Artikel 20 Calamiteiten en geschillen
- 1.
De gemeenten stellen een Protocol Calamiteiten vast waarin de rollen van de centrumgemeente en gastgemeenten bij gelegenheid van calamiteiten worden vastgelegd op zodanige wijze dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken.
- 2.
In geval van een geschil over de inhoud, strekking of uitvoering van deze regeling wordt eerst en vooral getracht dit op ambtelijk niveau tot een oplossing te brengen. Mocht dat niet slagen, dan wordt de kwestie aan het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd voorgelegd. Als dat niet leidt tot een oplossing, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 21 Aansprakelijkheid centrumgemeente
De aansprakelijkheid van de centrumgemeente voor schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming bij de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken, wordt beperkt tot het bedrag dat de centrumgemeente voor haar werkzaamheden heeft ontvangen, tenzij haar grove schuld of opzet kan worden verweten.
Artikel 22 Aansprakelijkheid gemeente
Elke gemeente is individueel aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van de betreffende gemeente.
- 1.
Deze regeling en de uitvoering daarvan wordt jaarlijks geëvalueerd.
- 2.
De evaluatie vindt plaats onder een onafhankelijke aansturing.
- 3.
De evaluatie resulteert in een evaluatieverslag dat wordt aangeboden aan de colleges van de gemeenten.
- 4.
De colleges van de gemeenten brengen het evaluatieverslag en hun zienswijzen daarbij onder de aandacht van hun gemeenteraden.
Artikel 24 Inwerkingtreding en duur van de regeling
- 1.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.
- 2.
De regeling wordt aangegaan voor de duur van vier jaren.
- 3.
De gemeenten hebben de intentie om bij een positieve evaluatie die uiterlijk juni 2017 moet zijn afgerond, de regeling na het verstrijken van de in het vorige lid bepaalde periode te verlengen voor de duur van vier jaren.
- 4.
Indien de regeling niet wordt verlengd, regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen van de beëindiging in een liquidatieplan.
- 5.
Het liquidatieplan behoeft de instemming van alle gemeenten.
Artikel 25 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treedt de centrumgemeente en de betreffende gastgemeente(n) in overleg. Dit wordt gemeld en/of geagendeerd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Jeugd.
Artikel 26 Bekendmaking en toezending
- 1.
De colleges van de gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van deze regeling en nemen deze regeling terstond op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
- 2.
Het college van de centrumgemeente draagt er zorg voor dat de regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant wordt toegezonden.
Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Jeugdhulp Noordoost Brabant 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden d.d. 21 oktober 2014
Na verkregen toestemming van de gemeenteraad van Uden van 11 december 2014
Bijlage
1
bij regeling centrumgemeente: voorstel voor de overlegstructuur
De centrumgemeente voert overleg met de gastgemeenten over de voortgang en te nemen besluiten. We sluiten daarbij aan bij bestaande overleggen.
We kennen al het regionaal bestuurlijk overleg (RBO Jeugd) waar de portefeuillehouders jeugd van de 19 gemeenten bijeenkomen voor (tot nu toe) beleidsmatige afstemming. Dit RBO wordt ook het bestuurlijk platform voor de centrumgemeente. Zo is gemakkelijk een verbinding te leggen tussen de werkzaamheden van de centrumgemeente en het jeugd- en jeugdhulpbeleid in de regio.
Het RBO Jeugd komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, of vaker als gemeenten dat nodig vinden.
Het RBO bespreekt het jaarplan Inkoop (zie bijlage 2 over de jaarlijkse cyclus) alvorens dit door de centrumgemeente aan alle deelnemende gemeente ter vaststelling wordt toegezonden.
- -
bespreken regionaal beleid (is ook al huidige taak)
- -
advies over taken centrumgemeente, input leveren
- -
adviseren over voorstellen die naar de colleges gaan m.b.t. regionale taken jeugdhulp
- -
bespreken en evalueren centrumgemeenteconstructie; adviseren over voorstellen voor aanpassing (ter besluitvorming aan colleges/raden).
