Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2015, gemeente Smallingerland
De raad van de gemeente Smallingerland;
 
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van november 2014;
 
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
 
 
B E S L U I T :
 
 
vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2015
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder 'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet Milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
  • 1.
    Onder de naam "Afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
  • 2.
    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 3 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 5 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 tot en met 2.2 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 onder 2.3 en 2.4 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Ontstaan de van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
  • 1.
    De belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 tot en met 2.2 van de tarieventabel, is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting, bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 tot en met 2.2 van de tarieventabel, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,--.
  • 4.
    Belastingaanslagen van minder dan € 10,-- worden niet opgelegd.
  • 5.
    Voor toepassing van het bepaalde in het vijfde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.
  • 6.
    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 onder 2.3 en hoofdstuk 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8 Termijnen van betaling
  • 1.
    De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
  • 2.
    Indien voor de inning van de gemeentelijke belastingaanslagen een machtiging wordt afgegeven is betaling van het totaalbedrag van de aanslag in acht gelijke termijnen mogelijk, mits het totaalbedrag van de aanslag meer bedraagt dan € 80. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de overige termijnen steeds een maand later.
  • 3.
    Indien de machtiging wordt ingetrokken, de rekening waarvoor de machtiging is afgegeven onvoldoende saldo bevat of als afschrijvingen worden geweigerd of gestorneerd, wordt het restant van de belastingschuld conform de termijnen genoemd onder 1, opeisbaar.
  • 4.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.
Artikel 10 Overgangsrecht
De "Verordening afvalstoffenheffing 2014" wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 3.
    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening afvalstoffenheffing 2015.
     
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 16 december 2014,
 

griffier,

voorzitter,

Tarieventabel 2015
behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing 2015"
 
Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing
 
Hoofdstuk 1 Basistarief
De belasting bedraagt:
1.1
per perceel per belastingjaar
€ 192,00
1.2
indien het perceel wordt gebruikt door twee of meer personen wordt de belasting vermeerderd met
€ 34,00
 
 
 
Hoofdstuk 2 Opslagen voor extra rolemmers
De belasting als bedoeld onder 1.1 wordt vermeerderd voor het bij de aanvang van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht, extra (boven de twee rolemmers met een gezamenlijke inhoud van totaal 480 liter, waarvoor het basistarief geldt), in bruikleen hebben ontvangen van:
2.1
een gft-rolemmer met een inhoud van 240 liter
€ 85,00
2.2
een restafvalrolemmer
€ 141,00
2.3
indien de inzameling van afval geschiedt doormiddel van onder-grondse containers wordt de belasting als bedoeld in 1.1 vermeerderd, voor het aanbieden van meer dan vijf vuilniszakken per week. Per vuilniszak
€ 0,50
2.4
een rolemmer uitsluitend bedoeld voor het kunnen aanbieden van extra GFT-afval in de zomerperiode (grasroute)
€ 29,50
 
 
 
Hoofdstuk 3 Overige tarieven afvalstoffenheffing
Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1 en 2 bedraagt de belasting voor het:
3.1
na afspraak niet aan de weg plaatsen van de rolemmer(s) om deze te ruilen te repareren of te voorzien van een chip
€ 25,00
3.2
voor het terughalen van een rolemmer die door een medewerker van Regon MilieuService is meegenomen omdat deze te lang op een clusterplaats is blijven staan
€ 20,00
3.3
voor het terugbezorgen van een meegenomen rolemmer, als bedoeld onder 3.4
€ 40,00
3.4
vervanging rolemmer door schade aan of diefstal van rolemmer
€ 40,00
3.5
verstrekken compostvat (inclusief Btw)
€ 25,00
3.6
voor het aanbieden van meer dan 400 kilo zwarte grond per jaar
 
 
Administratiekosten (eenmalig)
€ 7,50
 
Per kilo
€ 0,05
3.7
vervangende pas/sleutel ondergrondse container ivm diefstal / Verlies / onzorgvuldig gebruik
€ 25,00
 
Behoort bij raadsbesluit van 16 december 2014.
 
De griffier van de gemeente Smallingerland,
Naar boven