Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering leges 2011 en de daarbij behorende tarieventabel 2015.
 
 
De raad van de gemeente Haren,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2014,
gelet op artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges 2011 en de daarbij behorende tarieventabel 2015.
Artikel I
Artikel 4 dient als volgt te worden aangepast:
Leges worden niet geheven voor:
  • a.
    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
  • b.
    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ;
  • c.
    het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
  • d.
    het in behandeling nemen van aanvragen omtrent inkomen en vermogen.
Artikel II
In artikel 10 ('Overdracht van bevoegdheden'), letter b dient onderdeel 1.1.10 te worden vervangen door onderdeel 1.1.4.
Artikel III
Artikel 10 (‘Overdracht van bevoegdheden’), letter b, sub 4 (papieren verstrekking) moet in zijn geheel worden vervangen door: onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk).
Artikel IV
De tarieventabel leges 2015 behorende bij de verordening op de heffing en invordering van leges 2011 wordt zodanig gewijzigd, dat deze komt te luiden zoals in de bijlage bij deze verordening is aangegeven.
Artikel V
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. De in deze verordening aangegeven wijzigingen worden met ingang van 1 januari 2014 bij de heffing toegepast.
Haren, 6 november 2014
de raad voornoemd,
O.E. de Vries,
griffier
J.G. Vlietstra,
voorzitter
Bijlage bij de verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van leges 2011.
Tarieventabel leges 201 5
 
 
 
 
 
 
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2011
 
 
 
 
 
 
Indeling tarieventabel
 
 
 
 
 
 
Titel 1
Algemene dienstverlening
 
 
Hoofdstuk 1
Burgerlijke stand
 
 
Hoofdstuk 2
Reisdocumenten
 
 
Hoofdstuk 3
Rijbewijzen
 
 
Hoofdstuk 4
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
 
 
Hoofdstuk 5
Verstrekkingen uit het Kiezersregister
 
 
Hoofdstuk 6
Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
 
 
Hoofdstuk 7
Bestuursstukken
 
 
Hoofdstuk 8
Vastgoedinformatie
 
 
Hoofdstuk 9
Overige publiekszaken
 
 
Hoofdstuk 10
Gemeentearchief
 
 
Hoofdstuk 11
Huisvestingswet
 
 
Hoofdstuk 12
Leegstandwet
 
 
Hoofdstuk 13
Gemeentegarantie
 
 
Hoofdstuk 14
Marktstandplaatsen
 
 
Hoofdstuk 15
Winkeltijdenwet
 
 
Hoofdstuk 16
Kansspelen
 
 
Hoofdstuk 17
Telecommunicatie
 
 
Hoofdstuk 18
Verkeer en vervoer
 
 
Hoofdstuk 19
Diversen
 
 
Hoofdstuk 20
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
 
 
 
 
 
 
Titel 2
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
 
 
Hoofdstuk 1
Begripsomschrijvingen
 
 
Hoofdstuk 2
Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag
 
 
Hoofdstuk 3
Omgevingsvergunning
 
 
Hoofdstuk 4
Vermindering
 
 
Hoofdstuk 5
Teruggaaf
 
 
Hoofdstuk 6
Intrekking omgevingsvergunning
 
 
Hoofdstuk 7
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
 
 
Hoofdstuk 8
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
 
 
Hoofdstuk 9
Sloopmelding
 
 
Hoofdstuk 10
In deze titel niet benoemde beschikking
 
 
 
 
 
 
Titel 3
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
 
 
Hoofdstuk 1
Horeca
 
 
Hoofdstuk 2
Organiseren evenementen of markten
 
 
Hoofdstuk 3
Prostitutiebedrijven
 
 
Hoofdstuk 4
Splitsingsvergunning woonruimte
 
 
Hoofdstuk 5
Leefmilieuverordening
 
 
Hoofdstuk 6
Brandbeveiligingsverordening
 
 
Hoofdstuk 7
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
 
 
Hoofdstuk 8
Geluidshinder
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Titel 1 Algemene dienstverlening
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
 
 
 
 
 
