Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Twenterand 2015
 
Artikel 1. Woningaanpassingen
De financiële tegemoetkoming in de kosten van het treffen van een woonvoorziening moet worden terugbetaald indien de woning binnen 10 jaar na gereed melding van de woonvoorziening wordt verkocht en de hoogte van de financiële tegemoetkoming meer bedraagt dan € 7.500,-.
De hoogte van het terug te betalen bedrag wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaand afschrijvingsschema:
• voor het eerste jaar 100%
• voor het tweede jaar 90%
• voor het derde jaar 80%
• voor het vierde jaar 70%
• voor het vijfde jaar 60%
• voor het zesde jaar 50%
• voor het zevende jaar 40%
• voor het achtste jaar 30%
• voor het negende jaar 20%
• voor het tiende jaar 10%
Artikel 2. Verhuiskosten
1.Het bedrag voor een verhuiskostenvergoeding bedraagt € 1100,00.
Het bedrag waarboven het primaat van de verhuizing wordt gehanteerd bedraagt € 1100,00.
Artikel 3. Bezoekbaar maken
Het bedrag dat in het kader van het zogenaamde bezoekbaar maken maximaal wordt verstrekt bedraagt maximaal € 225,00.
Artikel 4. Vervoersvoorziening
De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten wordt mede bepaald aan de hand van de mogelijkheden van een persoon om zich zelf te verplaatsen.
  • 1.
    De bedragen voor een vervoersvoorziening zijn:
    • a.
      autokostenvergoeding € 285,00 per jaar
    • b.
      taxikostenvergoeding € 1665,00 per jaar
    • c.
      rolstoeltaxikostenvergoeding € 1900,00 per jaar.
Voor echtgenoten en partners, die beiden in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming bedraagt de financiële tegemoetkoming aan een ieder 50% van de bedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b of c. Indien de vervoersbehoefte van echtgenoten en partners niet samenvalt, kan de financiële tegemoetkoming verhoogd worden tot maximaal 150% van de in lid 1onder a, b of c genoemde bedragen voor het echtpaar en partners.
De financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten bij gebruik van een scootmobiel, een driewielfiets of een andere vervoersvoorziening bedraagt 50% van de normbedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b of c.
Aan personen van 0 tot 5 jaar wordt geen vervoersvoorziening verstrekt. Personen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar hebben recht op een vervoersvoorziening gebaseerd op 50% van de normbedragen zoals genoemd in lid 1 onder a, b en c.
Artikel 5. Sportrolstoel
Het bedrag voor het aanschaffen en onderhouden van een sportrolstoel voor 3 jaar bedraagt maximaal € 2450,00.
Artikel 6. Weigering toekennen PGB
Het college weigert de toekenning van een pgb, behoudens bijzondere omstandigheden,
1.voor zover de kosten van het betrekken van de ondersteuning van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening (in natura).
als het eerder een beslissing aangaande een pgb heeft herzien of ingetrokken omdat:
de ontvanger van het budget onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en verstrekking van de juiste gegevens tot een andere beslissing had geleid;
de cliënt niet voldoet aan de voorwaarden van het pgb;
de cliënt het pgb niet heeft gebruikt of gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het is bestemd.
Artikel 7. Hoogte van het PGB
De vaststelling van de hoogte van het pgb vindt plaats op de wijze zoals in de leden 1 t/m 4 opgenomen, behoudens onder bijzondere omstandigheden waarin zorg niet ingekocht kan worden voor deze tarieven. In die gevallen worden de reële kosten vergoed, gebaseerd op de kosten voor de goedkoopst adequate voorziening.
1.De hoogte van het persoonsgebonden budget is een afgeleide van het vastgestelde tarief van zorg in natura.
De hoogte van het persoonsgebonden budget bedraagt bij inzet van professionele hulp ten hoogste het tarief van de goedkoopste adequate zorg in natura min 10%.
De hoogte van het persoonsgebonden budget voor de inzet van huishoudelijke ondersteuning bij niet-professionele hulp is ten hoogste het tarief van de goedkoopste adequate zorg in natura min 15%.
Artikel 8. Eigen bijdragen
De bedragen per 4 weken, de inkomensbedragen en de percentages die gelden voor de berekening van de eigen bijdragen zijn gelijk aan die genoemd in artikel 3.1, eerste lid, van het uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
Artikel 9. Citeertitel en inwerkingtreden
  • 1.
    Dit besluit kan worden aangehaald als “Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Twenterand 2015”.
  • 2.
    Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2014.
Vriezenveen, 9 december 2014
Burgemeester en wethouders van Twenterand,
de secretaris, de burgemeester,
H.J. ten Brinke ir. C. L. Visser
Naar boven