Integrale benadering is een cruciaal kenmerk van effectief alcoholbeleid
Wetenschappelijke studies laten zien dat een integrale benadering van de problematiek rondom alcohol een cruciaal kenmerk is van effectief alcoholbeleid (Reynolds, 2003). Recent onderzoek van het RIVM Centrum voor Gezond Leven, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en het Trimbos-instituut bevestigt dat beleid op het gebied van alcoholmatiging het meest effectief is als het integraal wordt aangepakt (Mulder, Bovens, Franken & Sannen, 2013).
De belangrijkste pijlers waarop alcoholbeleid dient te zijn gebaseerd, zijn regelgeving (grenzen stellen), handhaving (grenzen bewaken) en publiek draagvlak (grenzen overdragen) (Figuur 1).
Het creëren van bewustwording bij alcoholverstrekkers en ouders is een noodzakelijke voorwaarde voor gedragsverandering, die ingegeven wordt door een helder beleid over alcoholpreventie bij jongeren. Door het versterken van de handhaving via de mogelijkheden in de Drank- en Horecawet kunnen er aanvullende effecten bereikt worden op het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren.
Dit is ook het uitgangspunt van het landelijke alcoholpreventiebeleid. Naast het voorkomen van schadelijk alcoholgebruik vanuit het perspectief van de volksgezondheid en het jeugdbeleid, is het landelijke beleid ook gericht op het terugdringen van criminaliteit en verstoringen van de openbare orde.
Figuur 1. Integraal beleidsmodel voor effectief lokaal alcoholbeleid (Reynolds, 2003).
Maatregelen gericht op het beperken van de beschikbaarheid van alcohol zijn het meest effectief
Alcoholgebruik is niet alleen een persoonlijke en bewuste keuze. Drinkgedrag wordt voor een groot deel ook bepaald door de omgeving, zoals de ouders, de prijs van alcohol, het productaanbod, verkoopregels, normen, tradities en het sociale netwerk. De WHO laat in een overzichtstudie naar alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (Babor e.a., 2010).
De volgende omgevingsfactoren zijn van invloed op het drinkgedrag van jongeren:
- -
- -
het beschikbare assortiment;
- -
het aantal verkooppunten;
- -
de leeftijdsgrenzen en naleving en handhaving daarvan;
- -
de aanwezige promotie van alcohol;
- -
de normen in de sociale omgeving van het individu (bijvoorbeeld van ouders);
- -
Tabel 1 geeft een overzicht van beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010).
Tabel 1. Beleidsmaatregelen en hun effectiviteit zoals aangetoond in wetenschappelijk onderzoek (Babor e.a., 2010).
|
|
|
|
|
|
Verhogen van prijs (accijnzen, minimumprijs)
|
|
|
Beperken van verkooptijden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Een eenzijdige aanpak gericht op slechts één of twee van dergelijke factoren is gedoemd te mislukken. Preventiestrategieën die gebaseerd zijn op handhaving van wet- en regelgeving, training van alcoholverstrekkers, instellen van alcoholvrije zones en intensieve media-aandacht zijn potentieel succesvol (Holder e.a., 1999).
1.2Verzuip jij je Toekomst?!
De gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid hebben, in overeenstemming met de Landelijke Nota
Gezondheidsbeleid, gezamenlijk het voorkomen van het gebruik van alcohol en middelen door jongeren vastgesteld als prioriteit voor gezondheidsbevordering. Deze ambitie wordt vormgegeven door het preventieprogramma
Verzuip jij je Toekomst?! (VjjT).
In VjjT werken zestien gemeenten in Zuid-Holland Zuid samen met de politie, het Openbaar Ministerie en de Dienst Gezondheid & Jeugd om het alcoholgebruik en genotmiddelengebruik onder jongeren terug te dringen. Het programma is in 2009 gestart vanuit een samenwerking tussen het Regionaal College (portefeuillehouders Openbare Orde en Veiligheid) en de Gemeenschappelijke Regeling Zuid-Holland Zuid (portefeuillehouders Volksgezondheid). In het programma zijn de pijlers beleid, handhaving en bewustwording verankerd. In de aanpak wordt zoveel mogelijk een integrale benadering gehanteerd, gericht op de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare Orde & Veiligheid.
Na een looptijd van vier jaar is VjjT in 2012 geëvalueerd. De evaluatie liet zien dat de inspanningen van het programma de gewenste uitwerking leken te hebben op de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren en het drinkgedrag van jongeren:
- -
Ouders zijn zich bewuster geworden van hun verantwoordelijkheid. Steeds meer ouders laten hun kind dat jonger dan 16 jaar (de wettelijke leeftijdsgrens op dat moment) is, thuis niet drinken. Ook is een toenemend aantal ouders van mening dat thuis ‘leren drinken’ onverstandig is;
- -
De veranderende attitude van ouders beperkt de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren. Dit is terug te zien in het drinkgedrag van jongeren, zoals de startleeftijd waarop jongeren in de regio ZHZ beginnen met het drinken van alcohol. Deze is tussen 2006 en 2011 niet verder gedaald, waarmee een negatieve trend doorbroken is;
- -
Daarnaast is er voor het eerst sinds jaren een dalende trend te zien in het aantal alcoholvergiftigingen onder jongeren. In 2011 werd een afname in het aantal ‘comazuipers’ gemeten van 16% (over de hele regio ZHZ) ten opzichte van het jaar daarvoor.
Slechts op het gebied van het intensiveren van handhaving, waarbij VjjT sterk afhankelijk was van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit, bleken de ambities niet waargemaakt te kunnen worden. De handhaving ontwikkelde zich hierdoor tot de achilleshiel van het programma. De Drank- en Horecawet en daarbinnen het preventie- en handhavingplan alcohol bieden kansen om de handhaving van de leeftijdsgrenzen te verbeteren. De gemeenten hebben vanaf 1 januari 2013 zelf de bevoegdheid om toezicht te houden op de naleving van de Drank- en Horecawet.
In Papendrecht wordt vanaf 1 januari 2012 uitvoering gegeven aan handhaving, door inzet van eigen buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s).
Op 27 februari 2014 heeft de gemeenteraad voor de uitvoering een drank- en horecaverordening vastgesteld.