 
1.1.1
Voor het voltrekken van een huwelijk op een andere tijd dan ingevolge artikel 4 van de wet van 23 april 1879, Stb. 72, voor kosteloze huwelijksvoltrekkingen is bepaald, wordt
 
 
1.1.1.1
voor een volledige huwelijksvoltrekkingen/partnerschapregistraties in de trouwzaal van het gemeentehuis
 
 
 
op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdagochtend een recht geheven van:
503,00
1.1.1.1.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
519,00
1.1.1.2
voor huwelijksvoltrekkingen/partnerschapregistraties in kamer ‘de Hoop’ van het gemeentehuis (budget)
 
 
 
op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag een recht geheven van:
211,00
1.1.1.3
voor volledige huwelijksvoltrekkingen/partnerschapregistraties in de Dickensroom van ‘t Clockhuys
 
 
1.1.1.3.1
op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een recht geheven van:
502,00
1.1.1.3.1.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
518,00
1.1.1.3.2
op zaterdag een recht geheven van:
575,00
1.1.1.3.2.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
518,00
1.1.1.4
voor volledige huwelijksvoltrekkingen/partnerschapregistraties in één van de exte r ne locaties
 
 
1.1.1.4.1
op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een recht geheven van:
321,00
1.1.1.4.1.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
 
313,00
1.1.1.4.2
op zaterdag een recht geheven van:
513,00
1.1.1.4.2.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
313,00
1.1.1.4.3
voor een avondhuwelijk een recht geheven van:
382,00
1.1.1.4.3.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
313,00
1.1.1.5
voor volledige huwelijksvoltrekkingen/partnerschapregistraties op een eigen gek o zen (goedgekeurde) locatie
 
 
1.1.1.5.1
op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag een recht geheven van:
554,00
1.1.1.5.1.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
 
546,00
1.1.1.5.2
op zaterdag een recht geheven van:
646,00
1.1.1.5.2.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
 
646,00
1.1.1.5.3
voor een avondhuwelijk een recht geheven van:
615,00
1.1.1.5.3.1
door eigen buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (incl. benoeming)
546,00
1.1.1.6
Voor een eenmalige benoeming van een externe buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand een recht geheven van:
113,00
1.1.2
Voor het omzetten van partnerschapsregistratie in huwelijken wordt een recht geheven van:
39,00
1.1.3
Voor het verstrekken van een trouwboekje geldt een recht van:
24,00
1.1.4
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten
 
 
 
 
 
 
1.2
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:
 
 
1.2.1
van een nationaal paspoort:
 
 
1.2.1.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
66,95
1.2.1.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,05
1.2.2
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
 
 
1.2.2.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
66,95
1.2.2.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,05
1.2.3
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
 
 
1.2.3.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
66,95
1.2.3.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,05
1.2.4
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
51,05
1.2.5
van een Nederlandse identiteitskaart
 
 
1.2.5.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
52,95
1.2.5.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
28,35
1.2.6
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
47,05
1.2.7
De gemeente Haren hanteert de maximum tarieven. Als deze tarieven van Rijkswege wijzigen, worden de tarieven in Haren dienovereenkomstig aangepast.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
 
 
 
 
 
 
1.3.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
38,48
1.3.2
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
34,10
1.3.3
Verklaring van vermissing van rijbewijs
20,45
1.3.4
De gemeente Haren hanteert de maximum tarieven. Als deze tarieven van Rijkswege wijzigen, worden de tarieven in Haren dienovereenkomstig aangepast.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
 
 
 
 
 
 
1.4.1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.
 
 
1.4.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.4.2.1
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
12,50
1.4.3
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen.
 
 
1.4.4
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.4.4.1
tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking
12,50
1.4.5
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen
22,97
1.4.6
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen
2,30
1.4.7
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier
20,45
 
 
 
 
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
 
 
 
 
 
 
1.6.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens:
 
 
1.6.1.1
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit:
 
 
1.6.1.1.1
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina
0,23
 
met een maximum per bericht van
5,06
1.6.1.1.2
meer dan 100 pagina’s
22,78
1.6.1.2
bij verstrekking anders dan op papier
5,06
1.6.1.3
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking
22,78
1.6.2
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd.
 
