Raadsbesluit Wijziging Legesverordening 2014
De raad van de gemeente Katwijk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Katwijk van 2 september 2014.;
gelet op artikel 3.1 van de Wro, sub 4;
 
 
Besluit:
Verordening tot tweede wijziging van de Legesverordening 2014
 
Artikel I
A. Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag van titel 2 Dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning van de bij de Legesverordening 2014 behorende tarieventabel wordt vervangen door:
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2
Het tarief voor het beoordelen van een plan in vooroverleg is opgebouwd uit de tarieven voor twee toetsingen. Als een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning overeenkomt met een in vooroverleg uitgewerkt plan, dan worden de daarvoor geheven leges met deze leges verrekend.
2.2.1
Het tarief voor het eenmalig beoordelen van een plan in vooroverleg met betrekking tot toetsing van het Welstandsbeleid door een deskundige bedraagt: €269,00
2.2.2
Het tarief voor het toetsen van een plan aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan alsmede, indien nodig, het bepalen van de te doorlopen procedure voor het verkrijgen van
B. Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning van titel 2 Dienstverlening vallen onder de fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning van de bij de Legesverordening 2014 behorende tarieventabel wordt vervangen door:
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
  • 2.3
    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
     
    2.3.1
    Deskundige adviezen
    2.3.1.2
    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
    €477,00
    2.3.1.3
    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld:
    €203,00
    2.3.1.4
    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld:
    €203,00
    2.3.2
    Achteraf ingediende aanvraag
     
    2.3.2.1
    Het tarief zoals bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit vermeerderd met:
    50%
    2.3.3
    Bouwactiviteiten
     
    2.3.3.1
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
     
    2.3.3.1.1
    indien de bouwkosten minder dan € 20.000 bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 204,00
    6,3%
     
    2.3.3.1.2
    indien de bouwkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen: van de bouwkosten; met een minimum van € 1.287,00
    5,3%
     
    2.3.3.1.3
    indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: van de bouwkosten; met een minimum van € 2.698,00
    4,1%
     
    2.3.3.1.4
    indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: van de bouwkosten; met een minimum van € 4.151,00
    3,1%
     
    2.3.3.1.5
    indien de bouwkosten € 200.000 tot € 1.000.000 bedragen: van de bouwkosten; met een minimum van € 6.227,00
    2,5%
     
    2.3.3.1.6
    indien de bouwkosten € 1.000.000 of meer bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 24.908,00 en een maximum van € 150.000,00
    1,5%
     
     
     
    Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro).
     
     
    2.3.3.2
    Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel  2.3.3.1 wordt verminderd met €260,00, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro.
     
     
    2.3.4
    Aanlegactiviteiten
     
    2.3.4.1
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
     
    2.3.4.1.1
    indien de aanlegkosten minder dan € 20.000,00 bedragen: van de aanlegkosten, met een minimum van € 350,00
    5,6%
     
    2.3.4.1.2
    indien de aanlegkosten € 20.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 50.000,00 bedragen: van de aanlegkosten; met een minimum van € 1.141,00
    2,7%
     
    2.3.4.1.3
    indien de aanlegkosten € 50.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 100.000,00 bedragen: van de aanlegkosten; met een minimum van € 1.349,00
    2,0%
     
    2.3.4.1.4
    indien de aanlegkosten € 100.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 200.000,00 bedragen: van de aanlegkosten; met een minimum van € 1.632,00
    1,0%
     
    2.3.4.1.5
    indien de aanlegkosten € 200.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 500.000,00 bedragen van de aanlegkosten; met een minimum van € 2.076,00
    0,6%
     
    2.3.4.1.6
    indien de aanlegkosten € 500.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 1.000.000,00 bedragen van de aanlegkosten; met een minimum van € 3.113,00
    0,4%
     
    2.3.4.1.7
    indien de aanlegkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 2.000.000,00 bedragen van de aanlegkosten; met een minimum van € 4.151,00
    0,25%
     
    2.3.4.1.8
    indien de aanlegkosten meer dan € 2.000.000,00 bedragen van de aanlegkosten, met een minimum van € 5.087,00 en een maximum van € 30.000,00
    0,1%
     
     
     
    Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro).
     
     
    2.3.4.2
    Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel 2.3.4.1 wordt verminderd met 100% , wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro.
     
