Gemeente Nijkerk - Regeling melding calamiteiten en geweld Wmo 2015
Collegebesluit nummer 417783 / 420336
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk;
gelet op artikel 16, eerste en vijfde lid, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015;
b e s l u i t e n :   vast te stellen de Regeling melding calamiteiten en geweld Wmo 2015
    
Paragraaf 1. Begrippen
Artikel 1. Begripsbepalingen
 
algemene voorziening op grond van de Wmo:
in beginsel voor alle inwoners van de gemeente vrij toegankelijke voorziening, gericht op de bevordering van zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang.
 
calamiteit:
een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en ondersteuning en die tot de dood van of een ernstig schadelijk gevolg voor een cliënt heeft geleid, bijvoorbeeld:
  • a.
    (vermoeden van) onnatuurlijke dood van een cliënt;
  • b.
    ernstige mishandeling of zwaar blijvend lichamelijk letsel van een cliënt binnen de thuissituatie, waardoor ingrijpen van buitenaf nodig is gebleken;
  • c.
    ernstige mishandeling of zwaar blijvend lichamelijk letsel van een cliënt die op dat moment buitenshuis ondersteuning ontvangt.
 
college:
het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk.
 
gebiedsteam:
de personen die onder verantwoordelijkheid van het college voor een specifiek deel van de gemeente belast zijn met het verzorgen van de toegang tot maatschappelijke ondersteuning en het uitvoeren van lichte vormen van begeleiding.
 
gecontracteerde aanbieder:
natuurlijke persoon ofrechtspersoon die in opdracht van de gemeente een algemene of maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) verstrekt (bijvoorbeeld een hulpmiddel) aan of uitvoert (bijvoorbeeld een dienst) voor een inwoner van de gemeente.
 
geweld bij de verlening van maatschappelijke ondersteuning:
zwaar (blijvend) lichamelijk geweld jegens de cliënt of de familie van de cliënt of jegens medewerkers van een aanbieder of een gebiedsteam, of bedreiging daarmee. Bijvoorbeeld door:
  • a.
    iemand die werkzaam is voor de aanbieder, of
  • b.
    iemand die werkzaam is voor een rechtspersoon die in opdracht van de aanbieder maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp verleent, of
  • c.
    door een andere cliënt, met wie de cliënt gedurende het etmaal of een dagdeel bij de aanbieder verblijft;
  • d.
    door de familie van een cliënt.
 
informatieplicht:
verplichteinformatieverstrekking aan de gemeente door gecontracteerde aanbieders van ieder incident dat betrekking heeft op een calamiteit of seksueel geweld tijdens de uitvoering van maatschappelijke ondersteuning aan inwoners van de gemeente.
 
maatwerkvoorziening op grond van de Wmo:
een voorziening op grond van de Wmo, gericht op een individuele inwoner of huishouden die geleverd wordt op basis van een besluit van he college.
 
meldplicht:
de binnen de Kwaliteitswet zorginstellingen en de Jeugdwet verplicht gestelde melding aan de bevoegde rijksinspectie van ieder incident dat betrekking heeft op een calamiteit of seksueel geweld.
 
meldpunt:
gemeentelijk aanspreekpunt waar gecontracteerde aanbieders een calamiteit, seksueel misbruik en geweld kunnen melden.
 
netwerkzorg:
zorg geleverd door aanbieders als bedoeld in de Kwaliteitswet zorginstellingen of de Jeugdwet, in samenwerking met aanbieders van Wmo-zorg, waaronder algemene voorzieningen en diensten door zzp-ers.
 
seksueel misbruik:
grensoverschrijdend seksueel gedrag waarbij sprake is van lichamelijk, geestelijk of relationeel overwicht, waarbij een cliënt dan wel een medewerker van een aanbieder of een gebiedsteam is betrokken.
 
toezichthouder Wmo:
de toezichthouders als bedoeld in artikel 6.1 van de Wmo 2015.
   