Ambtelijk overleg ter voorbereiding van het RBO
Het RBO wordt door de centrumgemeente voorbereid met alle gemeenten. Dat gebeurt in een ambtelijk overleg waarin alle deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. Dit ambtelijk overleg komt eveneens minimaal drie keer per jaar bij elkaar, maar zo nodig vaker.
Ambtelijke betrokkenheid bij de overlegtafel
In het bestuurlijk aanbesteden waarvoor is gekozen is er maandelijks overleg met een vertegenwoordiging van de aanbieders (de overlegtafel). In dit overleg zijn de regiogemeenten vertegenwoordigd middels een ambtelijke vertegenwoordiger per subregio. Deze ambtelijke vertegenwoordigers zijn eveneens betrokken bij de voorbereiding van de overlegtafels. In deze voorbereiding wordt de agenda voor het overleg bepaald en spreken gemeenten af welke koers ze kiezen m.b.t. de verschillende agendapunten.
Er ontstaan twee cycli in het intergemeentelijk overleg:
- -
een bestuurlijke cyclus (met ambtelijke voorbereiding) met minimaal drie bijeenkomsten per jaar, waarin de jaardoelen worden bepaald en verantwoording plaatsvindt;
- -
een ambtelijke cyclus rond de overlegtafel waarin gewerkt wordt aan realisatie van de vastgestelde doelen.
Bijlage
2
bij de regeling centrumgemeente: de jaarlijkse cyclus
Dit voorstel is erop gericht dat gemeenten (colleges en raden) invloed kunnen hebben op de regionale besluitvorming en tegelijkertijd aanbieders tijdig weten waar ze voor het komende kalenderjaar aan toe zijn. Hiervoor is aangesloten bij de planning van de bestaande gemeenschappelijke regelingen, waarbij gemeenten voor de zomer beslissen over de opdracht en het budget van het komende jaar. Mede omdat is besloten om de komende drie jaar het rijksbudget voor de jeugdzorg ook daadwerkelijk aan de jeugdzorg te besteden, legt dit de gemeenten geen onnodige beperkingen op. Wel van belang is om te onderkennen dat gemeenten in dit voorstel vooruitlopend op de eigen begroting al voor de zomer de verdeling van dit budget vaststellen (welk deel gaat naar de regionale inkoop, welk deel wordt bestemd voor lokale uitgaven voor bijvoorbeeld de basisteams en op termijn inkoop van de flexibele schil).
Het kader waarbinnen de centrumgemeente werkt wordt bepaald in het regionale beleid. Dit beleid ligt vast in het Functioneel Ontwerp en het (komende) beleidsplan 2015/2018. Gemeenten in de regio maken vierjaarlijks een nieuw beleidsplan. Daarbij zal een deel van het brede jeugdhulpbeleid regionaal van karakter blijven, maar een deel ook lokaal. We stellen voor om de samenwerking waarbinnen het gezamenlijke regionale beleid wordt ontwikkeld en bepaald niet te veranderen (dat wil zeggen: niet in een formele constructie en met de besluitvorming binnen alle afzonderlijke gemeenten). Gezien de intentie om samen te werken en de ervaring die we inmiddels hebben lijkt het niet nodig om deze gezamenlijke beleidsvorming te formaliseren. Immers gemeenten zien het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid om t.a.v. de individuele voorzieningen tot gezamenlijk beleid te komen en dit laat onverlet dat er lokaal beleid mogelijk blijft. Door de beleidsvorming c.q. de besluitvorming over een kader voor de inkoop niet in de centrumregeling op te nemen of anderszins te formaliseren, blijft er optimale (lokale) ruimte voor lokaal beleid én voor de keuzes t.a.v. de grens tussen lokaal en regionaal beleid.
