Verordening op de heffing en invordering van havengeld jachthaven Almelo centrum en overig liggeld 2015
 
 
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 oktober 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
besluit:
de volgende verordening vast te stellen.
Verordening op de heffing en invordering van havengeld jachthaven Almelo centrum en overig liggeld 2015.
 
Artikel 1. Aard
Krachtens deze verordening wordt geheven:
  • a.
    Havengeld jachthaven Almelo Centrum;
  • b.
    liggeld anders dan voor beroepsvaart.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a.
vaartuigen
alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer te water of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen;
b.
havenmeester
de havenmeester van de gemeente Almelo of diens plaatsvervanger
c.
etmaal of dag
een tijdvak van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;
 
week
een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;
 
maand
een tijdvak van dertig achtereenvolgende dagen;
 
kwartaal
een kalenderkwartaal;
 
jaar
een kalenderjaar.
d.
gemeentelijk vaarwater
het in eigendom aan de gemeente toebehorende of bij haar in onderhoud of beheer zijnde openbaar vaarwater;
e.
Historisch schip
Een schip dat is opgenomen in het Nationaal Register varende monumenten van de Federatie Oude Nederlandse Vaartuigen (FONV) en voldoet aan zowel de algemene criteria van het Register als aan de specifieke criteria – volgens de betreffende behoudsorganisatie- voor het type schip;
e.
Woonboot
een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;
f.
g.
meter (lengte)
meter (vierkante)
De lengte van een vaartuig wordt gemeten over de grootste lengte op de waterlijn inclusief boegspriet;
vierkante meter, gemeten over de grootste lengte x de grootste breedte;
h.
pleziervaartuig
een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor sportieve of recreatie recreatieve doeleinden, niet zijnde beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten.
i.
jaarplaats
periode van 1 januari tot en met 31 december van het betreffende belastingjaar
j.
Winterplaats
periode van 1 januari tot en met 31 maart en 1 oktober tot en met 31 december van het betreffende belastingjaar
k.
Zomerplaats
periode van 1 april tot en met 30 september van het betreffende belastingjaar
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam “liggeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig, kano, roeiboot en/of woonboot op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente.
Artikel 4 Belastingplicht
Belastingplichtig is degene, die met een pleziervaartuig, kano, roeiboot of woonboot gebruik maakt van een ligplaats in de gemeentelijke jachthaven.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief
  • 1.
    De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 2 de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de verordening en tarieventabel gegeven aanwijzigen en bijzondere bepalingen.
  • 2.
    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6. Belastingtijdvak
1.
Indien voor een ligplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het belastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een ligplaats geldt, met dien verstande dat bij een vergunning voor meer dan een jaar het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
2.
In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbare feit zich voordoet of heeft voorgedaan.
Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld
1.
In de gevallen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, is het liggeld verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2.
In de gevallen, anders dan die bedoeld in artikel 6, lid 1, is het liggeld verschuldigd bij aanvang van het gebruik van de ligplaats.
Artikel 8. Wijze van heffing
De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 9. Termijn van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald ingeval:
    • a.
      Bij wege van aanslag wordt geheven, binnen een maand na dagtekening van de aanslag;
    • b.
      Bij wege van schriftelijke kennisgeving wordt geheven als bedoeld in artikel 8, op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen.
Artikel 10. Kwijtschelding
Bij de invordering van het havengeld Jachthaven Almelo centrum en overig liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11. Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten.
Artikel 12. Inwerkingtreding
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
2.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 13. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening havengeld jachthaven Almelo centrum en overig liggeld 2015”.
 
Gedaan ter openbare vergadering van 2 december 2014
de griffier, de burgemeester,
drs. C.M. Steenbergen, mr. W.P.M. Urlings
 
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE ‘VERORDENING HAVENGELD JACHTHAVEN CENTRUM ALMELO EN OVERIG LIGGELD 2015’
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1 Algemeen
 
1
 
Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn exclusief omzetbelasting.
2
 
Een gedeelte van een eenheid (dag, week, etc) wordt voor een volle eenheid aangemerkt
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 Liggelden jachthaven en ligplaatsen anders dan voor beroepsvaart
1
 
Het liggeld bedraagt:
 
 
 
 
 
 
a
voor een pleziervaartuig, op een daartoe ingerichte ligplaats per strekkende meter voor
 
 
 
 
 
 
 
één dag of gedeelte daarvan:
€ 0,97
 
 
 
 
 
 
twee of drie dagen (3=2 regeling):
€ 1,92
 
 
 
 
 
 
vier dagen:
€ 2,89
 
 
 
 
 
 
vijf of zes dagen (4=6 regeling);
€ 3,84
 
 
 
 
 
 
verhoogd met
€ 0,64
 
 
 
 
 
 
per dag extra
 
 
 
 
 
 
b
Voor een kano of roeiboot daarna op een daartoe ingerichte ligplaats per dag
€ 0,97
 
 
 
 
 
c
In afwijking van het bepaalde onder a. worden bij door het college van burgemeester en wethouders als zodanig aangewezen nautische evenementen de onder a. genoemde tarieven verminderd met 50%
 
 
 
 
 
 
d
in afwijking van het bepaalde onder a. worden de onder a. genoemde tarieven verminderd met 30% indien 10 of meer pleziervaartuigen collectief ligplaatsen innemen en het liggeld wordt voldaan door een vertegenwoordiger van het collectief
 
 
 
 
 
2
 
Het liggeld voor jaarplaatsen bedraagt voor pleziervaartuigen:
 
 
 
 
 
 
a
voor een jaarplaats ingenomen door een historisch schip per vierkante meter
€ 9,05
 
 
 
 
 
b
voor een jaarplaats ingenomen door een kano of roeiboot
€ 32,40
 
 
 
 
 
c
voor een jaarplaats ingenomen door andere vaartuigen dan hiervoor onder a en b genoemd per vierkante meter
€ 13,55
 
 
 
 
 
d
voor een winterplaats per vierkante meter per kwartaal
€ 3,20
 
 
 
 
 
e
voor een zomerplaats per vierkante meter
€ 9,10
 
 
 
 
3
 
Het tarief bedraagt voor het innemen van een ligplaats met een woonboot, voor zover het verblijf in de gemeente veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnen hetzelfde kalenderjaar te boven gaat:
 
 
 
 
 
 
 
per maand: per strekkende meter
€ 2,10
 
 
 
 
 
 
met een minimum per boot van
€ 24,20
 
 
 
 
 
 
per jaar: per strekkende meter
€ 13,40
 
 
 
 
 
 
met een minimum per boot van
€ 194,65
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Behoort bij besluit van de raad van 2 december 2014
 
 
 
 
 
de raadsgriffier van Almelo,
 
 
 
 
 
drs. C.M. Steenbergen
Naar boven