     
    2.3.5
    Planologisch strijdig gebruik
     
    2.3.5.1
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
     
    2.3.5.1.1
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
    €184,00
     
    2.3.5.1.2
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
    €525,00
     
    2.3.5.1.3
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast en de aanvraag binnen het vastgestelde afwijkingsbeleid past:
    €265,00
     
    2.3.5.1.4
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
    €3.600,00
     
    2.3.5.1.5
    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
    € 525,00
     
    2.3.5.1.6
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
    € 525,00
     
    2.3.5.1.7
    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
    € 525,00
     
    2.3.5.1.8
    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
    € 525,00
     
    2.3.5.1.9
    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
    € 184,00
     
    2.3.5.2
    Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik ten behoeve van een evenement voor maximaal vier weken, wordt het legestarief verminderd tot 10% van het bedrag van de verschuldigde leges op grond van artikelen 2.3.5
     
    2.3.5.3
    In afwijking van het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.1.4 bedraagt het tarief indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor het realiseren van een terras:
    €525,00
     
     
     
    Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro).
     
     
    2.3.5.4
    Het tarief genoemd in onderdelen 2.3.5.1.1, 2.3.5.1.2 en 2.3.5.1.3 wordt verminderd met 100% , wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro.
     
     
    2.3.5.5
    Het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.1.4 wordt verminderd met €260,00, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro.
     
     
    2.3.6
    In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
     
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de gebruiksoppervlakte
     
    2.3.6.1
    100 m² of minder bedraagt:
    € 529,00
     
    2.3.6.2
    meer dan 100 m² bedraagt maar niet meer dan 500 m² plus € 1,421 per m² gebruiksoppervlakte
    € 366,00
     
    2.3.6.3
    meer dan 500 m² bedraagt maar niet meer dan 2.000 m² plus € 0,525 per m² gebruiksoppervlakte
    € 856,00
     
    2.3.6.4
    meer dan 2.000 m² bedraagt maar niet meer dan 5.000 m² plus € 0,525 per m² gebruiksoppervlakte
    €1.712,00
     
    2.3.6.5
    meer dan 5.000 m² bedraagt maar niet meer dan 50.000 m² plus € 0,525 per m² gebruiksoppervlakte
    €2.241,00
     
    2.3.6.6
    meer dan 50.000 m² gebruiksoppervlakte plus € 0,01 per m² gebruiksoppervlakte
    €3.463,00
     
    2.3.7
    Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
     
    2.3.7.1.1
    bedraagt het tarief voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
    €378,00
     
    2.3.7.1.2
    bedraagt het tarief voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
    €378,00
     
    2.3.7.2
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief 2% van de sloopkosten met een minimum van
    €378,00
     
    2.3.8
    Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
     
    2.3.8.1
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
    2 %
     
    van de sloopkosten met een minimum van:
    €407,00
     
     
     
    Afwijkende tarieven omgevingsvergunning met betrekking tot artikel 3.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening (hierna Wro).
     
     
    2.3.8.2
    Het tarief genoemd in onderdelen 2.3.8.1 wordt verminderd met 100% , wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro.
     
     
    2.3.9
    Aanleggen of veranderen weg
     
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
    €234,00
     
    2.3.10
    Kappen
     
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
    € 162,00
     
    2.3.11
    Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
     
    2.3.11.1
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in of nabij een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
    € 163,00
     
    2.3.11.2
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
    € 163,00
     
    2.3.12
    Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
     
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
    € 163,00
     
    2.3.13
    Andere activiteiten
     
    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld (met uitzondering van milieu-activiteiten) en die activiteit of handeling:
     
    2.3.13.1
    behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
    € 264,00
     
    2.3.13.2
    behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
    € 264,00
     
    2.3.13.2.1
    als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:
    € 32,00
     
    2.3.13.2.2
    als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
     
    2.3.14
    Advies
     
    2.3.14.1
    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
     
    2.3.14.2
    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
     
    2.3.15
    Verklaring van geen bedenkingen
     
    2.3.15.1
    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
     
    2.3.15.1.1
    indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
    € 489,00
     
    2.3.15.1.2
    indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
     
    2.3.15.2
    Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
     
 
Artikel II
De bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd, blijven van toepassing op de belastbare feiten die zich voor de in artikel III, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.
 
Artikel III
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing.
2. De datum van ingang van de heffing is 30 september 2014.
 
Artikel IV
Deze verordening wordt aangehaald als: tweede wijziging Legesverordening 2014.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk
in zijn openbare vergadering van 25 september 2014 
De griffier  De voorzitter
 
 
Naar boven