Artikelsgewijze toelichting
Verwijst naar de wettelijke grondslag, Gemeentewet artikel 34, voor deze verordening. Voor politieke groeperingen bestaat een recht op fractieondersteuning. De uitwerking van deze rechten moet bij verordening worden geregeld.
De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fractie meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.
Artikel 2 gaat in op de bestedingsdoeleinden van de fractiekostenvergoeding en de verhouding tussen de fractiekostenvergoeding en andere onkostenvergoedingen voor individuele raadsleden, politieke partijen en het raadswerk. Er is wettelijk onderscheid tussen deze onkostenvergoedingen. Deze verordening richt zich op de onkosten van de fractie.
De financiële ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde fracties is uitsluitend bedoeld ter ondersteuning van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rollen.
Uitgangspunt is dat de financiële ondersteuning kan worden aangewend voor het versterken van de volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol van de fractie. Teneinde transparant te zijn over de mogelijke bestedingen van de bijdrage is een negatieve (lid 2) en een positieve (lid 3) lijst opgenomen. Deze lijsten zijn opgenomen op basis van de meest voorkomende uitgaven van fracties in de afgelopen jaren. Uitgangspunt is dat uitgaven die bestreden moeten worden uit de onkostenvergoeding voor raadsleden niet bestreden kunnen worden uit de bijdrage fractieondersteuning.
Uitgaven die niet in het tweede of derde lid genoemd zijn, worden getoetst aan het uitgangspunt dat de uitgave gericht moet zijn op het versterken van de kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol van de fractie. Daarnaast mag de betreffende uitgave niet bestreden moeten worden uit de onkostenvergoeding.
De bijdrage wordt als voorschot verstrekt.
In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van het jaar verrekend worden.
Als blijkt dat een fractie vergoeding heeft overgehouden in een voorgaand jaar waarover de raad de verantwoording fractieondersteuning heeft vastgesteld, dan wordt het overschot verrekend met het in het nieuwe kalenderjaar uit te keren bedrag.
In het kader van de transparantie wordt de bijdrage niet uitbetaald op een privérekening van een raadslid of een ander natuurlijk persoon.
In een verkiezingsjaar van de gemeenteraad wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat de vergoeding wordt aangepast aan de nieuwe verhoudingen in de raad.
Het eerste gedeelte is voor de periode tot en met de maand van de verkiezingen. Het tweede gedeelte is voor de periode vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.
Bij afsplitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot verrekend worden. Als dat niet zou gebeuren, dan beschikt de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot en zou het andere deel van de oorspronkelijke fractie over geen voorschot beschikken. De verdeling wordt gemaakt ingaande de eerste dag van de maand na de maand van splitsing. De verdeling wordt gemaakt naar evenredigheid van de bij de splitsing betrokken leden.
Fractie X heeft op 1 januari 2015 4 leden. Het voorschot dat wordt uitbetaald in januari bedraagt 3050 euro (vast bedrag 1250 euro + 4 x 450 euro). Per 13 mei 2015 splitsen twee leden zich van fractie X af, waardoor de nieuwe fractie Y ontstaat. De bijdrage fractie over 2015 wordt als volgt verrekend:
Fractie X:5 maanden bestaande uit 4 leden en 7 maanden bestaande uit 2 leden.
Bedrag per lid per maand: 3050 euro / 4 leden / 12 maanden = 63,54 euro
5 maand x 4 leden x 63,54 =
|
|
7 maand x 2 leden x 63,54 =
|
|
|
|
Fractie Y:7 maanden bestaande uit 2 leden.
Bedrag per lid per maand: 3050 euro / 4 leden / 12 maanden = 63,54 euro
Bijdrage fractie Y: 7 maand x 2 leden x 63,54 =889,56 euro
De verdeling na splitsing op grond van het tweede lid geldt voor het jaar van afsplitsing. In het daarop volgende jaar worden de fracties als twee volledig zelfstandige fractie beschouwd, en op basis daarvan wordt de bijdrage voor het daarop volgende jaar vastgesteld.
Op het moment dat twee of meer fracties zich samenvoegen, worden zij in het kalenderjaar van samenvoeging voor deze verordening beschouwd als afzonderlijke fracties, conform de situatie voor de samenvoeging. Met ingang van het daarop volgende kalenderjaar wordt de bijdrage berekend voor de nieuwe fractie als één geheel.
De reserve bestaat uit het overschot van de bijdrage voorgaande jaren. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien. De reserve is dan ook aan een maximum gebonden.
