In de Bijlage 'Voorzieningen' moet een gemeente aangegeven welke voorzieningen onder de werking van de verordening vallen. Per voorziening wordt een aparte bijlage opgenomen. In de bijlage bij de verordening worden per voorziening de volgende punten beschreven:
I Aanduiding van de voorziening
Hier dient te worden aangegeven welke voorziening kan worden aangevraagd.
Hier wordt de indieningsdatum voor de betreffende voorziening bepaald. Ook kan worden bepaald dat geen specifieke indieningsdatum, gezien de aard van de voorziening, is voorgeschreven. Dit laatste zal met name spelen bij voorzieningen die noodzakelijk zijn als gevolg van calamiteiten.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De raad vult hier het tijdvak in waarvoor een voorziening wordt toegekend. Dit kan een schooljaar zijn (wat voor de meeste voorzieningen, gezien de koppeling met het onderwijsproces, aan de orde is), maar ook een kalenderjaar.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
Het geheel van criteria zoals geformuleerd onder IV (en vastgesteld door de raad), geeft de omstandigheden weer waarin de school moet verkeren om in aanmerking te komen voor de voorziening.
Hier dient te worden aangegeven voor welke schoolsoorten (basisonderwijs, [delen van het] [voortgezet] speciaal onderwijs en/of voortgezet onderwijs) de mogelijkheid om de voorziening aan te vragen, wordt geopend.
IVb Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente
Hier dient te worden aangegeven door de raad of de voorziening kan worden aangevraagd voor een in de gemeente gelegen nevenvestiging van een hoofdvestiging die in een andere gemeente is gelegen.
IVc Hoofdgebouw/ dislocatie/ nevenvestiging
Indien relevant voor de voorziening dient hier te worden aangegeven van welke soort gebouwen de voorziening kan worden aangevraagd (dit kan zowel het hoofdgebouw, de dislocatie als de nevenvestiging zijn).
IVd Overige criteria op basis waarvan het schoolbestuur van een school in aanmerking komt voor een voorziening Hiermee wordt gedoeld op de overige inhoudelijke toekenningscriteria die zijn gerelateerd aan de voorziening.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
VIa Voor deze voorziening wordt een subsidieplafond gehanteerd
Prestatiesubsidie; vakleerkracht bewegingsonderwijs
I Aanduiding van de voorziening
Tegemoetkoming in de kosten van het aanstellen van een vakleerkracht ten behoeve van het bewegingsonderwijs.
Op basis van het leerlingenaantal kan van rijkswege een beperkt aantal uren vakonderwijs worden gegeven. De gemeente Delft verstrekt een extra bijdrage op voorwaarde dat hiermee het aantal uren vakonderwijs (bewegingsonderwijs) volgens onderstaande wijze van toekenning uitgebreid en verantwoord wordt.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Scholen voor basisonderwijs en speciaal basisonderwijs die aan de volgende voorwaarden voldoen:
- •
Scholen en gemeente zetten in op vakonderwijs bewegingsonderwijs. Dit maakt deel uit van een breed pakket aan bewegingsactiviteiten
- •
Het bewegingsonderwijs rijk en gemeente - minimaal volgens onderstaande berekening - wordt gegeven door een bevoegde ALO-vakleraar;
- •
Indien er van rijkswege op of na 1 augustus 2014 uitbreiding van middelen voor bewegingsonderwijs komt, dan wordt dit bij de verantwoordingsverplichting betrokken;
- •
Scholen werken mee aan stages bewegingsonderwijs.
Basisonderwijs: Per BRIN: tabel urentoekenning bewegingsonderwijs gerelateerd aan het aantal leerlingen per 1 oktober (T-1) + 3%, naar beneden afgerond.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voormalige rijksnorm in uren
|
Werktijdfactor voormalige rijksnorm
|
|
Gemeente 60% afgerond op 0,5 uur
|
Werktijdfactor gemeente subsidie
|
Totaal uren rijk + gemeente
|
Minimaal totaal Werktijdfactor (rijk+gemeente) te verantwoorden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Basisonderwijs: Het aantal uren/werktijdfactor per BRIN dat voor gemeentelijke subsidie in aanmerking komt, wordt bepaald aan de hand van de bovenstaande tabel.
Speciaal basisonderwijs: Voor de speciale scholen voor basisonderwijs geldt voor de gemeentelijke subsidie 3 minuten per leerling per BRIN. Voor het speciaal basisonderwijs wordt het aantal leerlingen op de teldatum T-1 x 3 minuten gehanteerd, rekenkundig afgerond op een half uur.
Het gemeentelijke subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van het voor de periode geldende lumpsumbedrag GPL leraar basisonderwijs.
Prestatiesubsidie schoolwerkweken
I Aanduiding van de voorziening
Schoolwerkweken van de speciale scholen voor basisonderwijs en de scholen voor speciaal onderwijs in Delft.
Uiterlijk 2 maanden voor plaatsvinden schoolwerkweek.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd
Aantal leerlingen dat aan een schoolwerkweek van minimaal drie dagen deelneemt.
Subsidiebedrag per deelnemende leerling.
