|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
|
|
Bouwkosten: worden berekend en bepaald met behulp van de normkosten uit het onderzoeksrapport “Basisbedragen gebouwen 2013”, opgesteld door Multi Consultants in opdracht van Het Nederlands Bouwkosten Instituut “Basisbedragen gebouwen 2014”, opgesteld door Multi Consultants in opdracht van Het Nederlands Bouwkosten Instituut ( per bouwwerk wordt gekeken uit welke uitgave de goedkoopste bouwkosten voortkomen en deze worden ook gehanteerd). Voor bouwwerken die niet passen binnen dit regime geldt dat onder de bouwkosten wordt verstaan de aannemingssom bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, exclusief omzetbelasting, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2013, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.
|
|
|
|
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
|
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
|
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Schetsplan/principeverzoek/
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
|
|
Een aanvraag tot beoordeling van een schetsplan/principeverzoek/conceptaanvraag met betrekking tot de vraag of op een, op basis van genoemd schetsplan/principeverzoek/ conceptaanvraag, uitgewerkt bouwplan een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en of ontheffing dan wel projectbesluit zou kunnen worden verleend
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien een schetsplan/principeverzoek/
conceptaanvraag wordt beoordeeld aan de welstandscriteria, ambtelijk of door de welstands-, monumentencommissie of de dorpsbouwmeester wordt het in 2.2. opgenomen tarief per beoordeling, verhoogd met
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Het tarief bedraat voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
€ 25,70 per € 1.000,- bouwkosten met een minimumtarief van € 135,00, indien de bouwkosten niet meer dan € 50.000,-, bedragen;
|
|
|
|
|
€ 1.287,00 vermeerderd met
€ 23,60 per € 1.000,- bouwkosten, voor elke € 1.000,00 aan bouwkosten meer dan € 50.000,- en minder dan € 100.000,-, bedragen;
|
|
|
|
|
€ 2.469,00 vermeerderd met
€ 20,50 per € 1.000,- bouwkosten, voor elke € 1.000,00 aan bouwkosten meer dan € 100.000,- en minder dan € 200.000,-, bedragen;
|
|
|
|
|
€ 4.519,00 vermeerderd met
€ 17,10 per € 1.000,- bouwkosten, voor elke € 1.000,00 aan bouwkosten meer dan € 200.000,-, bedragen.
Met een maximumtarief van € 1.000.000,00.
|
|
|
|
|
Indien een aanvraag ex artikel 2.3.1.1 wordt beoordeeld aan de welstandscriteria, ambtelijk of door de welstands-, monumentencommissie of de dorpsbouwmeester, wordt het in 2.3.1.1 opgenomen tarief per beoordeling verhoogd met
|
|
|
|
|
De onder 2.3.1.2 genoemde leges worden verrekend als de beoordeling van het bouwplan in de fase als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze tabel heeft plaatsgevonden en er sprake is van een zelfde bouwplan waarvoor nu vergunning is aangevraagd en het advies hierover positief is.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2.1 wordt verhoogd, indien de aanvraag van een aanlegvergunning:
|
|
|
|
|
krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met
|
|
|
|
|
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 2.12 lid 1, onder a onder 3 van de Wabo wordt toegepast, verhoogd met
|
|
|
|
|
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 2.12 lid 1, onder a, onder 1 of artikel 2.12 lid 2 van de Wabo wordt toegepast, verhoogd met
|
|
|
|
|
betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan een besluit als bedoeld in artikel 2.12 lid 1, onder a, onder 2 van de Wabo wordt verleend, verhoogd met
|
|
|
|
|
Deze verhoging vindt geen toepassing indien de met de ontheffing gepaard gaande kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid, onder b van de Wabo, bedraagt het tarief, voor zover de aanvraag alleen betrekking heeft op het rooien van bomen en opgaande beplanting:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
|
|
|
|
+ 0,5% van de bouw-kosten van deze kleine buitenplan- se afwijking
|
+ 0,5% van de bouw-kosten van deze kleine buitenplan- se afwijking
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
|
|
|
|
|
|
+ 0,5% van de bouw-kosten van deze tijdelijke afwijking
|
+ 0,5% van de bouw-kosten van deze tijdelijke afwijking
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 421,00 en een maximum van € 1.067,00;
|
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 58,90 en een maximum van € 534,00;
|
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 58,90 en een maximum van € 534,00;
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag met een minimum van € 58,90 en een maximum van € 534,00.
|
|
|
|
|
Onder de bouwkosten vallen alleen die kosten die betrekking hebben op het gedeelte van de bouw dat strijdig is zoals bedoeld in 2.3.3
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien binnen één aanvraag voor omgevingsvergunning 2.3.3.1 en/of 2.3.3.2 en/of 2.3.3.3 van toepassing zijn, wordt de zwaarste (duurste) procedure in rekening gebracht
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de bouwkosten van een bouwwerk <
€ 3.000,00, bedragen de legeskosten voor de ruimtelijke procedure als bedoeld in 2.3.3.1. of 2.3.3.2 maximaal
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
|
|
|
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
|
|
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Indien binnen één aanvraag voor omgevingsvergunning 2.3.4.1 en/of 2.3.4.2 en/of 2.3.4.3 van toepassing zijn, wordt de zwaarste (duurste) procedure in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
Indien de bouwkosten van een bouwwerk < € 3.000,00, bedragen de legeskosten voor de ruimtelijke procedure als bedoeld in 2.3.4.1 of 2.3.4.2 maximaal
|
|
|
|