 
1.6.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens
4,56
 
 
 
 
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
 
 
 
 
 
 
1.7.1
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een afschrift van of verstrekking via alternatieve media:
 
 
1.7.1.1
de Algemene Plaatselijke Verordening
26,64
1.7.1.2
de toelichting op de Algemene Plaatselijke Verordening
33,24
1.7.1.3
de Bouwverordening
6,85
1.7.1.4
de toelichting op de Bouwverordening
23,42
1.7.1.5
een andere verordening of toelichting daarop per bladzijde
0,15
1.7.2
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een afschrift van:
 
 
1.7.2.1
begroting
18,56
1.7.2.2
bijlagen bij de begroting
15,44
1.7.2.3
jaarverslag
18,56
1.7.2.4
bijlagen bij het jaarverslag
15,44
1.7.3
Andere stukken, per bladzijde geheel of gedeeltelijk bedrukt.
0,33
1.7.4
Bij toezending van de stukken genoemde onder 1.7.1 tot en met 1.7.3 worden de vermelde bedragen verhoogd met de portokosten.
 
 
1.7.5
Aan leges wordt geheven voor:
 
 
1.7.5.1
een abonnement op de agenda’s, voorstellen en de notulen van de raadsvergaderingen, voor zover voor publicatie vatbaar, per jaar:
 
 
1.7.5.1.1
bij het afhalen van de stukken
16,16
1.7.3.1.2
bij het toezenden van de stukken
79,92
1.7.5.2
de stukken sub 1.7.5.1 van één commissievergadering of één raadsvergadering:
 
 
1.7.5.2.1
bij het afhalen van de stukken
32,42
1.7.5.2.2
bij het toezenden van de stukken
9,51
 
 
 
 
Hoofdstuk 8 Kadaster en Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen (Wkpb)
 
 
 
 
 
 
1.8.1
Het tarief bedraagt terzake van het verlenen van inzage in de kadastrale leggers per leggerartikel, met behulp van een medewerker per kwartier, een gedeelte van een kwartier voor een geheel gerekend:
20,45
1.8.2
Het tarief terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift uit het rijkskadaster bedraagt:
 
Tarief Rijks-kadaster
1.8.3
Voor het verstrekken van een kopie uit het Wkpb-beperkingsregister, per kopie
9,31
1.8.4
Voor het verstrekken van een uittreksel uit de Wkpb-registratie, per kopie
9,31
1.8.5
Voor het verstrekken van een onbelastverklaring uit het Wkpb-beperkingenregister, per verklaring (onbelast: geen enkele beperking rust op een onroerende zaak)
9,31
 
 
 
 
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
 
 
 
 
 
 
1.9
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.9.1
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag
30,05
1.9.2
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn
12,50
1.9.3
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
12,50
1.9.3.1
Voor het ter legalisatie opsturen van een stuk wordt aan leges geheven
3,53
1.9.4
De gemeente Haren hanteert in onderdeel 1.9.1 het door het COVOG vastgestelde tarief. Als dit tarief van Rijkswege wijzigt, wordt het tarief in Haren dienovereenkomstig aangepast.
 
 
1.9.5
De gemeente Haren hanteert in onderdeel 1.9.2 het door Rijk vastgestelde tarief. Als dit tarief van Rijkswege wijzigt, wordt het tarief in Haren dienovereenkomstig aangepast.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
 
 
 
 
 
 
1.10.1
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier:
20,45
1.10.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:
 
 
1.10.2.1
een afschrift, fotokopie of een afschrift via een alternatieve media van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina
0,15
1.10.2.2
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk
0,87
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 11 Register woningzoekenden
 
 
 
 
 
 
1.11
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.11.1
tot het (her)inschrijven in een register van woningzoekenden als bedoeld in de regeling "Inschrijvingen toewijzing van bouwterreinen en nieuwbouwkoopwoningen" zoals deze laatstelijk is vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 4 april 1989
29,55
 
 
 
 
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
 
 
 
 
 
 
1.12
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.12.1
tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van een leegstande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet
99,40
1.12.2
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet
99,40
 
 
 
