Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
De Raad van de gemeente Littenseradiel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
besluit:
vast te stellen de Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
  • 1.
    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
  • 2.
    In deze verordening wordt verstaan onder:
    • a.
      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Littenseradiel;
    • b.
      wet: Participatiewet;
    • c.
      IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
    • d.
      IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
    • e.
      doelgroep loonkostensubsidie: personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet van wie is vastgesteld dat zij met voltijdse arbeid niet in staat zijn tot het verdienen van het wettelijk minimumloon, doch wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, van de wet);
    • f.
      loonwaarde: vastgesteld percentage van het rechtens geldende loon voor de door een persoon, die tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort, verrichte arbeid in een functie naar evenredigheid van de arbeidsprestatie in die functie van een gemiddelde werknemer met een soortgelijke opleiding en ervaring, die niet tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort (artikel 6, eerste lid, onderdeel g, van de wet);
    • g.
      dienstbetrekking: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking (artikel 6, eerste lid, onderdeel f, van de wet).
Hoofdstuk 2 Loonwaarde en loonkostensubsidie
Artikel 2 Vaststelling doelgroep
  • 1.
    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
  • 2.
    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
    • a.
      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
    • b.
      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en;
    • c.
      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
  • 3.
    Het college bepaalt of de aanvrager tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. Het college kan daarbij advies inwinnen en neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
Artikel 3 Vaststelling loonwaarde
Het college stelt bij beschikking de loonwaarde van een persoon uit de doelgroep vast overeenkomstig de in artikel 4 omschreven wijze. Het college kan daarbij advies inwinnen.
Artikel 4 Wijze bepalen loonwaarde
  • 1.
    Het college maakt gebruik van de loonwaarde-methode om de loonwaarde van een persoon te bepalen en bepaalt welke methode wordt gehanteerd.
  • 2.
    De loonwaarde-methode is een objectieve meting van competenties gebaseerd op kennis van werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De definitieve bepaling van de loonwaarde vindt eerst plaats na bedrijfsbezoek. De bepaling van de loonwaarde wordt vastgelegd in een schriftelijk rapport met advies.
  • 3.
    Een loonwaarde wordt individueel bepaald als iemand aan twee criteria voldoet:
    • a.
      de persoon behoort tot de doelgroep;
    • b.
      er is een werkgever die werk tegen een bepaald cao salaris aanbiedt.
  • 4.
    De loonwaarde wordt bepaald aan de hand van het inkomen dat ter beschikking wordt gesteld op basis van de cao van de werkgever, afgezet tegen de prestatiemogelijkheid van de klant om een arbeidsprestatie te leveren.
Artikel 5 Loonkostensubsidie
  • 1.
    Het college bepaalt bij beschikking de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld.
  • 2.
    De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimumloon voor de werkgever voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon gedurende de arbeidsperiode of zoveel korter als het college redelijk acht.
Hoofdstuk 3 Slotbepalingen
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als Verordening loonkostensubsidie Participatiewet gemeente Littenseradiel 2015.
 
Wommels, 15 december 2014
 
De raad voornoemd,
, voorzitter
, griffier
Naar boven