Verordening Afvalstoffenheffing 2015
 
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18 november 2014;
gelet op artikel 10.23, eerste lid van de Wet milieubeheer;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende:
"Verordening op de heffing en invorder ing van afvalstoffenheffing 201 5 ".
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1.
    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
  • 2.
    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21  en 10.22 van de Wet milieubeheer  een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21  en 10.22 van de Wet milieubeheer  een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Deze maatstaven en tarieven worden vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijd s gelang .
  • 1.
    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 4.
    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.
Artikel 8 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel worden betaald:
    • a.
      Bij niet-automatische incasso
In twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede een maand later.
b.Bij automatische incasso:
in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog niet geëindigde maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen tenminste vier en maximaal tien bedraagt.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid onder b geldt, dat de aanslagen moeten worden betaald
    in twee gelijke betaaltermijnen, ingeval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet
    verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat, het bedrag van
    deze aanslag hoger is dan € 20.000. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van
    de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld
    en de tweede termijn een maand later;
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel worden betaald binnen een maand na dagtekening van de aanslag dan wel bij automatische betalingsincasso in twee termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt een maand na dagtekening en de tweede termijn een maand later.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet  is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Geen kwijtschelding
Bij de invordering van het variabel deel van de afvalstoffenheffing (hoofdstuk 1.2 tarieventabel), wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 1 1 Overgangsrecht
De ‘Verordening Afvalstoffenheffing 2014 van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 1 2 Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 1 3 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2015.
Beek, 18 december 2014
GEMEENTERAAD,
Guliël Erven Ralf Krewinkel
Raadsgriffier Voorzitter
Naar boven