 
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 14 Standplaatsvergunning
 
 
 
 
 
 
1.14.1
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een vergunning tot het binnen de gemeente innemen van een standplaats
 
 
1.14.1.1
een vast bedrag van
55,22
1.14.1.2
en een toeslag voor elke dag of elk dagdeel waarop op basis van de vergunning standplaats mag worden ingenomen
5,37
1.14.1.3
met een maximum per jaar van
137,39
1.14.2
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een vergunning tot het binnen de gemeente innemen van een stand van een circus een bedrag per dag (inclusief op- en afbouw) van
54,91
 
 
 
 
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet
 
 
 
 
 
 
1.15.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.15.1.1
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet of de Verordening Winkeltijden Haren 2013
32,57
 
 
 
 
Hoofdstuk 16 Kansspelen
 
 
 
 
 
 
1.16.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
 
 
1.16.1.1
voor een periode van twaalf maanden voor één kanspelautomaat
56,50
1.16.1.2
voor een periode van twaalf maanden voor twee kanspelautomaten of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat
56,50
 
en voor ieder volgende kansspelautomaat
34,00
1.16.1.3
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd
226,50
1.16.1.4
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van langer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat
226,50
 
en voor ieder volgende kansspelautomaat
136,00
1.16.2
De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.
 
 
1.16.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)
12,99
 
 
 
 
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie
 
 
 
 
 
 
1.17.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet:
167,28
1.17.1.1
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
1.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 1.17.1.1 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer
 
 
 
 
 
 
1.18
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.18.1
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
38,50
1.18.2
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen
38,50
1.18.3
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
54,81
1.18.3.4
voor een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) voor de duur van maximaal een jaar
27,41
1.18.3.5
voor een verzoek tot afgifte van gehandicaptenparkeerkaart (duplicaat) zoals bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) na vermissing bestaande uit kosten voor de kaart en de administratiekosten van de gemeente
27,41
 
 
 
 
Hoofdstuk 19 Diversen
 
 
 
 
 
 
 
Vuurwerk
 
 
 
Afleveren van vuurwerk:
 
 
1.19.1
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een vergunning als bedoeld in artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening
37,68
 
 
 
 
 
Ligplaatsen voor woonboten
 
 
1.19.2
Voor een vergunning ten behoeve van het innemen van een ligplaats met een woonboot in het daarvoor aangewezen water
85,75
 
 
 
 
 
Algemeen
 
 
1.19.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
 
1.19.3.1
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
0,58
1.19.3.2
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
 
 
1.19.3.2.1
per pagina op papier van A4-formaat
0,33
1.19.3.2.2
per pagina op papier van A0-formaat
4,09
1.19.3.2.3
per pagina op papier van A1-formaat
2,81
1.19.3.2.4
per pagina op papier van een ander formaat
2,81
1.19.3.3
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.19.3.1 en 1.19.3.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk
0,33
 
vermeerderd met
0,10
 
voor elke dm² waarmee de oppervlakte van de kaart, tekening of lichtdruk de 3,6 dm² te boven gaat;
 
 
1.19.3.4
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
14,21
1.19.3.5
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina
3,68
1.19.4
Aan leges wordt geheven voor het verlenen van een (tijdelijke) vergunning voor het gebruik van de openbare weg ten behoeve van het plaatsen van reclameborden rond lichtmasten een tarief van
99,40
1.19.5
Het tarief voor inzage in een bouwdossier anders dan ten behoeve van een procedure op basis van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt
10,23
1.19.6
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens uit het digitaal bouwarchief per dossier
10,23
 
 
 
 
Hoofdstuk 20 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
 
 
 
 
 
 
1.20.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
99,40
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
 
 
 
 
 
 
2.1.1
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
 
 
2.1.1.1
Gereserveerd.
 
 
 
 
 
 
2.1.1.2
bouwkosten:
 
 
 
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
 
2.1.1.3
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
 
 
2.1.2
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
 
 
2.1.3
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
 
 
 
 
 
 
2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
2.2.1
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
95,82
2.2.2
om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning:
 
100%
 
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
 
 
 
 
 
 
2.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
 
 
 
 
 