Andere gemeenschappelijke regelingen
Er is regionaal een afspraak gemaakt over de jaarlijkse besluitvorming m.b.t. gemeenschappelijke regelingen. Daarbij wordt in maart een kadernota voorgelegd en in juni een jaarplan Inkoop + begroting. Deze regeling wijkt af in die zin dat het kader (de kadernota) niet binnen de gemeenschappelijke regeling wordt opgesteld maar tot stand komt via het RBO en lokale besluitvorming. In dit proces is dus een stap minder te zetten en gaan we uit van het jaarplan Inkoop en jaarverslag als officiële documenten aan de hand waarvan de gemeenten besluiten nemen over de regeling.
Jaarplan
Inkoop
en jaarverslag
Uitgangspunt is dat de centrumgemeente in overleg met de regio een jaarplan Inkoop opstelt, waarover vervolgens de afzonderlijke colleges en waar nodig gemeenteraden kunnen beslissen. Het jaarplan Inkoop is een uitwerking van het regionaal bepaalde beleid en als zodanig feitelijk een deel van het uitvoeringsprogramma in de regio, namelijk de uitvoering van de inkoop.
Het jaarplan Inkoop bevat in ieder geval:
- -
de uitgangspunten voor de inkoop van zorg, gebaseerd op het Functioneel Ontwerp
- -
de te bereiken resultaten
- -
een begroting (budgetten voor aanbieders + uitvoeringskosten van de centrumgemeente)
- -
een verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten, gebaseerd op de afspraken m.b.t. verevening.
Na afloop van het kalenderjaar doet de centrumgemeente verslag van de bereikte resultaten in het jaarverslag.
Het jaarverslag bevat in ieder geval:
- -
de cijfers t.a.v. het gebruik van jeugdzorg conform de af te spreken monitor, waaronder ook de cijfers m.b.t. het gebruik per gemeente
- -
gegevens m.b.t. cliënttevredenheid
- -
de financiële verantwoording, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten van inkoop (budgetten van aanbieders) en de uitvoeringskosten van de centrumgemeente zelf
- -
een voorstel voor afrekening (afhankelijk van besluitvorming over de wijze van verevening).
N.B. Naast de jaarlijkse verantwoording is ook tussentijdse informatie nodig over voortgang en resultaten. Met aanbieders wordt afgesproken dat een aantal kerncijfers maandelijks beschikbaar komt ( aantal cliënten, aard van de verleende hulp enz.). We maken afspraken over bespreking van deze informatie in het ambtelijk overleg.
In onderstaande tabel is een voorstel opgenomen voor de jaarlijkse cyclus, waarbij onderscheid is gemaakt tussen regionale en lokale activiteiten. In de regionale kolom vindt u acties van de centrumgemeente en RBO. Ambtelijk overleg is niet opgenomen, maar maakt uiteraard wel deel uit van de cyclus. Ambtenaren uit de regio zijn in deze cyclus met name betrokken bij het opstellen van stukken en het voorbereiden van de RBO-overleggen. Daarnaast hebben aanbieders de mogelijkheid om inbreng te leveren via de (maandelijkse) overlegtafel.
Noot: deze planning is nog niet getoetst bij instellingen. Wanneer zij meer tijd nodig hebben om de jaargegevens over te leggen moet de planning worden aangepast.
|
|
|
|
Opstellen jaarverslag en jaarplan Inkoop door centrumgemeente (verder: CG)
Opstellen jaarplan iom de regio
|
Regiogemeenten leveren input voor jaarplan Inkoop
|
|
Bespreking jaarverslag en jaarplan Inkoop in RBO, waarna eventueel aanpassing
|
|
|
College CG stelt jaarplan Inkoop vast en legt het voor aan colleges in de regio
|
|
|
|
Lokale colleges besluiten over het jaarplan Inkoop
Optie 1: en leggen het voor aan de gemeenteraad
Optie 2: verwerken doelen + consequenties in hun kadernota/voorjaarsnota, inclusief voorstel m.b.t. financiering regionaal deel
|
|
Bij instemming meerderheid gemeenten is jaarplan Inkoop vastgesteld en voert CG het uit
|
|