Paragraaf 2. Informatieplicht gecontracteerde aanbieder
Artikel 2. Vooronderzoek en informatieplicht
  • 1.
    De gecontracteerde aanbieder voert bij een vermoeden van een incident waarbij - vermoedelijk - sprake is van een calamiteit, seksueel misbruik of geweld, in eerste instantie zelf vooronderzoek uit.
  • 2.
    Als het vooronderzoek uitwijst dat er sprake is van een calamiteit, seksueel misbruik of geweld tijdens de uitvoering van maatschappelijke ondersteuning aan inwoners van de gemeente, heeft iedere gecontracteerde aanbieder een informatieplicht aan de gemeente.
  • 3.
    De informatieplicht ontslaat de betreffende aanbieder niet van de wettelijke meldplicht.
Artikel 3. Meldpunt calamiteiten en geweld
  • 1.
    Er is bij de gemeente een meldpunt, dat tijdens werkdagen beschikbaar (digitaal en/of telefonisch) als aanspreekpunt voor gecontracteerde aanbieders, bemenst door personen die daartoe door het college zijn aangewezen.
  • 2.
    De gecontracteerde aanbieder informeert de gemeente via het meldpunt binnen drie werkdagen over een calamiteit , seksueel misbruik of geweld dat bij de verlening van maatschappelijke ondersteuning of bij de uitvoering van een onderzoek bij de aanvraag voor maatschappelijke ondersteuning heeft plaatsgevonden.
  • 3.
    De gecontracteerde aanbieder verstrekt informatie aan het meldpunt met betrekking tot de naam en functie van de contactpersoon en de cliëntgegevens die voor het onderzoeken van de calamiteit noodzakelijk zijn, daaronder begrepen:
    • a.
      persoonsgegevens,
    • b.
      beknopte beschrijving gebeurtenis,
    • c.
      de verstrekte nazorg voor de cliënt,
    • d.
      hoeveel aanbieders betrokken waren (i.v.m. ketenzorg).
  • 4.
    Bij een calamiteit, (vermoedelijk) veroorzaakt door onverantwoord gedrag, of bij herhaaldelijke betrokkenheid bij een calamiteit van een medewerker, verstrekt de gecontracteerde aanbieder aan het meldpunt ook de naam en de functie van de betrokken medewerker.
  • 5.
    De gecontracteerde aanbieder ontvangt een ontvangstbevestiging van de informatieverstrekking met vermelding van de datum van ontvangst.
Artikel 4. Onderzoek en calamiteitenrapportage
  • 1.
    De gecontracteerde aanbieder, niet behorende tot een aanbieder onder de Jeugdwet of de Kwaliteitswet zorginstellingen, stelt bij een calamiteit, seksueel misbruik of geweld die bij de verlening van maatschappelijke ondersteuning of bij de uitvoering van een onderzoek bij de aanvraag voor maatschappelijke ondersteuning heeft plaatsgevonden, een onderzoeksrapportage op volgens de uniforme richtlijn calamiteitenrapportage van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
  • 2.
    De gecontracteerde aanbieder informeert de betrokken cliënt, diens vertegenwoordiger of diens nabestaande(n) over het incident.
  • 3.
    De gecontracteerde aanbieder betrekt de betrokken cliënt, diens vertegenwoordiger of diens nabestaande(n) bij het onderzoek.
  • 4.
    De gecontracteerde aanbieder kan bij het onderzoek een externe deskundige inschakelen.
  • 5.
    De calamiteitenrapportage wordt binnen zes weken na datum van de ontvangstbevestiging, bedoeld in artikel 3, vijfde lid, bij het meldpunt ingediend.
  • 6.
    Als het bijvoorbeeld bij een complexe casus of wegens het inschakelen van een externe deskundige niet mogelijk is de calamiteitenrapportage binnen zes weken in te dienen, kan de gecontracteerde aanbieder binnen die termijn een gemotiveerd een verzoek tot uitstel indienen bij het college.
       
Paragraaf 3. Calamiteiten- en geweldtoezicht Wmo
Artikel 5. Inspectierapport toezichthouder Wmo
  • 1.
    De toezichthouder Wmo verzamelt bij een melding bij een gecontracteerde aanbieder als bedoeld in artikel 4, eerste lid, alle ter zake doende lokale gegevens, voor zover de aanbieder daarover redelijkerwijs beschikt.
  • 2.
    In verband met de integraliteit van de hulpverlening zal de toezichthouder Wmo bij de melding waarbij sprake is van netwerkzorg, de betrokken rijksinspectie betrekken bij zijn inspectieonderzoek.
  • 3.
    Op basis van de bevindingen uit het inspectieonderzoek stelt de toezichthouder Wmo een inspectierapport op en maakt daarbij kenbaar of en welke verbetermaatregelen nodig zijn.
  • 4.
    Het inspectierapport wordt aan het college gezonden, met inachtneming van de wetgeving inzake privacy.
  • 5.
    Het college zendt een geanonimiseerd afschrift van het inspectierapport ter informatie aan de gemeenteraad.
  • 6.
    De toezending van inspectierapporten aan de gemeenteraad blijft achterwege als het college om wettelijke redenen daartoe gehouden is.
  • 7.
    Het college kan besluiten om gelijktijdig met de toezending van het inspectierapport aan de gemeenteraad een persbericht uit te brengen.
  • 8.
    Als het persbericht betrekking heeft op een melding rond netwerkzorg, stemmen de rijksinspectie en het college de inhoud van het persbericht en datum van verzending met elkaar af.
       
Paragraaf 4. Slotbepaling
Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het elektronische gemeenteblad en treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling melding calamiteiten en geweld Wmo 2015.
       
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 16 december 2014,
Burgemeester en wethouders van Nijkerk,
de secretaris, mevrouw mr. M.D. Haalstra.
de burgemeester, de heer mr. drs. G.D. Renkema.
    
Naar boven