Gemeente Nijkerk - Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003 (wijziging december 2014)
Raadsbesluit nummer 2014-083
    
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het collegevoorstel van 4 november 2014;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :vast te stellen de volgende
Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Nijkerk 2003 (wijziging december 2014)
 
Artikel I
De Algemene Plaatselijke Verordening 2003 wordt als volgt gewijzigd:
A.
Artikel 2.1.5.1 wordt als volgt gewijzigd:
  • 1.
    In het zesde lid, onder b, wordt ‘artikel 5:19’ vervangen door: artikel 5.2.3.2.
  • 2.
    In het achtste lid wordt ‘derde lid’ vervangen door: vierde lid.
B.
In artikel 2.1.5.1, vijfde lid, artikel 2.1.5.2, vierde lid, en artikel 2.1.5.3, vierde lid, wordt ‘het provinciaal wegenreglement’ vervangen door: de Wegenverordening Gelderland 2010.
C.
In artikel 2.3.3.1, tweede lid, onder b, wordt ‘de minister van Justitie’ vervangen door:
de minister van Veiligheid en Justitie.
D.
In artikel 2.4.8, eerste lid, wordt na ‘Het is’ ingevoegd: voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
E.
Artikel 2.4.18, vierde lid, komt te luiden:
  • 4.
    Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.
F.
In artikel 4.1.2, tweede lid, wordt ‘artikel 4:113, eerste lid’ vervangen door: artikel 3.148, eerste lid.
G.
In artikel 5.1.8, eerste lid, wordt ‘hun’ vervangen door: hen.
H.
Artikel 5.3.7 komt te luiden als volgt:
Artikel 5.3.7 Overlast aan vaartuigen
  • 1.
    Het is verboden zich zonder redelijk doel vast te houden aan een vaartuig in openbaar water, daarop te klimmen of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden.
  • 2.
    Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een vaartuig, liggend in of aan openbaar water, los te maken.
I.
Artikel 5.3.9 komt te luiden als volgt::
Artikel 5.3.9 Beschadigen van kunstwerken
  • 1.
    Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbaar water, havens, dijken, kaden, beschoeiingen, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.
  • 2.
    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaart Politiereglement of de Waterwet.
J.
Artikel 5.3.13 komt te luiden als volgt:
Artikel 5.3.13 Ligplaats woonschepen
  • 1.
    Voor het doen verblijven van woonschepen binnen de gemeente Nijkerk zijn maximaal acht ligplaatsen aangewezen in een gedeelte van de Arkervaart. Deze zijn door het college bekend gemaakt.
  • 2.
    Het is verboden zonder vergunning van het college in het ingevolge het eerste lid aangewezen gedeelte met een woonschip een andere ligplaats in te nemen dan die door burgemeester en wethouders is of wordt aangewezen.
K.
Aan artikel 5.3.14 wordt toegevoegd:
  • 3.
    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor bedrijven die schepen bouwen en voor hun productie het halffabrikaat of gereed product aan de eigen kade hebben liggen. Deze bedrijven zijn daarvoor liggeld verschuldigd aan de gemeente conform de verordening op de haven en liggelden. Het is niet toegestaan te overnachten op deze schepen.
  • 4.
    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor het kraanschip van de asfaltcentrale.
L.
Artikel 5.3.15 komt te luiden als volgt:
Artikel 5.3.15 Ligplaats pleziervaartuigen
  • 1.
    Het is verboden met een pleziervaartuig in openbaar water een ligplaats in te nemen of te hebben.
  • 2.
    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor pleziervaartuigen aan de oostzijde van de havenkom en aan de westzijde van de buitenhaven, mits niet langer dan acht dagen ligplaats wordt ingenomen.
  • 3.
    Het college kan in uitzonderlijke gevallen ontheffing verlenen van het gestelde in de leden 1 en 2.
M.
Na artikel 5.3.16 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 5.3.17 Motorvaartuigen
  • 1.
    Het is de schipper van een motorvaartuig verboden daarmee te varen of zich daarmee te bevinden op openbaar water.
  • 2.
    Dit verbod is niet van toepassing op:
    • a.
      de Arkervaart en het Nijkerkernauw;
    • b.
      motorvaartuigen die gebruikt worden door hulpdiensten;
    • c.
      door elektromotoren aangedreven fluisterboten op de Laak;
    • d.
      motorvaartuigen die worden gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden door of vanwege de overheid.
  • 3.
    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.
Artikel 5.3.18 Veiligheid op het water
  • 1.
    Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.
  • 2.
    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzein door het Binnenvaartpolitieregelement of de Waterwet.
N.
In artikel 6.1 Strafbepaling wordt het eerste lid vervangen door:
  • 1.
    Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak: artikel 2.1.1.1, 2.1.4.1, 2.1.6.11, 2.2.2, 2.3.1.2, 2.3.1.4, 2.3.1.4a, 2.3.3.2, 2.4.2 t/m 2.4.10, 2.4.13, 2.4.17, 2.4.20, 2.6.2, 2.6.3, 2.7.1, 2.9.1, 3.2.1, 3.2.3, 3.2.4, 3.2.5, 3.2.6, 3.2.7, 3.2.8, 4.1.6, 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 5.1.2, 5.1.3 t/m 5.1.10, 5.2.2.2, 5.2.3.2, 5.3.2 t/m 5.3.18 en 5.5.1.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de derde dag na de bekendmaking.
Artikel III
Deze wijzigingsverordening kan worden aangehaald als: Wijziging APV Nijkerk, wijziging december 2014.
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 18 december 2014,
de griffier, de heer O. VAN KOLCK
de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. RENKEMA
Naar boven