Algemene toelichting op de Algemene plaatselijke verordening gemeente Lingewaal
Voor de toelichting op deze APV wordt verwezen naar de integrale toelichting bij de model-APV van de VNG (zie www.vng.nl en de website van de gemeente Lingewaal). Voor zover in de APV van Lingewaal inhoudelijk van het model van de VNG is afgeweken of als een nadere toelichting nodig is, volgt hierna in aanvulling een korte toelichting per genoemd artikel.
Artikel 2:24 begripsbepalingen evenementen
Aan het begrip evenement is “een betaald voetbalwedstrijd”. Zo kan een betaald voetbalwedstrijd nooit worden georganiseerd zonder dat de gemeente via een melding of een evenementenvergunning op de hoogte wordt gebracht. De gemeente kan zo via de KNVB onderzoeken of sprake is van een risicowedstrijd.
Artikel 2:28a terrasvergunning
Met dit artikel zijn de minimale voorwaarden voor een terrasvergunning geregeld. Los van een drank-en horecawet -en/of een exploitatievergunning heeft een ondernemer een terrasvergunning nodig die voldoet aan genoemd toetsingskader. Zonder terrasvergunning is het exploiteren van een terras niet toegestaan.
Door deze toevoeging aan de APV ontstaat een duidelijker toetsingskader voor terrassen. Ook kan bij problemen met bijv. de openbare orde effectiever worden gesanctioneerd. In de huidige situatie kan alleen de drank-en horecavergunning in zijn geheel worden ingetrokken/geschorst. Met deze bepaling is het mogelijk om alleen de terrasvergunning te schorsen/in te trekken. De drank-en horecavergunning blijft dan gewoon gelden en alleen het terras mag (tijdelijk) niet meer worden gebruikt.
Titel 8a Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank-en horecawet
Deze verordening bevat medebewindbepalingen die zijn gebaseerd op de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Drank- en Horecawet (DHW).
Artikel 2:34a Schenktijden paracommerciële inrichtingen
Achtergrond De wijziging van de Drank- en Horecawet per 1 januari 2013 legt gemeenten de plicht op om in een verordening de schenktijden van de paracommerciële inrichtingen te reguleren. Door invoering van deze maatregel vervalt de in november 2000 in de Drank- en Horecawet opgenomen eis dat paracommerciële rechtspersonen in een bestuursreglement (huisreglement) schenktijden opnemen. Ook vervalt de eis dat dagen en tijdstippen waarop geschonken wordt duidelijk zichtbaar zijn. Met het reguleren van de schenktijden van de paracommerciële horeca kan worden bewerkstelligd dat het verstrekken van alcoholhoudende drank een nevenactiviteit van de vereniging blijft naast de primaire activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. Deze maatregel past binnen het uitgangspunt van de wijziging van de Drank- en Horecawet om de verantwoordelijkheid voor het lokale alcoholbeleid, en dus ook de schenktijden van paracommerciële inrichtingen, meer een zaak van de gemeenteraad te laten worden dan tot op heden het geval was. Het waren tot nu toe in de praktijk toch veelal de paracommerciële rechtspersonen zelf die hun schenktijden bepaalden (en vastlegden in het bestuursreglement). Het gevolg was dat veel inrichtingen een enorm ruime schenktijd hanteerden die regelmatig overeenkwam met de commerciële horeca.
Het bestuursreglement (artikel 9 Drank- en Horecawet) blijft overigens wel verplicht. In het reglement dient in elk geval vastgelegd te worden welke normen het bestuur stelt aan de voorlichtingsinstructie die de barvrijwilligers krijgen. Ook moet in het bestuursreglement opgenomen worden hoe wordt toegezien op de naleving van het reglement.
Omdat de horecafunctie een ondersteunende rol vervult aan de hoofdactiviteit van de paracommerciële rechtspersoon, kunnen ook schenktijden worden vastgesteld op één uur voor, tijdens en één uur na deze hoofdactiviteit. Dit geeft echter aanleiding tot allerlei creatieve constructies om de schenktijden op te rekken. De ‘één uur voor, tijdens en na’- bepaling alleen is dan ook niet te handhaven en derhalve is ervoor gekozen om in combinatie hiermee ook vaste schenktijden te hanteren.
