Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2015
 
De raad van de gemeente Naarden;
 
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2014, RV14.045;
 
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
 
b e s l u i t :
 
vast te stellen de 'Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2015'.
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
1. vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;
2. lengte: de lengte over alles;
3. vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een zelfde vaartuig gedurende een periode van tenminste een maand;
4. etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;
5. maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;
6. seizoen: het tijdvak van 16 april tot en met 16 oktober;
7. schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.
Artikel 2 Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.
Artikel 3 Belastingplicht
1. Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.
2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.
Artikel 4 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. door degenen die verblijf houden aan boord van:
a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van personen met een beperking, van hulpbehoevenden of van bejaarden;
b. kano's, roei- en volgboten;
c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;
d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijk watergebied bevindt;
2. waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar een aantal etmalen dat verblijf is gehouden. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.
Artikel 6 Belastingtarief
De belasting bedraagt per persoon per etmaal € 1,48.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het seizoen.
Artikel 8 Wijze van belastingheffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 9 Aanslaggrens
Belastingaanslagen van minder dan € 25,00 worden niet opgelegd.
Artikel 10 Termijnen van betaling
1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkom­stige toepassing.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders 
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.
Artikel 13 Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.
Artikel 14 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
1. De 'Verordening watertoeristenbelasting 2014, vastgesteld door de raad van de gemeente Naarden op 11 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening watertoeristenbelasting 2015'.
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden, gehouden op 10 december 2014.
 
 
 
de voorzitter,
 
 
 
de griffier,
 
Naar boven