De Participatiewet schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat een verordening dient te worden vastgesteld door de raad. Uit artikel 42 van de IOAW en artikel 42 van de IOAZ volgt dat het college zorg moet dragen voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie. Ingevolge die bepalingen is de ‘Verordening cliëntenparticipatie SoZaWe 2015’ tot stand gekomen
.
De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Met goede cliëntenparticipatie is de cliënt gediend, doordat deze als geen ander weet wat de uitwerking is van beleid en uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid. De meest vergaande vorm van cliëntenparticipatie is een cliëntenraad, waarin (ook) cliënten zelf zitting hebben. Een cliëntenraad hoeft echter niet de enige vorm van participatie te zijn. Diverse vormen van cliëntenparticipatie kunnen naast elkaar en in aanvulling op elkaar bestaan.
Deze verordening dient meerdere doelen. Ten eerste geldt het uitgangspunt van de regelingen dat cliënten en/of hun vertegenwoordigers betrokken moeten worden bij de uitvoering van de wet. Ten tweede kan cliëntenparticipatie, vormgegeven in een cliëntenraad, gebruikt worden als middel om te komen tot kwaliteitsverbetering van uitvoering en beleid. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij is dat de cliëntenraad ruimte krijgt voor het uitdragen van een eigen identiteit. In deze verordening is een balans gezocht tussen het belang van de gemeente Brielle in zinvolle cliëntenparticipatie en het belang van de cliëntenraad tot zelfstandige belangenbehartiging en het creëren van een eigen identiteit.
Toelichting artikelsgewijs
Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Participatiewet, Wsw en/of bestaande regelgeving.
Onder B: Cliënten die behoren tot de categorie als bedoeld in artikel 7, lid 1 Participatiewet is een brede doelgroep. Het betreft de groep die voor voorzieningen in aanmerking komt (mensen met een bijstandsuitkering voor levensonderhoud, mensen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden) en de groep die voor het minimabeleid, waaronder bijzondere bijstand, in aanmerking komt (artikel 7, lid 1 sub b Participatiewet). Daarbij is in de definitie opgenomen mensen die een Ioaw- of Ioaz-uitkering ontvangen. Ook zelfstandigen die een beroep doen op ondersteuning via de bijstand (Bijstandsbesluit Zelfstandigen - Bbz) worden gerekend tot de cliënten.
Onder D: de gemeente Brielle vormt één gezamenlijke cliëntenraad met de gemeenten Bernisse en Spijkenisse.
Onder G: Met de directeur wordt bedoeld de persoon die de sector Inwoners van de gemeente Spijkenisse als geheel aanstuurt en die hiërarchisch staat boven de afdelingshoofden van de afdelingen.
Onder J: Een ervaringsdeskundige heeft op het moment van selectie en benoeming een uitkering voor levensonderhoud op grond van de Participatiewet, Ioaw of Ioaz, dan wel behoort tot de doelgroep van de Wsw als bedoeld in artikel 1 Wsw. De rol binnen de cliëntenraad is de ervaring als cliënt in zijn algemeenheid en als cliënt van SoZaWe Brielle in het bijzonder, kenbaar te maken. Een ervaringsdeskundige gebruikt de eigen ervaring voor algemene advisering. Ervaringsdeskundigen mogen hun positie binnen de cliëntenraad niet gebruiken om individuele belangen te behartigen.
Getracht moet worden het maximale aantal cliëntenraadsleden zoveel mogelijk te handhaven. De verhouding tussen de intermediairs en ervaringsdeskundigen mag alleen worden verstoord, indien het maximale aantal niet langer kan worden gehandhaafd, bijvoorbeeld door vertrek van een van de leden. Wanneer een intermediair vertrekt, moet die plek opgevuld worden door een nieuwe intermediair. Voor ervaringsdeskundigen geldt hetzelfde. Wanneer een plek niet kan worden opgevuld, dient deze tijdelijk vacant te blijven. Na een door de cliëntenraad te bepalen periode kan dan opnieuw worden getracht de leeggevallen plek in te vullen.
Een afspiegeling van de cliënten vindt op hoofdlijnen plaats. Hierbij wordt zo mogelijk rekening gehouden met de globale verdeling man-vrouw, leeftijdscategorie, ervaringsdeskundigheid (uitkeringssoort/dienstverband) en soort belangenbehartiging. Getracht moet worden tenminste een alleenstaande ouder met een kind onder de 12 jaar te benoemen. Met de komst van de participatiewet moet daarnaast worden getracht tenminste een jonggehandicapte te benoemen. De belangen van arbeidsgehandicapten kunnen worden vertegenwoordigd door een ervaringsdeskundige of een belangenorganisatie.