 
2.3.1
Bouwactiviteiten
 
 
2.3.1.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.1.1.1
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten minder dan € 2.500.000 bedragen:
 
3,46%
 
met een minumum van:
95,82
2.3.1.1.2
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten € 2.500.000 en meer doch minder dan € 5.000.000 bedragen, het op grond van onderdeel 2.3.1.1.1 berekende bedrag, vermeerderd met 2,8 % voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 2.500.000,00;
 
 
2.3.1.1.3
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten € 5.000.000 en meer doch minder dan € 7.500.000 bedragen, de op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 berekende bedragen, vermeerderd met 2,33 % voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 5.000.000;
 
 
2.3.1.1.4
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten € 7.500.000 en meer doch minder dan € 20.000.000 bedragen, de op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 berekende bedragen, vermeerderd met 1,40 % voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 7.500.000;
 
 
2.3.1.1.5
voor bouwwerken waarvan de bouwkosten meer dan € 20.000.000 bedragen, de op grond van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 berekende bedragen, vermeerderd met 0,47 % voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 20.000.000.
 
 
 
 
 
 
 
Welstandstoets
 
 
2.3.1.2
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief (incl. 21% B.T.W.), indien er voor een bouwplan een welstandstoets noodzakelijk is, voor bouwwerken waarvan de bouwkosten bedragen:
 
 
 
a.minder dan € 5.000,00;
60,50
 
b.€ 5.000,00 en meer doch minder dan € 230.000,00, vermeerderd met 2,5 promille van de bouwkosten boven de € 5.000,00;
60,50
 
c.€ 230.000,00 en meer doch minder dan € 460.000,00 vermeerderd met 1,0 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 230.000,00;
710,88
 
d.€ 460.000,00 en meer doch minder dan € 700.000,00 vermeerderd met 0,5 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 460.000,00;
989,18
 
e.€ 700.000,00 en meer doch minder dan € 1.200.000,00 vermeerderd met 0,25 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 700.000,00;
1.134,38
 
f.€ 1.200.000,00 en meer vermeerderd met 0,125 promille voor het gedeelte van de bouwkosten boven € 1.200.000,00.
1.285,63
2.3.1.2.1
Voor woningen van hetzelfde type welke in één complex worden uitgevoerd, is de volgende berekeningswijze van toepassing:
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 voor complexen met 1 t.m. 4 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 5 woningen voor complexen van 5 t.m. 10 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 6 woningen voor complexen van 11 t.m. 20 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 8 woningen voor complexen van 21 t.m. 30 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 10 woningen voor complexen van 31 t.m. 40 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 12 woningen voor complexen van 41 t.m. 50 gelijke woningen;
 
 
 
-tariefberekening volgens onderdeel 2.3.1.2 over de bouwkosten van 14 woningen voor complexen van 51 t.m. 60 gelijke woningen;
 
 
 
enzovoorts, met dien verstande dat etage- en galerijwoningen als één bouwblok worden beschouwd zodat dat tarief daarvan wordt berekend naar de totale kosten van het bouwblok.
 
 
2.3.1.2.2
Voor de berekening van advieskosten voor woningcomplexen die uit, uiterlijk, verschillende woningtypen zijn samengesteld, wordt de bovengenoemde berekening van onderdeel 2.3.1.2.1 toegepast. Deze geldt per afzonderlijk woningtype, ongeacht de bloksamenstelling.
 
 
 
 
 
 
2.3.1.3
Verplicht advies agrarische commissie (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
 
Achteraf ingediende aanvraag
 
 
2.3.1.4
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.7, 2.3.8. en 2.3.9. wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de desbetreffende activitieit, verhoogd met
 
10%
 
tot een maximumbedrag van € 1.000,00 van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
 
 
 
 
 
 
2.3.1.5
Beoordeling aanvullende gegevens (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
2.3.2
Aanlegactiviteiten
 
 
2.3.2.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
297,19
 
 
 
