Derde wijziging Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014;
 
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet;
 
BESLUIT:
 
vast te stellen de volgende verordening:
 
Verordening tot derde wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van o nroerende-zaak belasting en 2012
( Derde wijziging Verordening o nroerende-zaak belasting en 2012).
 
Artikel I
Artikel 5 van de Verordening onroerendezaakbelastingen 2012 wordt vervangen door:
 
Artikel 5 Belastingtarieven
Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:
  • a.
    de gebruikersbelasting 0,1326 %;
  • b.
    de eigenarenbelasting
    • 1.
      voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen 0, 1236 %;
    • 2.
      voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen 0, 1776 %.
       
Artikel II
Artikel 7 van de Verordening onroerendezaakbelastingen 2012 wordt vervangen door:
 
Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als volgt worden betaald:
  • a.
    Bij niet automatische incasso:
in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn één maand later.
b.Bij automatische incasso:
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid, onder b, geldt dat de aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van deze aanslag hoger is dan € 20.000,00. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn een maand later.
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorafgaande leden gestelde termijnen.
     
Artikel III
De bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel VI, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
 
Artikel IV
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
     
Artikel IV
Deze verordening kan worden aangehaald als: Derde wijziging Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012.
 
Aldus besloten in de openbare
vergadering van 15 december 2014
De raad voornoemd,
 
, voorzitter
, griffier
Naar boven