Verordening toeristenbelasting gemeente Hellevoetsluis 2016
Nummer: 06-11-14/6L
De raad der gemeente Hellevoetsluis;
gehoord de commissie algemene zaken en middelen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2014, nummer:06-11-14/6;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
Besluit:
vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Hellevoetsluis 2016.
Artikel 1 Belastbaar feit
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de basisregistratie personen van de gemeente.
Artikel 2 Belastingplicht
  • 1.
    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
  • 2.
    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
  • 3.
    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
  • 1.
    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
Artikel 4 Maatstaf van heffing en vast tarief
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5 Vast tarief van de maatstaf van heffing
  • 1.
    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
    • a.
      kampeermiddel: tent, vouwwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist;
    • b.
      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens e inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief gebruik;
    • c.
      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar;
    • d.
      woning; een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen;
    • e.
      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;
    • f.
      particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.
  • 2.
    Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige op een vast tarief worden vastgesteld.
  • 3.
    Het tarief voor vaste standplaats bedraagt gedurende een periode van ten hoogste drie maanden € 45,30 Het tarief voor vaste standplaats bedraagt gedurende een periode van meer dan drie maanden doch ten hoogste zes maanden € 68,00. Het tarief voor vaste standplaats bedraagt gedurende een periode van meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden € 90,95. Het tarief voor vaste standplaats bedraagt gedurende een periode van meer dan negen maanden doch ten hoogste twaalf maanden € 127,60.
  • 4.
    Het tarief voor particuliere woningen bedraagt gedurende een periode van ten hoogste 12 maanden € 712,05.
  • 5.
    De belasting ter zake van overnachtingen op niet-vaste standplaatsen wordt bepaald naar het werkelijke aantal overnachtingen.
Artikel 6 Belastingtarief
Per overnachting bedraagt het tarief € 0,73.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wijze van aanslag geheven.
Artikel 9 Aanslaggrens
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbil­jet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, het bedrag daarvan minder is dan € 3.000 en zolang de verschul­digde bedragen door mid­del van automatische betalingsincas­so kunnen worden afgeschre­ven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
  • 3.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
  • 3.
    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting gemeente Hellevoetsluis 2016’.
 
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel, ir. W. Tempel.
Naar boven