 
2.3.3
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
 
 
2.3.3.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
 
 
 
a.indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-:
281,51
 
b.indien de bouwkosten meer dan € 20.000,- maar minder dan € 100.000,- bedragen:
450,35
 
c.indien de bouwkosten € 100.000,- of meer bedragen:
675,47
2.3.3.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking, tenzij de kosten anderszins zijn verzekerd):
 
 
 
a.indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-:
281,51
 
b.indien de bouwkosten meer dan € 20.000,- maar minder dan € 100.000,- bedragen:
450,35
2.3.3.3
c.indien de bouwkosten € 100.000,- of meer bedragen:
675,47
 
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
 
 
 
a.indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-:
281,51
 
b.indien de bouwkosten meer dan € 20.000,- maar minder dan € 100.000,- bedragen:
450,35
 
c.indien de bouwkosten € 100.000,- of meer bedragen:
675,47
2.3.3.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
450,35
2.3.3.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
95,82
 
Dit onderdeel vindt geen toepassing indien de met de ontheffing of de toetsing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
 
 
2.3.3.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
 
 
 
a.indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-:
281,51
 
b.indien de bouwkosten meer dan € 20.000,- maar minder dan € 100.000,- bedragen:
450,35
 
c.indien de bouwkosten € 100.000,- of meer bedragen:
675,47
2.3.3.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
 
 
 
a.indien de bouwkosten niet meer bedragen dan € 20.000,-:
281,51
 
b.indien de bouwkosten meer dan € 20.000,- maar minder dan € 100.000,- bedragen:
450,35
 
c.indien de bouwkosten € 100.000,- of meer bedragen:
675,47
2.3.3.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
95,82
2.3.4
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.4.1
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
450,35
2.3.4.2
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
450,35
2.3.4.3
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
450,35
2.3.4.4
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
450,35
2.3.4.5
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
450,35
2.3.4.6
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
450,35
2.3.4.7
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
450,35
2.3.4.8
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
450,35
 
 
 
 
 
Brandveiligheid
 
 
2.3.5
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid.
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
239,74
2.3.5.1
De overeenkomstig onderdeel 2.3.5 geheven leges worden vermeerderd met de bedragen genoemd in 2.3.5.2 indien en voor zover deze op het bouwwerk of de inrichting, waarop de verleende vergunning betrekking heeft, van toepassing zijn.
 
 
2.3.5.2
De opslag als bedoeld in 2.3.5.1 bedraagt voor een bouwwerk met een bruto vloeroppervlak als bedoeld in het normblad NEN 2580 met een oppervlakte:
 
 
 
tot 100 m²
151,60
 
101 tot 500 m²
405,65
 
501 tot 5.000 m²
1.646,72
 
5.000 tot 10.000 m²
4.744,95
 
10.000 tot 50.000 m²
5.743,06
2.3.5.3
Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning tot het in gebruik hebben of houden van een tijdelijke inrichting, als bedoeld in de Brandveiligheidsverordening van de gemeente Haren, voor een periode van:
 
 
 
maximaal 3 dagen
239,74
 
4 tot en met 7 dagen
395,40
 
meer dan 7 dagen
395,40
 
vermeerderd met per week of per gedeelte daarvan
76,32
2.3.6
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
 
 
2.3.6.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de in de Monumentenverordening Gemeente Haren aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.6.1.1
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
450,35
2.3.6.1.2
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
450,35
2.3.6.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gemeente Haren aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of Gemeentelijke Monumentenverordening Haren een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
450,35
 
 
 
 
2.3.7
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
 
 
2.3.7.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
450,35
 
 
 
 
2.3.8
Aanleggen of veranderen weg
 
 
2.3.8.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
297,19
2.3.8.2
Het op grond van onderdeel 2.3.8.1 verschuldigde tarief wordt, indien de aanvraag krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met
341,99
2.3.8.3
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.10 of 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening (projectbesluit) wordt toegepast, verhoogd met
341,99
2.3.8.4
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, 3.22, 3.23 of 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met
341,99
2.3.8.5
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met
341,99
 
Deze verhoging vindt geen toepassing indien de met de ontheffing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
 
 
 
 
 
 
2.3.9
Uitweg/inrit
 
 
2.3.9.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
20,10
 
 
 
 
2.3.10
Kappen
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
39,48
 
 
 
 
2.3.11
Opslag van roerende zaken (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
2.3.12
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
 
 
2.3.12.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.12.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wordt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.12.3
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.12.1 en 2.3.12.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
2.3.13
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
 
 
2.3.13.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Natuurbeschermingswet ontheffing nodig is, dan wordt het tarief, die door het betreffende bevoegd gezag in rekening worden gebracht, doorbelast.
 