Per deelnemende leerling € 18,09 (prijspeil 2014)
Prestatiesubsidie Veilige school voortgezet (speciaal) onderwijs
I Aanduiding van de voorziening
Project veilige school voortgezet (speciaal) onderwijs 2014 en 2015.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
Bestemd voor de locaties van de drie scholengemeenschappen voortgezet onderwijs en de schoollocaties voor speciaal voortgezet onderwijs in Delft. De scholen werken hierin als partner samen met de gemeente aan projecten die op alle bedoelde scholen plaatsvinden. Het behalen en onderhouden van de landelijke certificering Veilig Rond en In School (VRIS) staat centraal. Het beschikbare budget wordt naar evenredigheid verdeeld.
Een van de scholen doet mede namens de andere scholen de aanvraag. Deze school beheert de prestatiesubsidie De Veilige School en is verantwoordelijk voor het verzoek tot vaststelling en de verantwoording van de subsidie.
Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:
- 1.
Als gedurende het subsidiejaar blijkt dat de te verrichten activiteiten niet zullen plaatsvinden of de te leveren prestaties en resultaten vermoedelijk niet zullen worden behaald, dan wordt de gemeente hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld. Vermeld worden de oorzaak en de genomen of te nemen maatregelen om alsnog te voldoen aan de afspraken.
- 2.
Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient voor 1 mei volgend op het jaar van de subsidieverlening te worden ingediend.
- 3.
Een financieel verslag, een activiteitenverslag en een verantwoording van de overige subsidieverplichtingen worden bij dit verzoek bijgevoegd.
- 4.
Omdat de subsidie op jaarbasis meer dan € 10.000 bedraagt, wordt deze verantwoording voorzien van een bestuursverklaring.
Vanuit de begroting van het gemeentelijk cluster Veiligheid is in 2014 en 2015 een bedrag van € 10.527,-- per jaar beschikbaar voor tussenaudits voor het certificaat VRIS.
De subsidievaststelling vindt plaats na de verantwoording van de prestaties, afspraken en het financieel verslag. Wanneer de ingediende gegevens daartoe aanleiding geven, kan de subsidie lager vastgesteld worden en kan een uitbetaald voorschot worden teruggevorderd.
€ 10.527,-- per jaar in 2014 en 2015.
Prestatiesubsidie loopbaanoriëntatie en begeleiding
I Aanduiding van de voorziening
Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) voor VMBO-scholen basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg (KB) Delft.
Voor 1 oktober 2014 voor de subsidie tot en met 2015. Vervolgens jaarlijks voor 1 april.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
Jaarlijks dienen de VMBO-scholen basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoeps-gerichte leerweg (KB) een subsidieaanvraag in;
Scholen kunnen gezamenlijk of per VMBO-locatie een aanvraag indienen.
VMBO-scholen kunnen besluiten een deel van de subsidie aan te wenden voor bovenschoolse activiteiten. 1 VMBO-school vraagt dan de subsidie aan voor de bovenschoolse activiteit. Deze school is dan verantwoordelijk voor de verantwoording van dat deel van de subsidie.
Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:
- 1.
Als gedurende het subsidiejaar blijkt dat de te verrichten activiteiten niet zullen plaatsvinden of de te leveren prestaties en resultaten vermoedelijk niet zullen worden behaald, dan wordt de gemeente hiervan onmiddellijk op de hoogte gesteld. Vermeld worden de oorzaak en de genomen of te nemen maatregelen om alsnog te voldoen aan de afspraken.
- 2.
Het verzoek tot vaststelling van de subsidie dient voor 1 mei volgend op het jaar van de subsidieverlening te worden ingediend.
- 3.
Een financieel verslag en een activiteitenverslag worden bij dit verzoek bijgevoegd. Bij subsidies van meer dan € 10.000,-- is ook een bestuursverklaring nodig. Subsidies vanaf € 50.000 moeten, naast een bestuursverklaring, ook voorzien zijn van een beoordelingsverklaring. Modellen hiervoor zijn te vinden op de website
www.delft.nl via de subsidiewijzer.
Voorziening is voor VMBO-scholen basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg (KB) in Delft.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Vanuit de begroting van het gemeentelijk cluster Samenleving is een bedrag van € 60.000,-- per jaar beschikbaar.
Naar aanleiding van de subsidieaanvraag wordt subsidie toegekend op basis van het aantal leerlingen VMBO basisberoepsgerichte leerweg (BB) en kaderberoepsgerichte leerweg kader (KB) op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan toekenning subsidie per VMBO-locatie.
De VMBO-scholen zijn zelf verantwoordelijk voor het maken van een verdeling van het subsidiebedrag op basis van aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.
€ 60.000 per kalenderjaar
Een aantal voorzieningen wordt 'in natura' beschikbaar gesteld:
1.
Natuur- en milieueducatie
In aansluiting op de kerndoelen voor milieu- en natuuronderwijs kunnen de leerlingen van een school voor primair onderwijs kennismaken met verschillende natuur- en milieuthema’s. De scholen verlenen medewerking aan rapportages en evaluaties. Momenteel is NME in verandering en is nog niet duidelijk hoe dat vorm krijgt na 1 januari 2015. Vanuit de gemeente blijft er beperkt budget beschikbaar voor educatie.
