Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011.
De raad van de gemeente Haren,
 
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2014,
 
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
 
besluit:
 
vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2011.
 
Artikel I
Artikel 1 van de verordening wordt vervangen door de volgende zin: 'Onder de naam marktgeld wordt in deze gemeente een recht geheven voor het gebruik of genot van een standplaats op het daarvoor aangewezen marktterrein of op andere voor de openbare dienst bestemde plaatsen, en voor het genot van de diensten die in verband met de markthandel worden verleend'.
Artikel II
In artikel 4 wordt ‘€ 2,92’ gewijzigd in ‘€ 2,96’.
Artikel III
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking. De in deze verordening aangegeven wijzigingen worden met ingang van 1 januari 2015 bij de heffing toegepast.
 
Haren, 6 november 2014
 
de raad voornoemd,
 
O.E. de Vries,
griffier
 
 
 
J.G. Vlietstra,
voorzitter
 
 
 
 
 
 
Toelichting:
Door het aanpassen van artikel 1 is het geoorloofd om ook promotiekosten van de markt te verhalen. In het arrest van de Hoge Raad van 5 september 2003, op de website www.rechtspraak.nl, te vinden onder nummer ECLI:NL:HR:2003:AF4838 blijkt dit uit de volgende overweging: “3.4. …… In de overwegingen dienaangaande ligt besloten dat naar 's Hofs oordeel de Verordening geen grondslag biedt rechten te heffen ter dekking van de kosten van reclameactiviteiten ter bevordering van markten. Dit oordeel kan niet als juist worden aanvaard. Dergelijke reclameactiviteiten, welke vallen onder de omschrijving "met de markthandel verband houdende handelingen" in artikel 3 van de Verordening, kunnen worden aangemerkt als door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als bedoeld in artikel 229, lid 1, letter b, van de Gemeentewet. De Verordening merkt het genot van evenbedoelde diensten aan als belastbaar feit, en mitsdien mag het geheven marktgeld mede dienen ter dekking van de kosten van die reclameactiviteiten.”
Naar boven