Verordening tot tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2012
De raad van de gemeente Baarn
- gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 oktober 2014;
- gehoord het debat in de raad d.d. 10 december 2014;
- gelet op de Gemeentewet en artikel 45 van de Drank- en Horecawet
besluit:
vast te stellen de Verordening tot tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Baarn
2012.
 
Artikel I
De Algemene plaatselijke verordening Baarn 2012 wordt als volgt gewijzigd:
 
A
In artikel 1:2, derde lid, wordt na "als bedoeld in artikel 2:11" ingevoegd:, tweede lid, aanhef en onder a,.
 
B
In artikel 2:10 A wordt na het vijfde lid een zesde lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
6. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
 
C
In de artikelen 2:11, vierde lid en 2:46, tweede lid, wordt "de provinciale wegenverordening" vervangen door: de Wegenverordening provincie Utrecht 2010. In artikel 2:12, vierde lid wordt "de Wegenverordening provincie Utrecht 2004" vervangen door: de Wegenverordening provincie Utrecht 2010.
 
D
Artikel 2:12 komt als volgt te luiden:
Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg
1. Het is verboden zonder vergunning van het college een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8 wordt de vergunning slechts geweigerd:
a. ter voorkoming van gevaar voor het verkeer op de weg;
b. indien de uitweg naar het oordeel van het college zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats;
c. indien door de uitweg naar het oordeel van het college het openbaar groen op onaanvaardbare wijze wordt aangetast, of
d. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen.
3. Het college kan het maken of veranderen van de uitweg verbieden indien
a. het gebruik van de uitweg tot gevolg kan hebben dat kan worden geparkeerd in een voortuin van een woonhuis, of
b. de bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente dat vereist.
4. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of Wegenverordening provincie Utrecht 2010.
 
E
Artikel 2:24 wordt gewijzigd als volg:
In het eerste lid, worden de letters b. tot en met f. gewijzigd in d tot en met h.
Tussengevoegd worden de letters b. en c. waarvan de tekst luidt als volgt:
b. activiteiten, niet zijnde free fight gala’s, kooigevechten of daarmee gelijk te stellen activiteiten, in gebouwen die in de eerste plaats gebruikt worden door cultureelmaatschappelijke instellingen, mits het gebruik past binnen de gebruiksvergunning;
c. sportwedstrijden en -toernooien georganiseerd onder auspiciën van een bij de NOC*NSF aangesloten sportbond;
In het tweede lid vervalt het bepaalde onder f.
 
F
In artikel 2:31, onder c, vervalt: de zitplaatsen die aanwezig zijn op.
 
G
In artikel 2:39, tweede lid, onder b, wordt "de minister van Justitie" vervangen door:
de minister van Veiligheid en Justitie.
 
H
In artikel 2:40, tweede lid, vervalt:, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.
 
I
In artikel 2:48, eerste lid, wordt na "Het is" ingevoegd: voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
 
J
Na artikel 2:48 wordt een artikel 2:48A tussengevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 2:48A Kunststof drinkgerei
De burgemeester kan, in het belang van de openbare orde, openbare veiligheid of in het geval van bijzondere omstandigheden, voor de gehele gemeente dan wel voor een of meer horecabedrijven en openbare plaatsen tijdelijk het gebruik van drinkgerei en flessen, bedoeld voor gebruik ter plaatse, anders dan van kunststof materiaal verbieden.
 
K
Artikel 2:57 wordt gewijzigd als volgt
Het eerste lid onder b. komt te luiden:
b. binnen de bebouwde kom op de weg indien de hond niet is aangelijnd door middel van een fysieke lijn van ten hoogste vijf meter; en
Het derde lid komt te vervallen.
 
L
Artikel 2:58, tweede lid, komt te luiden:
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.
 
M
In artikel 2:60, tweede lid, vervalt na "plaats die" het woord "een" en wordt na "gelegen binnen" ingevoegd: een.
 
N
In artikel 2:67, eerste lid, onder c, wordt na "voor" ingevoegd: zover.
 
O
Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15, komt als volgt te luiden: Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
 
P
In artikel 3:5, tweede lid, onder c, wordt "273a" vervangen door: 273f.
 
Q
In artikel 3:9, vierde lid, wordt na "gedurende" ingevoegd: een.
 
R
In artikel 4:2, tweede lid, wordt "artikel 4:113, eerste lid" vervangen door: artikel 3.148, eerste lid.
 
S
Aan artikel 5:2 wordt een lid toegevoegd luidende:
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
 
T
In artikel 5:9, eerste lid, wordt "hun" vervangen door: hen.
 
U
Artikel 5:15 komt te luiden:
Artikel 5:15 Ventverbod
1. Het is verboden te venten:
a. op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen openbare plaatsen; of
b. op door het college aangewezen dagen en uren.
2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het tweede lid.
3. Op de ontheffing bedoeld in het tweede lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
4. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.
5. Het verbod bedoeld in artikel 5:15, eerste lid, is niet van toepassing op het venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.
 
V
Artikel 5:16 vervalt.
 
W
In artikel 5:23, vierde lid, vervalt het woord "niet".
 
X
In artikel 5:24, vierde lid, wordt "de Provinciale vaarwegenverordening" vervangen door: de Vaarwegenverordening provincie Utrecht 2008.
 
Y
In artikel 5:25, derde lid, wordt "de Scheepvaartverordening provincie Utrecht 1992" vervangen door: de Vaarwegenverordening provincie Utrecht 2008.
 
Z
Artikel 5:26, derde lid, komt te luiden:
3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of de Vaarwegenverordening provincie Utrecht 2008.
 
AA
In artikel 5:28, tweede lid, wordt "de Scheepvaartverordening provincie Utrecht 1992" vervangen door: de Vaarwegenverordening provincie Utrecht 2008
 
BB
In artikel 5:30, tweede lid, wordt "de Scheepvaartverordening provincie Utrecht 1992" vervangen door: de Vaarwegenverordening provincie Utrecht 2008
 
CC
In artikel 5:33, derde lid, aanhef, wordt "eerst" vervangen door: eerste.
 
DD
Aan artikel 5:34 wordt een lid toegevoegd luidende:
6. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
 
EE
Artikel 6:2 komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de ambtenaren als bedoeld in de artikelen 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering.
2. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn tevens belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen.
 
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
 
Vastgesteld in de openbare vergadering,
op 17 december 2014.
griffier
 
voorzitter
 
Naar boven