1.
Kunst en cultuureducatie
Centrale doelstelling van CKE is het zodanig verankeren van cultuur in het onderwijs dat leerlingen in een doorgaande leerlijn vanaf de basisschool tot en met het voortgezet onderwijs kennis op doen van kunst en cultuur (kunst en erfgoed). De scholen verlenen medewerking aan rapportages en evaluaties. Basisscholen leveren een financiële bijdrage voor het basisaanbod kunst & cultuur. Bij deelname aan het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt van de scholen een extra bijdrage gevraagd. Voor beide geldt dat dit een bedrag per leerling per jaar is.
1.
Schoolzwemmen inclusief noodzakelijk busvervoer voor locaties van OAB-scholen basisonderwijs, de scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs voor zover niet wordt beschikt over een eigen zwembad
Doel van schoolzwemmen is naast het beweegaspect ook het bevorderen van veiligheid.
De locaties van OAB-scholen in het basisonderwijs kunnen regulier 1 jaar met groep 4 aan het schoolzwemmen deelnemen. Daarna staat het vangnet open tot het behalen van diploma A.
Het speciaal basisonderwijs zwemt met alle kinderen vanaf 6 jaar.
De Herman Broerenschool zwemt met alle leerlingen vanaf 6 jaar.
De Maurice Maeterlinckschool neemt niet aan het schoolzwemmen deel. Deze school heeft een eigen voorziening.
De scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs wordt de door hen ontvangen component in de rijksbijdrage voor het schoolzwemmen in rekening gebracht. Voor de locaties van de OAB-scholen in het regulier basisonderwijs is deze vergoeding en declaratie niet van toepassing.
In principe wordt naar het zwembad gelopen. Busvervoer wordt aangeboden als de afstand tussen school en zwembad (volgens een verkeersveilige route) te groot is.
De scholen werken mee aan het tijdig verstrekken van de gevraagde gegevens voor de organisatie van een volgend schooljaar en aan de jaarlijkse evaluatie van de werking van het protocol schoolzwemmen.
1.
Logopedie en zorgstructuur
De centrale doelstelling van de schoollogopedie is het vroegtijdig signaleren van problemen bij kinderen van 5 jaar op het gebied van spraak, taal, stem en gehoor. Concreet gaat het hier om het screenen van alle 5-jarigen (groep 2).
De gemeente Delft zet in het kader van passend onderwijs jeugdprofessionals in om de verbinding tussen de zorginfrastructuur in het onderwijs en de gemeentelijke zorgstructuur te borgen. De jeugdprofessionals zijn onderdeel van het jeugdteam dat werkt vanuit het Stedelijk Punt Jeugd en werken
outreachend op de scholen.
Sportverenigingen en de Vrije Akademie zetten buurtsportcoaches (voorheen combinatiefunctionarissen) in voor meer beweeg/cultuur/leefstijlactiviteiten op scholen en maken daarover afspraken met scholen (PO en VO). De mate van deze inzet is afhankelijk van de gedeeltelijke cofinanciering door sportverenigingen en de Vrije Akademie (VAK). Er wordt zoveel mogelijk voortgebouwd op de activiteiten van de combinatiefunctionarissen. Het formeel werkgeverschap ligt voor het deel sport/bewegen/leefstijl bij Sport & Evenementen Haaglanden (SEH), voor cultuur bij de Vrije Akademie (VAK). Deze organisaties doen de subsidieaanvraag voor buurtsportcoaches bij de gemeente.
Doelstelling van de zomerschool is het versterken van ontwikkelingskansen van kinderen. Tijdens de zomerschool wordt gewerkt aan vaardigheden op het gebied van taalbeheersing, sociale vaardigheden, sport en cultuur. Leerlingen van onderwijsachterstanden scholen kunnen deelnemen aan de zomerschool.
Scholen worden in staat gesteld met leerlingen van groep 7 van het basisonderwijs deel te nemen aan het schoolverkeersexamen. Dit onder de voorwaarde dat de school bij het praktisch gedeelte van het verkeersexamen de betrokken leerkracht inzet voor het tijdige vertrek en het goede verloop bij de startlocatie en daarnaast minimaal drie volwassen vrijwilligers aanlevert die de kinderen langs de route beoordelen.
1.
Maatschappelijke stages
De makelaar Maatschappelijke stage (MaS) bemiddelt tussen het onderwijs, leerlingen en vrijwilligersorganisaties door hen te ondersteunen bij de invoering van de MaS binnen het Voortgezet onderwijs. Het is de taak van de makelaar om de verschillende belangen van de betrokken partijen op elkaar af te stemmen en de stedelijke voorwaarden te scheppen voor een succesvolle implementatie van de maatschappelijke stage. Het onderwijs levert een bijdrage door informatie en ervaringen te delen in een stedelijk samenwerkingsverband. Deze regeling wordt vanaf 2015 beëindigd.