|
Het recht bedoeld in artikel 3 bedraagt bij een aansluiting op de gemeentelijke riolering zonder bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 640,- per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 45,- per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.
|
|
Het recht bedoeld in artikel 3 bedraagt bij een aansluiting op de gemeentelijke riolering met bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 840,- per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 85,- per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.
|
|
Het recht bedoeld in artikel 3 bedraagt bij een tijdelijke aansluiting op de gemeentelijke riolering zonder bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 818,- per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 61,- per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.
|
|
Het recht bedoeld in artikel 3 bedraagt bij een tijdelijke aansluiting op de gemeentelijke riolering met bovenliggende verharding met een lengte tot en met zes strekkende meter en een leidingdiameter van 160 mm € 1.246,- per aansluiting. Het recht wordt vermeerderd met € 146,- per strekkende meter of gedeelte daarvan bij een aansluitlengte boven zes meter.
|
|
Het recht bedoeld in artikel 3 bedraagt bij een (tijdelijke) aansluiting op de gemeentelijke riolering met een leidingdiameter boven 160 mm het voorafgaand aan de dienstverlening aan de belastingplichtige meegedeelde bedrag, dat blijkt uit een begroting die der zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
Als de begroting bedoeld in het vijfde lid is uitgebracht, vangt de dienstverlening aan op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de belastingplichtige ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
Voor het in behandeling nemen van een tijdelijk lozingspunt op het gemeentelijk vuilwaterriool voor het lozen van grondwater uit een bronnering wordt geheven € 101,50.
|