Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
De Raad van de gemeente Littenseradiel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, 10a en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;
besluit:
vast te stellen de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1.
    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
  • 2.
    In deze verordening wordt verstaan onder:
    • a.
      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;
    • b.
      doelgroep: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, van de wet;
    • c.
      mantelzorg: langdurige zorg die wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie, de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden;
    • d.
      wet: Participatiewet.
Hoofdstuk 2 Beleid en financiën
Artikel 2 Evenwichtige verdeling en financiering
  • 1.
    Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk. Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
    • a.
      de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en;
    • b.
      de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.
  • 2.
    Het college zal bij het bepalen van het aanbod van voorzieningen prioriteiten stellen in verband met zijn financiële mogelijkheden en met de maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen.
  • 3.
    Het college zendt jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid. Dit verslag wordt vormgegeven conform het verslag als bedoeld in artikel 77 van de wet. Het verslag bevat in ieder geval het oordeel van de Cliëntenraad WWB.
Hoofdstuk 3 Voorzieningen
Artikel 3 Algemene bepalingen over voorzieningen
  • 1.
    Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin wordt vastgelegd welke voorzieningen, waaronder ondersteunende voorzieningen, het college in ieder geval kan aanbieden en de voorwaarden die daarbij gelden voor zover daarover in deze verordening geen nadere bepalingen zijn opgenomen.
  • 2.
    Het college kan een voorziening beëindigen als:
    • a.
      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9 en 17 van de wet, de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 13 en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet nakomt;
    • b.
      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep;
    • c.
      de persoon die aan de voorziening deelneemt algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een in deze verordening genoemde voorziening, tenzij het betreft een persoon als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
    • d.
      naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;
    • e.
      de voorziening naar het oordeel van het college niet meer geschikt is voor de persoon die gebruik maakt van de voorziening;
    • f.
      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening;
    • g.
      de persoon die aan de voorziening deelneemt niet meer voldoet aan de voorwaarden die in deze verordening worden gesteld om in aanmerking te komen voor die voorziening.
Artikel 4 Scholing
  • 1.
    Het college kan een persoon die behoort tot de doelgroep een scholingstraject aanbieden.
  • 2.
    Een scholingstraject voldoet in ieder geval aan de volgende eisen:
    • a.
      zonder inzet van de scholing is het verwerven of behouden van arbeid naar het oordeel van het college niet haalbaar;
    • b.
      de scholing moet aansluiten bij de krachten of bekwaamheden van de persoon.
  • 3.
    Het eerste lid is niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel a, van de wet.
Artikel 5 Participatieplaats
  • 1.
    Het college kan een persoon van 27 jaar of ouder met recht op algemene bijstand overeenkomstig artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden laten verrichten.
  • 2.
    Het college zorgt ervoor dat de te verrichten additionele werkzaamheden worden vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst die wordt ondertekend door het college, de werkgever en de persoon die de additionele werkzaamheden gaat verrichten.
  • 3.
    De premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid, van de wet bedraagt € 100,00 per zes maanden, mits in die zes maanden voldoende is meegewerkt aan het vergroten van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.
Artikel 6 Participatievoorziening beschut werk
  • 1.
    Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
  • 2.
    Het college maakt uit de personen uit de doelgroep een voorselectie en wint bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben.
  • 3.
    Om de in artikel 10b, eerste lid, van de wet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken, zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
  • 4.
    Het college bepaalt de omvang van het aanbod beschut werk en legt vast hoeveel plekken voor beschut werk de gemeente beschikbaar stelt. In verband hiermee overlegt het college met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.
Artikel 7 No-riskpolis
  • 1.
    Een werkgever komt in aanmerking voor een no-riskpolis als:
    • a.
      de werkgever voor ten minste de duur van zes maanden een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer;
    • b.
      de werknemer voorafgaande aan de aanvang van de arbeid behoort tot de doelgroep;
    • c.
      de werknemer een structurele functionele of andere beperking heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt;
    • d.
      artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is, en;
    • e.
      de werknemer zijn woonplaats heeft binnen de gemeente.
  • 2.
    De no-riskpolis vergoedt:
    • a.
      het loon van de werknemer tot 120 procent van het minimumloon, en;
    • b.
      15 procent boven de dekking voor extra werkgeverslasten.
  • 3.
    Om de werkgever een no-riskpolis te kunnen verstrekken, sluit de gemeente een verzekering af met de verzekeraar en treedt op als verzekeringnemer. De begunstigde is de werkgever.
  • 4.
    Het college verstrekt de no-riskpolis tot en met 12 maanden na indiensttreding van de werknemer bij de werkgever.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 8 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
  • 1.
    De Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Littenseradiel 2011 van 9 mei 2011 wordt per 1 januari 2015 ingetrokken.
  • 2.
    Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Littenseradiel 2011 die moet worden beëindigd op grond van deze verordening, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Littenseradiel 2011 voor de duur:
    • a.
      van een periode van 12 maanden, gerekend vanaf de inwerkingtreding van deze verordening, of;
    • b.
      dat deze is verstrekt, als dat korter is dan de periode als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a.
  • 3.
    Het college kan na afloop van de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde periode, besluiten of een voorziening wordt voortgezet.
  • 4.
    De Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Littenseradiel 2011 blijft van toepassing ten aanzien van een voortgezette voorziening als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015.
 
Wommels, 15 december 2014
 
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
Naar boven