
    gebruik maken: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer
HOOFDSTUK II AFVALSTOFFENHEFFING
Artikel 3. Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1.
    Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
  • 2.
    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4. Belastingplicht
  • 1.
    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
  • 2.
    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
    • a.
      degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;
    • b.
      in geval een gedeelte van een perceel ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruiken heeft afgestaan.
Artikel 5. Maatstaf van de heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6. Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. Wijze van heffing
De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belasting in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1, onderdeel 1.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
  • 4.
    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in gebruik neemt.
  • 5.
    Voor de beoordeling van de vraag tot welke tariefgroep een belastingplichtige behoort geldt als peildatum 1 januari van het belastingjaar. Indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het belastingjaar geldt als peildatum voor het resterend deel van het belastingjaar het tijdstip van aanvang van de belastingplicht.
Artikel 9. Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:
    • a.
      Bij niet-automatische incasso
      In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
    • b.
      Bij automatische incasso:
      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
HOOFDSTUK III. REINIGINGSRECHTEN
Artikel 10. Belastbaar feit
Onder de naam “reinigingsrechten” worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.
Artikel 11. Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 12. Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 13. Maatstaf van de heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaf en het tarief, opgenomen in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 14. Wijze van heffen
Het recht als bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 15. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    Het recht in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het kalenderjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht, bedoeld in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden over blijven.
  • 4.
    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
Artikel 16. Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald:
    • a.
      Bij niet-automatische incasso
      In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
    • b.
      Bij automatische incasso:
      in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later;
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.
HOOFDSTUK IV. AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsrechten.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeerartikel
  • 1.
    De “Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsheffingen 2014”, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 4.
    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening reinigingsheffingen 2015”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad d.d. 17 december 2014.

De raad voornoemd,

mr. M.M.W.H.Y. Hermans CMC

griffier

drs. J.W.M.M.J. Hessels

burgemeester

Tarieventabel 2015  
behorende bij de “Verordening reinigingsheffingen gemeente Echt-Susteren 2015”
 
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
 
Hoofdstuk 1. Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
1.1 De belasting bedraagt per perceel per jaar voor eenpersoonshuishoudens € 142,70 en voor meerpersoonshuishoudens € 214,05.
 
Hoofdstuk 2. Maatstaven en tarief reinigingsrechten
2.1 Het recht bedraagt per bedrijfspand per jaar € 214,05
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014.
 
De raad voornoemd,
 
mr. M.M.W.H.Y Hermans drs. J.W.M.M.J. Hessels
griffier burgemeester
Bijlage
Bijlage: Model kostentoerekening reinigingsheffing Echt-Susteren 2015
Afdeling
Bedrijfsvoering
Cluster:
Financiën
Produkt:
Afvalstoffenheffing/Reinigingsrechten
Jaar
2015
Basis gegevens:
Begroting
1. Inventarisatie van determinanten
 
Activiteiten ten behoeve tot standkoming product
Totale kosten
Welke activiteiten worden uitgevoerd?
Per activiteit per jaar ( €)
Restafval
350.000
GFT-afval
115.000
Grof tuinafval
35.000
Ophalen huisvuil
560.000
Inzamelen oud papier
160.000
Kringloopbedrijf
70.000
Milieustraat
195.000
Stortrechten
30.000
Vervaardigen aanslagen
44.672
Werken door derden
168.524
Inzamelen kunststof
115.040
Inzamelen glas, blik, textiel, drankartons
75.000
Onderhoud wijkcontainers
25.000
Integraal bestek
140.000
Diversen
15.500
Inzamelvergoeding verenigingen
102.000
Indirecte kosten
351.191
Kapitaallasten afschrijvingen
114.171
Kapitaallasten rente
33.046
 
 
 
 
Kosten van kwijtschelding 0,6%
75.000
Opbouw afvalreserve 2015
115.000
 
 
Totale kosten activiteiten (directe en indirecte kosten)
2.889.144
 
 
BCF (fictieve compensabele BTW)
431.353
 
 
Totale kosten per jaar
3.320.497
 
 
Opbrengsten
 
Oud papier, textiel, glas en kunststof
546.000
Reinigingsrechten
25.686
Eénpersoonslhuishoudens
530.701
Meerpersoonshuishoudens
2.133.008
Reserve afvalverwijdering
 
Totale opbrengsten per jaar
3.235.396
 
 
2. Prognose en historische productiegegevens
 
Aantal eenpersoonshuishoudens
3.719
Aantal meerspersoonshuishouden
9.965
Aantal bedrijven
120
 
 
3. Beleid en wetgevingseffecten
 
 
 
Beschrijving /oorsprong
Effect op prijs product
 
 
De activiteit kwijtschelding is meegenomen in de kosten toerekening
Deze wordt meegenomen in de kosten toerekening en in het tarief
4. Vast te stellen percentage kostendekkendheid
 
 
 
Kostendekkendheidspercentage
97%
 
 
5. Overzicht van aannames en toelichting op de in het model opgevoerde gegevens
 
 
 
 
N.v.t.
 
 
 
 
 
 
 
6. Toelichting op het verband tussen de productiecijfers en de in te zetten middelen.
Wat is het effect op de activiteiten en directe kosten als de productiemiddelen dalen.
 
 
 
 
N.v.t.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 december 2014
 
 
 
 
De raad voornoemd
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Mr. M.M.W.H.Y Hermans CMC
drs. J.W.M.M.J. Hessels
 
 
Griffier
burgemeester
 
 
Naar boven