Ook met betrekking tot de reserve is het van belang dat goed wordt omgegaan met de splitsing van een fractie. De regeling voorziet in het naar evenredigheid verdelen van de reserve over de nieuw ontstane fracties. Indien een splitsing kort na de verkiezingen plaatsvindt zou een conflict kunnen ontstaan over de verdeling van de reserve. De regeling laat er echter geen twijfel over dat ook in dat geval de reserve verdeeld moet worden.
Aan het hebben van een reserve is een maximum gesteld. De reserve mag niet hoger zijn dan 30% van de uitgekeerde fractievergoeding in het voorafgaande jaar.
Fractie A heeft op 1 januari 2015 2 leden. Het voorschot dat wordt uitbetaald in januari 2015 bedraagt 1900 euro. De reserve per 1 januari 2016 bedraagt maximaal 570 euro (30% van 1900 euro).
Dit is een overgangsbepaling voor verkiezingsjaren.
Als na een verkiezing een fractie in de raad terug keert met zetelverlies en blijkt dat de reserve hoger is dan 30% van de na de verkiezing uitgekeerde fractievergoeding, dan vervalt het recht op een eventueel overschot.
Bij splitsing van de fractie wordt de bestaande reserve gesplitst tussen de oorspronkelijke en de nieuw ontstane fractie(s). De verdeling wordt gemaakt ingaande de eerste dag van de maand na de maand van splitsing. De verdeling wordt gemaakt naar evenredigheid van de bij de splitsing betrokken leden.
Op het moment dat twee of meer fracties zich samenvoegen, worden zij in het kalenderjaar van samenvoeging voor deze verordening beschouwd als afzonderlijke fracties, conform de situatie voor de samenvoeging. Met ingang van het daarop volgende kalenderjaar worden de reserves van beide oorspronkelijke fracties samengevoegd. De reserve bedraagt maximaal 30% van de in dat kalenderjaar uitbetaalde bijdrage. Dit is een uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, waarbij uit wordt gegaan van de bijdrage in het voorafgaande kalenderjaar. Omdat er op dat moment nog sprake was van twee afzonderlijke fracties, is dit geen goede grondslag voor het vaststellen van de maximale reserve.
Artikel 6 regelt het instellen van de commissie vanuit de raad die de door de fracties ingediende verantwoordingen op grond van artikel 7 regelt. Deze commissie wordt ingesteld op grond van artikel 84 lid 1 van de Gemeentewet, een commissie niet zijnde een raadscommissie of een bestuurscommissie. De commissie heeft tot taak het uitbrengen van een advies aan de raad over het vaststellen van de verantwoording over de bijdrage fractieondersteuning.
De raad benoemd de commissie die bestaat uit drie leden uit de gemeenteraad.
De commissie wordt bij de werkzaamheden ondersteund oor een medewerker van de griffie.
De commissie wordt benoemd voor de zittingsduur van de gemeenteraad. Over het algemeen is dit een periode van vier jaar.
Een raadslid kan zelf verzoeken ontslagen te worden uit de commissie. Daarnaast houdt het lidmaatschap op wanneer het raadslidmaatschap ophoudt. Ook bij een tijdelijk ontslag uit de gemeenteraad vanwege zwangerschap of ziekte vervalt het lidmaatschap van de commissie.
De vergaderingen van de commissie zijn in principe openbaar. Slechts in uitzonderlijke gevallen, gerelateerd aan de bepalingen omtrent geheimhouding en besloten vergaderingen in de Gemeentewet, wordt in beslotenheid vergaderd.
Over bestedingen uit de opgebouwde reserve wordt verantwoording afgelegd. Dat gebeurt in de jaarlijkse verantwoording over de fractiekosten vergoeding.
Iedere fractie overhandigd voor 1 april van ieder kalenderjaar een verantwoording van de fractieondersteuning aan de raad over het vorige jaar. Een model wordt aan de raad beschikbaar gesteld via het raadsinformatiesysteem.
De aangeboden verantwoording is ingevuld op basis van het kasstelsel. In het kasstelsel vermeldt men inkomsten, uitgaven en eventueel een reserve. Tot slot wordt de balans opgemaakt over al deze posten.
Dit lid regelt de consequenties wanneer een fractie niet tijdig een verantwoording indient. Er wordt voor de vaststelling uitgegaan van het feit dat de betreffende fractie over het kalenderjaar geen uitgaven heeft gedaan.
Hiermee wordt de onafhankelijkheid van de controle geborgd. De verantwoording over de fractieondersteuning van alle fracties, wordt ter controle aan de commissie controle verslag bijdrage fractieondersteuning aangeboden. De commissie brengt, voordat de raad over de verantwoording besluit, een advies uit over de aangeboden verantwoordingen.
In dit lid zijn de diverse bedragen genoemd die ten minste moeten worden vastgesteld door de raad.