Artikel 2.34a Schenktijden paracommerciële horeca
Vanuit met name de paracommerciële horeca met sportieve doelstelling is aangegeven dat het wenselijk is dat geen absolute tijden worden opgenomen voor het schenken van alcohol, maar dat het beter is om het schenken direct te koppelen aan de activiteiten. (bv. één uur voor en één uur na de voetbaltraining of de samenkomst bewoners voor een cursus koken). Dit voorstel is overgenomen met dien verstande dat vanwege handhaving ook absolute schenktijden worden vastgelegd waarbinnen alcohol mag worden verstrekt. Het zal immers moeilijk zijn voor een toezichthouder om precies te weten wanneer een activiteit is gestart of gestopt. In ieder geval is met het oog op alcoholmatiging als standpunt ingenomen dat alleen tussen 12:00 en 24:00 uur alcohol mag worden.
De schenktijden gelden voor alle paracommerciële horeca-inrichtingen en staat los van de sluitingstijden. Als sprake is van ruimere openingstijden mag de paracommerciële horeca-inrichting gewoon geopend zijn. Het is buiten 12:00 en 24:00 uur alleen niet toegestaan om alcohol te schenken.
Voor bepaalde typen paracommerciële horeca mag onderscheid worden gemaakt. Voor één type paracommerciële horeca is een uitzondering gemaakt. Naar aanleiding van een gezamenlijk initiatief van de vijf Lingewaalse voetbalverenigingen. Het voorstel is om de schenktijden aan te passen zodat niet langer één uur voor en één uur na de sportactiviteit drank mag worden geschonken, maar op zaterdag tussen 12:00 en 20:00 uur . Dit voorstel is overgenomen in de APV 2014.
Door het schenken op zaterdag uiterlijk 20:00 uur te laten eindigen, ontstaat geen concurrentie met commerciële horeca omdat de avond dan nog voor de commerciële horeca kan worden ingevuld.
Artikel 2:34b Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden
Artikel 4 van de Drank- en Horecawet bevat onder meer de verplichting bij gemeentelijke verordening regels te stellen waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. Deze regels moeten onder meer betrekking hebben op in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard (artikel 4, derde lid onder b, van de wet) en op in de inrichting te houden bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn (artikel 4, derde lid onder c, van de wet).
Met dit artikel in deze verordening wordt aan de verplichting om dit bij gemeentelijke verordening te regelen voldaan.
Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op: bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover die bijeenkomsten ook een zakelijk karakter hebben dat direct verband houdt met de activiteiten van de rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling.
Met bijeenkomsten van derden worden bijeenkomsten bedoeld die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting). Het gaat hier bijvoorbeeld ook over vergaderingen van een politieke partij of een goede doelen organisatie of over een bijeenkomst van een projectontwikkelaar die informatie verschaft over geplande bouwactiviteiten.
Het verbod om tijdens privé bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden alcohol te schenken is niet nieuw. Het werd al gehanteerd bij het verlenen van een paracommerciële horeca-vergunning (bijvoorbeeld dorpshuis Asperen). Volgens het regionale model wordt dit verbod voortgezet. Het regionale model is door Lingewaal niet met zoveel woorden overgenomen. Er is voor gekozen om de verboden om te zetten in geboden. Omdat het niet mogelijk is om een limitatieve lijst op te stellen van activiteiten waarbij het is toegestaan om alcohol te schenken, is er voor gekozen om als eerste een bepaling op te nemen dat alleen alcohol mag worden geschonken tijdens activiteiten die passen binnen de doelstelling van de paracommerciële horeca-inrichting. Vervolgens is in het tweede artikel een niet limitatieve opsomming vastgelegd per type paracommerciële horeca-inrichtingen waarin wordt aangegeven in welke gevallen het is toegestaan om alcoholhoudende drank te verstrekken.
Voor paracommerciële horeca met een sportieve doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan een privé bijeenkomst te houden. Bijeenkomsten van derden houden nooit verband met de doelstelling van paracommerciële inrichtingen en het schenken van alcohol tijdens een bijeenkomst van derden is dus in het geheel niet toegestaan.
Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling zijn de activiteiten waarbij alcohol mag worden geschonken ook zo veel mogelijk omschreven. Bij dorpshuizen, op dit moment is dat alleen het Dorpshuis Asperen, worden conform de huidige praktijk kleinschalige lief-en leed bijeenkomsten voor inwoners van de dorpskern toegestaan. Deze toevoeging is opgenomen omdat De Schildkamp tijdens de bijeenkomst voor commerciële horeca heeft aangegeven op de hoogte te zijn van budgetfeesten en partijen die in het Dorpshuis Asperen worden georganiseerd. Ook heeft De Schildkamp aangegeven deze budgetfeesten niet te willen organiseren. Het dorpshuis hoeft hiervan vooraf geen melding te doen bij het college.
Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan om een privé bijeenkomst te houden. Tijdens de feestavonden zal vaak ook worden afgeweken van de schenktijden. Daarom is er voor gekozen dat de melding tevens de afwijking van de schenktijden tot uiterlijk sluitingstijd betreft.
Voor paracommerciële horeca met een sportieve doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan een privé bijeenkomst te houden. Bijeenkomsten van derden houden nooit verband met de doelstelling van paracommerciële inrichtingen en het schenken van alcohol tijdens een bijeenkomst van derden is dus in het geheel niet toegestaan. Tijdens de privé-bijeenkomsten zal vaak ook worden afgeweken van de schenktijden. Daarom is er voor gekozen dat de melding tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd betreft.
Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling zijn de activiteiten waarbij alcohol mag worden geschonken ook zo veel mogelijk omschreven. Bij dorpshuizen worden conform de huidige praktijk kleinschalige lief-en leed bijeenkomsten voor inwoners van de dorpskern toegestaan. Hiervan hoeft de paracommerciële inrichting dus vooraf geen melding te doen bij het college.
Voor paracommerciële horeca met een sociale doelstelling is het, na melding bij de gemeente, zes keer toegestaan om een privé bijeenkomst te houden. Bijeenkomsten van derden houden nooit verband met de doelstelling van paracommerciële inrichtingen en het schenken van alcohol tijdens een bijeenkomst van derden is dus in het geheel niet toegestaan.
Tijdens de privé bijeenkomsten zal vaak ook worden afgeweken van de schenktijden. Daarom is er voor gekozen dat de melding tevens de afwijking van de schenktijden tot sluitingstijd betreft.
De inhoud van lid 3 spreekt voor zich. In een paracommerciële inrichting zijn activiteiten met alleen koffie/fris/thee toegestaan, mits er geen sprake van strijdigheid met het geldende bestemmingsplan is. Het is dus bijvoorbeeld mogelijk om na 24:00 uur tot sluitingstijd een activiteit voort te zetten. Er mag dan alleen geen alcohol worden geschonken.
In artikel 2:34c van deze verordening is een ontheffingsmogelijkheid voor artikel 2:34b opgenomen. Deze ontheffingsmogelijkheid wordt daar toegelicht.
Artikel 2:34c Ontheffingen schenktijden, privébijeenkomsten- en bijeenkomsten derden
Omdat de burgemeester deze bevoegdheid rechtstreeks aan de wet ontleent, kan de raad hier verder geen beperkingen aan stellen. De burgemeester kan hiervoor zelf uiteraard wel beleidsregels opstellen (artikel 4:81 van de Awb).
Los van de meldingen op grond van artikel 2:34b kan met het oog op een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard een ontheffing van de burgemeester worden gevraagd. Dit artikel vindt zijn grondslag in artikel 4, vierde lid van de DHW. Het beperken van de inhoud van dit artikel is niet mogelijk aangezien hogere wetgeving (DHW) voorgaat op lagere wetgeving (deze APV wijzigingsverordening).
Er is (nog) geen beleid waaraan zo’n aanvraag kan worden getoetst. Onder een bijzondere gelegenheden wordt bijvoorbeeld verstaan een bijzonder evenement, carnaval en Koningsdag.
De te verlenen ontheffingen zorgen voor een extra belasting van het ambtelijk apparaat. De burgemeester zal aan de hand van een aanvraag beoordelen en motiveren of er sprake is van een bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard waarvoor een ontheffing kan worden verleend. De regeling zal na twee jaar worden geëvalueerd.
In het tweede lid is bepaald dat de ontheffing, ook al is die mandatoir, niet stilzwijgend wordt verleend indien de burgemeester te laat of niet reageert op een aanvraag om een ontheffing . De lex silencio positivo is derhalve niet van toepassing.
Artikel 2:34d Intrekkingsgronden ontheffing
Alle ontheffingen, de mandatoire en de facultatieve, kunnen door de burgemeester worden ingetrokken of gewijzigd. De situaties waarin dat mogelijk is staan in artikel 2:34d van deze verordening opgesomd.
