Bijlage 1. Normering hulp bij het huishouden via pgb
De toekenning van een pgb is afhankelijk van de persoonlijke situatie en het gebruik van de woning en de specifieke kenmerken van de gezinssamenstelling. Bij de hoogte van het pgb wordt alleen rekening gehouden met het schoonhouden van de kamers die in gebruik zijn. Uitgangspunt is dat ‘sociale woningbouw als referentiegebouw wordt gehanteerd.
1. Licht poetswerk in huis, kamers opruimen: max. 45-60 min p.w.
Activiteiten: Stof afnemen, opruimen, afwassen, bedden opmaken
Factoren meer/minder hulp:
- •
PG problematiek/communicatieproblemen.
- •
- •
Huisdieren: bij allergie: eerst sanering.
- •
Allergie voor huisstofmijt, COPD: in gesaneerde woning.
- •
Ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen.
2. Zwaar huishoudelijk werk: max. 45-60 min p.w.
Activiteiten: Stofzuigen en nat afnemen van vloeren, bedden verschonen
Factoren meer /minder hulp:
3. Verzorging kleding/linnengoed: max. 45-60 min p.w.
Activiteiten: Kleding en linnengoed sorteren en wasmachine en droger in- en uitruimen, was vouwen, (strijken alleen bovenkleding), wasgoed opbergen
Factoren meer minder werk:
- •
- •
Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies
4. Maaltijdverzorging: max. 15-30 min p.k.
Activiteiten: Maaltijd en/of drinken voorbereiden, bereiden, klaarzetten, tafel dekken en afruimen
HH2 Organisatie van het huishouden
5. Dagelijkse organisatie van het huishouden: max. 30 min p.w.
Activiteiten: Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden, organisatie huishoudelijke activiteiten, administratie t.b.v. cliënt
Factoren meer/minder werk:
- •
- •
(psychosociale) problematiek
6. Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten: max. 40 uur per week
De grondslag ligt bij de ouder. Deze is tijdelijk niet in staat om de ouderrol op zich te nemen, in combinatie met het ontbreken van een sociaal netwerk.
Activiteiten: Wassen en aankleden van jonge kinderen/ hulpbehoevende huisgenoot, hulp bij het eten en/of drinken, maaltijd voorbereiden, sfeer scheppen, spelen, opvoedingsactiviteiten
Factoren meer/minder werk:
- •
- •
- •
Gezondheidssituatie/functioneren kinderen/huisgenoten.
- •
Aanwezigheid gedragsprobleem