 
 
 
 
 
2.3.14
Andere activiteiten
 
 
2.3.14.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
 
 
2.3.14.2
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, dan bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.14.3
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, dan bedraagt het tarief: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.14.4
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.2 en 2.3.14.3 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aan-vraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
2.3.15
Omgevingsvergunning in twee fasen
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief
 
 
2.3.15.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
 
 
2.3.15.2
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
2.3.16
Beoordeling bodemrapport
 
 
 
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
 
 
2.3.16.1
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
154,23
2.3.16.2
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
50,29
2.3.16.3
Voor de beoordeling van een digitaal aangeleverde milieukundig bodemrapport overeenkomstig het SIKB-uitwisselprotocol bedraagt de korting (SIKB = Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer) van het bedrag zoals genoemd in onderdeel 2.3.16.1
 
50%
 
 
 
 
2.3.17
Advies
 
 
2.3.17.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.17.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
2.3.18
Verklaring van geen bedenkingen
 
 
2.3.18.1
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
 
 
2.3.18.1.1
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
95,82
2.3.18.1.2
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.18.2
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
2.3.18.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning.
95,82
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4 Vermindering
 
 
 
 
 
 
2.4.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
 
 
 
 
 
 
2.5.1
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
 
 
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
 
 
2.5.1.1
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 1 week na het in behandeling nemen ervan 90% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
 
 
2.5.1.2
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 1 week en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
 
 
2.5.1.3
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in behandeling nemen ervan 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
 
 
 
 
 
2.5.2
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning
 
n.v.t.
 
 
 
 
2.5.3
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
n.v.t.
 
 
 
 
2.5.4
Minimumbedrag voor teruggaaf
 
n.v.t.
 
 
 
 
2.5.5
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
 
 
 
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
 
 
 
 
 
 
2.7
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
95,82
 
 
 
 
Hoofdstuk 8 Vervallen
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 9 Vervallen
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
 
 
 
 
 
 
2.10
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
97,70
 
 
 
 
 
 
 
 
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1 Horeca
 
 
 
 
 
 
3.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:
 
 
3.1.1
een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet
263,15
3.1.2
een aanvraag om een vergunning voor het hebben van een terras als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Haren
342,80
3.1.3
een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet
53,20
3.1.4
een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
40,00
3.1.5
voor een wijziging van een leidinggevende op de Drank- en horecavergunning
53,20
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
 
 
 
 
 
 
3.2.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:
 
 
3.2.1.1
een grootschalig evenement met meer dan 5.000 bezoekers/ deelnemers en/of een evenement met verhoogd risicoprofiel
744,75
3.2.1.2
een herdenkingsplechtigheid
40,50
3.2.1.3
een braderie
40,50
3.2.1.4
een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg
40,50
3.2.1.5
een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg
40,50
3.2.1.6
een klein evenement dat niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 2:25, derde lid, van de Algemene plaatselijke verordening
40,50
3.2.1.7
overige evenementen
40,50
3.2.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening
40,50
3.2.3
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een vergunning tot het afsluiten van een weg in verband met festiviteiten
99,40
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
 
 
 
 
 
 
3.3
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
 
 
3.3.1
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2:
 
 
3.3.1.1
voor een seksinrichting
278,05
3.3.1.2
voor een escortbedrijf
278,05
3.3.2
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3:15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening:
 
 
3.3.2.1
voor een seksinrichting
278,05
3.3.2.2
voor een escortbedrijf
278,05
 
 
 
 
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
 
 
 
 
 
 
3.4.1
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet
99,40
3.4.2
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet waarvoor ingevolge artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo een vergunning is vereist, bedraagt het tarief 3,98% van de bouwsom met een minimum van
99,40
 
 
 