Artikel 2:34e verbod happy hours in horecabedrijven
Met de nieuwe verordenende bevoegdheid krijgen gemeenten voor het eerst de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op prijsacties in de horeca. Prijs en betaalbaarheid zijn belangrijke factorenvoor alcoholconsumptie (Meijer, e.a., 2008). De conclusie uit verschillende onderzoeken naar het effect van prijs op consumptie is helder: hoe lager de prijs hoe hoger de consumptie. Happy hours zijn een bekend voorbeeld van een tijdelijke prijsverlaging van alcoholhoudende drank. Tijdens happy hours wordt de consumptie van drank direct en actief gestimuleerd. Uit veldonderzoek is gebleken dat prijsacties voorkomen in 26% van de Nederlandse cafés (STAP, 2009).Het grote voordeel van de inzet van dit artikel is dat gemeenten een effectieve alcoholpreventiemaatregel in handen krijgen. De Wereldgezondheidsorganisatie geeft al jaren aan dat het beïnvloeden van de prijs het meest effectief is in het terugdringen van (schadelijk) alcoholgebruik. Prijsbeleid zou daarom een kerndoel moeten zijn van elk effectief alcoholbeleid. Consequentie van het toepassen van dit artikel is dat het ook gehandhaafd dient te worden. De gemeente zal met de handhavers een werkwijze daarvoor moeten ontwikkelen. Deze werkwijze hoeft niet ingewikkeld te zijn, maar vraagt uiteraard wel om capaciteit. Een verbod op prijsacties in de horeca geldt voor alle kopers, dus ook volwassenen.
In veel gemeenten zijn er uitgaansgelegenheden waar happy hours worden georganiseerd. De maatregel kan – zo bepaalt de Drank- en Horecawet - alleen betrekking hebben op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
Met dit artikel kan de gemeente bijvoorbeeld ook prijsacties als ‘2 drankjes voor de prijs van 1’ verbieden. Ook kan men er bepaalde arrangementen mee tegengaan, zoals één avond onbeperkt drinken voor € 15, althans als het onbeperkt drinken gedurende één avond normaal gesproken voor meer dan € 25 wordt aangeboden en er in het kader van een actie tijdelijk een prijs van € 15 wordt gevraagd. De zogenaamde ladies nights (avonden waarop vrouwen gratis mogen drinken) worden met dit artikel ook verboden.
Gemeenten kunnen deze bepaling alleen inzetten ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde. De maatregelen zullen in de gemeentelijke verordening duidelijk moeten worden toegelicht vanuit dit perspectief.
De voorgestelde overgangsbepaling voor paracommerciële rechtspersonen is in lijn met het overgangsrecht zoals dat is opgenomen in art III van de wet die de Drank- en Horecawet wijzigt. Daarin is bepaald dat op het moment van inwerkingtreding van de plaatselijke verordening voor paracommerciële rechtspersonen de voor die categorie inrichtingen nieuwe gemeentelijke bepalingen van kracht zijn. Op verzoek zendt de burgemeester een paracommerciële rechtspersoon een gewijzigde vergunning met daarin de aangepaste voorschriften en beperkingen.
In het tweede en derde lid is overgangsrecht opgenomen voor alle andere verstrekkers. De kern is dat voorschriften en beperkingen die aan horecabedrijven en slijterijen zijn gesteld op grond van oude gemeentelijke Drank- en Horecaverordeningen van kracht blijven en dat alle ontheffingen op grond van deze oude verordeningen één jaar na inwerkingtreding van de nieuwe gemeentelijke verordening komen te vervallen. Vanzelfsprekend kan op verzoek van betrokkene de ontheffing ook eerder komen te vervallen.
2.58
Verontreiniging door honden en paarden
Vanuit de praktijk is behoefte aan een uitbreiding van dit artikel met paarden. Straatverontreiniging kan grote gevaren opleveren voor de volksgezondheid. Ook wordt via hondenuitwerpselen die op straat, in parken en plantsoenen blijven liggen, het voor honden dodelijke canine parvo virus verspreid.
De strafbaarheid wordt opgeheven als de uitwerpselen direct worden verwijderd.
Handhaving (betrapping op heterdaad) zal niet meevallen, maar het is te hopen dat er op den duur preventieve invloed van deze bepaling uit zal gaan. Overtreding van het verontreinigingsverbod door honden- en paardenuitwerpselen behoort tot de zogenaamde verontreinigingsdelicten, die vatbaar zijn voor transactie door de politie
5.13 Inzameling van geld of goederen
Door deze toevoeging worden de administratieve lasten binnen de gemeente beperkt. Niet elke collecte hoeft meer administratief te worden verwerkt.
Er zijn in deze bepaling wel voorwaarden opgenomen om op te kunnen treden tegen excessen.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze Algemene plaatselijke verordening wordt de terrasvergunning op grond van artikel 2:28a verplicht. De kosten voor een terrasvergunning bedragen tot 31-12-2015 € 00,00. In die periode worden de ondernemingen met een terras aangeschreven en verzocht zo’n vergunning aan te vragen. Tot 1-1-2016 is dit kosteloos. Pas met ingang van 1-1-2016 wordt hiervoor een bedrag opgenomen in de legesverordening.