Vaststelling Verordening staangeld Breda 2015
 
Bekendmaking
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 4 december 2014 de Verordening staangeld Breda 2015 heeft vastgesteld.
Inwerkingtreding
De verordening wordt van kracht met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
Rechtsmiddelen
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Verordening
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
B E S L U I T
vast te stellen de
Verordening op de heffing en invordering van staangeld
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Wet op de huurtoeslag;
  • b.
    woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Wet op de huurtoeslag;
  • c.
    huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats met toebehoren, waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld;
  • d.
    maand: een kalendermaand of een gedeelte daarvan.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'staangeld' wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Artikel 3 Belastingplicht
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 4 Vrijstelling
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt.
Artikel 5 Belastingtarieven
Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven naar het tarief, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is een maand.
Artikel 7 Wijze van heffing
Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
  • 1.
    Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
  • 2.
    Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand aanvangt, is het recht, bedoeld in artikel 2, ten volle over die maand verschuldigd.
  • 3.
    Indien de belastingplicht op of ná de zestiende van een maand aanvangt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht, bedoeld in artikel 2, eerst met ingang van de daarop volgende maand verschuldigd.
  • 4.
    Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand eindigt dan wel de vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, is het recht over die maand niet verschuldigd, met dien verstande dat bij het hebben van een standplaats voor een woonwagen over een periode korter dan één maand, het recht voor tenminste één maand is verschuldigd.
Artikel 9 Termijn van betaling
Het staangeld moet worden betaald binnen acht dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van staangeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding
  • 1.
    De "Verordening staangeld Breda 2014", vastgesteld bij raadsbesluit van 23 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 3.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening staangeld Breda 2015".
Aldus besloten in zijn openbare raadsvergadering van 4 december 2014,
  , de voorzitter.
  , de griffier.
TARIEVENTABEL
behorende bij de "Verordening staangeld Breda 2015"
Nummers
Naam Centrum/ straatnaam
Staangeld per maand
C.Persoonstraat, Breda
66, 68, 70 en 74
€ 119,25
Edisonstraat, Breda
81, 83, 85, 87, 89, 91, 93, 101, 103, 105 en 109
€ 117,76
Emerweg, Breda
33, 33a, 35, 35a, 37, 37a, 39a, 41a, 43, 43a en 45a
€ 116,89
Hamdijk, Breda
11, 13, 15, 21, 27, 29 en 31
€ 119,25
J.Catssingel, Breda
2, 2a, 4a, 6a en 8
€ 119,25
Nieuwe Inslag, Breda
64, 66, 68, 72 en 74
€ 114,63
Pietersberg, Breda
13, 19, 21, 27, 29, 31, 33 en 37
€ 119,25
Ruitersboslaan, Breda
53, 53a, 55 en 55b
€ 119,25
Rijnauwenstraat, Breda
137, 143, 145 en 153
€ 116,89
Weegbladtuin, Breda
2, 4, 6, 8, 12, 14, 18, 20, 22, 24, 26, 28 en 30
€ 118,45
Veldekens, Breda
1, 3, 6, 7 en 8
€ 80,96
Hesseling, Breda
54
€ 119,25
Boterbloemstraat, Prinsenbeek
30
€ 131,18
Heidehof, Breda
1, 2, 3, 4 en 5
€ 84,24
Baarschot, Breda
24, 26, 28, 30, 32, 34, 36 en 38
€ 119,25
Hoogeindsestraat, Breda
2, 2a, 3a, 4, 6, 6a, 8 en 8a
€ 119,25
Minervum, Breda
1304, 1306, 1308, 1310 en 1312
€ 119,25
Korte Raamstraat, Breda
2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22 en 24
€ 119,25
Behorende bij raadsbesluit d.d. 4 december 2014
Voor eensluidend afschrift,
de griffier.
Naar boven