 
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening (n.v.t)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening (n.v.t.)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
 
 
 
 
 
 
3.7
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
99,40
 
 
 
 
Hoofdstuk 8 Geluidshinder
 
 
3.8.1
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een kennisgeving als bedoeld in artikel 4:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het veroorzaken van geluidshinder:
37,95
3.8.2
Aan leges wordt geheven voor de afgifte van een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6, tweede lid van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het veroorzaken van geluidshinder:
37,95
 
 
 
 
Behorende bij raadsbesluit van 6 november 2014
 
 
 
 
 
 
De raad voornoemd,
 
 
 
 
 
 
O.E. de Vries,
 
 
 
griffier
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
J.G. Vlietstra,
 
 
 
voorzitter
 
 
 
Toelichting op artikel indien van toepassing.
Artikel I
Artikel 4 Onderdeel a
In onderdeel a is een (verplichte) vrijstelling opgenomen voor diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 (grondexploitatie) van de Wet ruimtelijke ordening zijn of worden verhaald. Deze vrijstelling houdt verband met de zogenaamde Grondexploitatiewet (Stb. 2007, 271) die op 1 juli 2008 in werking is getreden en onderdeel uitmaakt van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (afdeling 6.4).
Onderdeel b
Onderdeel b heeft betrekking op het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een (milieu-)inrichting of mijnbouwwerk (artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hiervoor kunnen geen leges worden geheven op grond van artikel 2.9, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) dat luidt:
‘1. Voor zover aanvragen tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning betrekking hebben op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, worden geen rechten geheven.’
Dit is dus ook een wettelijke vrijstelling, die voor een goed begrip nu is opgenomen in de legesverordening.
Onderdeel c
De vrijstelling onder c heeft betrekking op de zogenaamde ‘omgevingsvergunning beperkte milieutoets’ (OBM). Dit is een toestemming van het bevoegd gezag die bedrijven sinds 1 januari 2011 voor een aantal activiteiten uit het Activiteitenbesluit (officiële naam: 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer') nodig hebben om met deze activiteiten op een specifieke locatie te kunnen starten. De OBM is van toepassing op twee typen activiteiten:
  • -
    activiteiten waarvoor een m.e.r-beoordeling verplicht is; en
  • -
    activiteiten waarvoor het bevoegd gezag een lokale toets moet uitvoeren om te beoordelen of de activiteit ingepast kan worden in de lokale situatie.
De OBM is gebaseerd op artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wabo in samenhang met artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht. De OBM bestaat uit een toestemming of een weigering. Het bevoegd gezag kan geen voorschriften aan de OBM verbinden (artikel 5.13a Besluit omgevingsrecht).
Zoals bekend bestaat er sinds 1998 een legesvrijstelling voor milieuactiviteiten, waarvoor gemeenten destijds een extra uitkering in het gemeentefonds hebben ontvangen. Omdat de OBM activiteiten betreft die voorheen ‘gewoon’ milieuvergunningplichtig waren en dus onder de wettelijke legesvrijstelling voor milieuvergunningen vielen, zou ook voor de OBM een wettelijke legesvrijstelling moeten gelden. De wetgever heeft bij de invoering van de Wabo verzuimd deze vrijstelling in artikel 2.9a van de Wabo te regelen, maar heeft artikel 2.9a, eerste lid, inmiddels aangepast (Stb. 2012, 114). Het wachten is nog op de amvb die de vrijstelling invult. In verband met een en ander hebben wij vooruitlopend op de wettelijke legesvrijstelling een vrijstelling in de modelverordening leges opgenomen. Er is geen sprake van een nieuwe of verzwaring van de taak van gemeenten (eerder het tegendeel), er hangt alleen een ander label op: de ‘i-vergunning’.
Onderdeel d
Deze vrijstelling is ongewijzigd.
Artikel II
In verband met de nummerwijziging in de tarieventabel dient deze nummering ook te worden aangepast.
Artikel III
Aangezien verstrekkingen van tegenwoordig niet alleen meer op papier meer plaatsvinden maar ook digitaal is het wenselijk om de tekst in de verordening aan te passen.
Naar boven