Dit artikel behandelt de benoeming van cliëntenraadsleden. Waar wordt gesproken over leden worden ervaringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.
Dit artikel behandelt de beëindiging van het lidmaatschap van cliëntenraadsleden.
Waar wordt gesproken over leden worden ervaringsdeskundigen en intermediairs bedoeld.
Het horen vindt plaats door een vertegenwoordiger van het college in aanwezigheid van de voorzitter van de cliëntenraad. De vertegenwoordiger van het college maakt een afweging tussen de belangen van de cliëntenraad als geheel en de belangen van het lid. Daarin wordt meegewogen in hoeverre de cliëntenraad, al dan niet bij aftreden van het lid, in staat is of blijft haar taken uit te voeren. De afweging vormt onderdeel van het collegebesluit.
Voor de uitvoering van beleid geldt dat de cliëntenparticipatie zich mede uitstrekt tot aanverwante regelgeving, waartoe ook regelingen omtrent zelfstandigen die een vorm van bijstand ontvangen behoren. Verder behoren hiertoe Algemene Maatregelen van Bestuur die zijn uitgevaardigd als uitwerking van de Participatiewet, Ioaw of Ioaz, en dergelijke. Tot slot strekt de cliëntenparticipatie zich uit tot de dienstverlening van de afdelingen met betrekking tot het uitvoeren van bovengenoemde wet- en regelgeving.
De cliëntenraad kan te allen tijde advies geven aan portefeuillehouder, directeur en/ of het college over in artikel 7, eerste lid genoemde zaken. Het betreft echter een niet-bindend advies, hetgeen betekent dat de portefeuillehouder, directeur en/ of het college het advies naast zich neer kan leggen.
Wanneer schriftelijk advies is gevraagd aan de cliëntenraad, wordt advies gegeven aan het adviesvragend orgaan. Indien het gevraagde advies een collegebesluit betreft dat wordt voorgelegd aan de raad, kan bij een afwijkend advies tevens gebruik worden gemaakt van het spreekrecht bij de betreffende raadvergadering.
Wanneer de cliëntenraad ongevraagd adviseert, hangt het af van het onderwerp of het advies is gericht aan de portefeuillehouder, directeur en/ of het college. Advisering die uitvoering of dienstverlening betreft wordt gedaan aan de directeur. Beleidsadvisering omtrent een collegevoorstel of –besluit wordt gedaan aan het college. Beleidsadvisering in een beleidsvoorbereidend stadium wordt gedaan aan de directeur.
Behartiging van de belangen van cliënten kan ook (doel)groepen daarbinnen betreffen. Als groep binnen de cliënten kan niet worden gezien een of enkele personen, waarbij het een specifieke situatie betreft.
Een duidelijke grens aan de bevoegdheden van de cliëntenraad wordt gesteld om de scheiding tussen taken en rol van de gemeente en taken en rol van de cliëntenraad aan te brengen. De cliëntenraad behoort niet in de wettelijke of organisatorische taken van de gemeente te treden of in taken waarin de gemeente geen zelfstandige beleidsbevoegdheid heeft. Mochten bezwaarschriften of individuele klachten worden ontvangen door de cliëntenraad, worden deze doorgestuurd naar de afdelingen. De cliëntenraad is wel bevoegd de bezwaren of klachten te veralgemeniseren indien deze vaker voorkomen, en als algemene beperking binnen beleid, uitvoering of dienstverlening aan de orde te stellen.
Het uitbreiden van het aantal deelnemers aan het overleg tussen gemeente en cliëntenraad vindt plaats op incidentele basis, wanneer inhoudelijke of organisatorische redenen dit noodzakelijk maken.
De faciliteiten die ter beschikking van de cliëntenraad worden gesteld, blijven onder verantwoordelijkheid vallen van de gemeente Spijkenisse. Het budget dat beschikbaar is voor de cliëntenraad staat onder beheer van de afdelingen. De cliëntenraad geeft aan voor welke uitgaven zij het budget wenst te gebruiken.
De directeur autoriseert de uitgaven, tenzij in strijd met in dit lid genoemde punten. Het uitgangspunt is dat de cliëntenraad voldoende financiële vrijheid wordt verleend om haar taken naar wens uit te kunnen voeren.
Dit artikel bepaalt de noodzaak van een reglement voor de cliëntenraad.
In onvoorziene omstandigheden, beslist het college. Beslissingen op basis van dit artikel vinden plaats na overleg met de cliëntenraad.
Deze verordening treedt in de plaats van de verordening cliëntenparticipatie 2012 Brielle. De verordening wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van de onderhavige verordening ingetrokken.